Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Doelloos of doelgericht
“Kunt u mij alstublieft vertellen welke richting ik zou moeten gaan vanaf hier?”, vroeg Alice. “Dat hangt voor een groot deel af van waar je naar toe wil”, zei de kat. “Het maakt mij niet veel uit waar naar toe”, zei Alice. “Dan maakt het ook niet uit welke richting je gaat”, zei de kat. Uit: Alice in Wonderland.
3
Portfoliobegeleiding fase 2
PDG Portfoliobegeleiding fase 2 De begeleider De professional Beroepsopdracht PDG compleet
4
Interpersoonlijke competentie: Leiding geven en zorgen voor een goede omgang met en tussen leerlingen. Pedagogische competentie: zorgen voor een veilige leeromgeving en bevorderen van persoonlijke, sociale en morele ontwikkeling. Ook: bevorderen van de ontwikkeling tot een zelfstandig en verantwoordelijk persoon. Vakinhoudelijke en didactische competentie: zorgen voor een krachtige leeromgeving en bevorderen van het leren. Organisatorische competentie: zorgen voor een overzichtelijke, ordelijke en taakgerichte sfeer en structuur in de leeromgeving. Competent in samenwerken in een team: zorgen dat het werk afgestemd is op dat van collega’s; bijdragen aan het goed functioneren van de schoolorganisatie. Competent in samenwerken met de omgeving: in het belang van de leerlingen een relatie onderhouden met ouders, buurt, bedrijven en instellingen. Competent in reflectie en ontwikkeling: zorgen voor de eigen professionele ontwikkeling en de professionele kwaliteit van de beroepsuitoefening. Stichting Beroepskwaliteit Leraren Naar 15
5
Ontwikkelbestand eindkwalificaties
portfoliovoorlichting ontwikkelbestand
6
N.a.v. feedback uit fase 1 verder ontwikkelen
“De resultaten van de portfolio- opdrachten, de reflectie op de taken uit Het kwalificatiedossier van de docent mbo, de bewijsstukken waarmee de student zijn bekwaamheid aantoont, zijn persoonlijke onderwijsvisie en zijn visie op de beroepsethiek neemt de student op in het portfolio 2.”
7
N.a.v. feedback uit fase 1 verder ontwikkelen
“De resultaten van de portfolio- opdrachten, de reflectie op de taken uit Het kwalificatiedossier van de docent mbo, de bewijsstukken waarmee de student zijn bekwaamheid aantoont, zijn persoonlijke onderwijsvisie en zijn visie op de beroepsethiek neemt de student op in het portfolio 2.”
8
N.a.v. feedback uit fase 1 verder ontwikkelen
“De resultaten van de portfolio- opdrachten, de reflectie op de taken uit Het kwalificatiedossier van de docent mbo, de bewijsstukken waarmee de student zijn bekwaamheid aantoont, zijn persoonlijke onderwijsvisie en zijn visie op de beroepsethiek neemt de student op in het portfolio 2.”
9
2de fase Eindkwalifcitaties PDG Fase
Schematisch programma overzicht Eindkwalifcitaties PDG Fase 1. De docent draagt er zorg voor dat hij professioneel is en blijft Fase 1 2. De docent ontwikkelt een onderwijsprogramma 3. De docent voert een onderwijsprogramma uit 4. De docent begeleidt de studenten tijdens de leerloopbaan 2de fase Fase 2 5. De docent is actief betrokken bij de beroepspraktijkvorming 6. De docent construeert, hanteert en evalueert beoordelingsinstrumenten
10
Praktijkprogramma Fase 1 Fase 2
Schematisch programma overzicht Eindkwalifcitaties PDG Fase Leerlijn Persoonlijke professionele Ontwikkeling (Praktijk/stage) Portfolio fase 1 14 EC PF Inleiding PDG De Docent De Verbinder 1 6 2 x PF 1 x MO Praktijkprogramma Modules EC Toetsvormen 1. De docent draagt er zorg voor dat hij professioneel is en blijft Fase 1 2. De docent ontwikkelt een onderwijsprogramma 3. De docent voert een onderwijsprogramma uit 4. De docent begeleidt de studenten tijdens de leerloopbaan Fase 2 Leerlijn Persoonlijke professionele Ontwikkeling (Praktijk/stage) Portfolio fase 2 14 EC PF, ME (assessment) 5. De docent is actief betrokken bij de beroepspraktijkvorming 6. De docent construeert, hanteert en evalueert beoordelingsinstrumenten
11
Praktijkprogramma Fase 1 Fase 2
Schematisch programma overzicht Eindkwalifcitaties PDG Fase Praktijkprogramma Modules EC Toetsvormen 1. De docent draagt er zorg voor dat hij professioneel is en blijft Fase 1 Leerlijn Persoonlijke professionele Ontwikkeling (Praktijk/stage) Portfolio fase 1 14 EC PF Inleiding PDG De Docent De Verbinder 1 6 2 x PF 1 x MO 2. De docent ontwikkelt een onderwijsprogramma 3. De docent voert een onderwijsprogramma uit 4. De docent begeleidt de studenten tijdens de leerloopbaan Fase 2 Leerlijn Persoonlijke professionele Ontwikkeling (Praktijk/stage) Portfolio fase 2 14 EC PF, ME (assessment) De Begeleider 5. De docent is actief betrokken bij de beroepspraktijkvorming De Professional 6. De docent construeert, hanteert en evalueert beoordelingsinstrumenten Beroepsopdracht PDG compleet Leerlijn Pedagogiek en didactiek Leerlijn persoonlijke/professionele ontwikkeling Onderzoek, geïntegreerd in de gehele opleiding
12
Praktijkprogramma Fase 1 Fase 2
Schematisch programma overzicht Eindkwalifcitaties PDG Fase Praktijkprogramma Modules EC Toetsvormen 1. De docent draagt er zorg voor dat hij professioneel is en blijft Fase 1 Leerlijn Persoonlijke professionele Ontwikkeling (Praktijk/stage) Portfolio fase 1 14 EC PF Inleiding PDG De Docent De Verbinder 1 6 2 x PF 1 x MO 2. De docent ontwikkelt een onderwijsprogramma 3. De docent voert een onderwijsprogramma uit 4. De docent begeleidt de studenten tijdens de leerloopbaan Fase 2 Leerlijn Persoonlijke professionele Ontwikkeling (Praktijk/stage) Portfolio fase 2 14 EC PF, ME (assessment) De Begeleider 6 5. De docent is actief betrokken bij de beroepspraktijkvorming De Professional 6 6. De docent construeert, hanteert en evalueert beoordelingsinstrumenten Beroepsopdracht 6 PDG compleet 1 Totaal aantal EC 60 Leerlijn Pedagogiek en didactiek Leerlijn persoonlijke/professionele ontwikkeling Onderzoek, geïntegreerd in de gehele opleiding
13
met elkaar te kunnen verbinden/integreren.
Schematisch programma overzicht Eindkwalifcitaties PDG Fase Praktijkprogramma Modules EC Toetsvormen In een portfolio-opdracht laat je zien dat je in staat bent de theorie en de praktijk met elkaar te kunnen verbinden/integreren. 1. De docent draagt er zorg voor dat hij professioneel is en blijft Fase 1 Leerlijn Persoonlijke professionele Ontwikkeling (Praktijk/stage) Portfolio fase 1 14 EC PF Inleiding PDG De Docent De Verbinder 1 6 2 x PF 1 x MO 2. De docent ontwikkelt een onderwijsprogramma 3. De docent voert een onderwijsprogramma uit 4. De docent begeleidt de studenten tijdens de leerloopbaan Fase 2 Leerlijn Persoonlijke professionele Ontwikkeling (Praktijk/stage) Portfolio fase 2 14 EC PF, ME (assessment) De Begeleider 6 DE 5. De docent is actief betrokken bij de beroepspraktijkvorming De Professional 6 MO 6. De docent construeert, hanteert en evalueert beoordelingsinstrumenten Beroepsopdracht 6 MO PDG compleet 1 PF Totaal aantal EC 60 = 1680 uur Leerlijn Pedagogiek en didactiek Leerlijn persoonlijke/professionele ontwikkeling PF = portfolio-opdracht. MO = moduleopdracht. DE = digitaal examen ME = mondeling examen (assessment) Onderzoek, geïntegreerd in de gehele opleiding
14
Inhoud portfolio fase 1 (dit is één pdf bestand)
Fase 2 PDG Modules Algemene inhoudsopgave en inleiding Twee portfolio-opdrachten per module Ingevuld en ondertekend ontwikkelingsverslag door praktijk- en portfoliobegeleider Een reflectie op de kernopgave Ingevuld en door praktijkbegeleider ondertekend feedbackformulier Door portfoliobegeleider ingevuld en ondertekend contactenmomentformulier Formulieren rondom lesbezoek - lesvoorbereidingsformulier - lesevaluatieformulier - ondertekend observatieformulier Eindkwalifcitaties PDG De Begeleider De Professional Beroepsopdracht PDG compleet Resultaten (beheersindicatoren) 1.1 De docent draagt bij aan de onderwijsontwikkeling, innovatie en kwaliteitszorg vanuit een onderzoekende houding 1.1, 1.2, 1.4 1.5 1. De docent draagt er zorg voor dat hij professioneel is en blijft 2. De docent ontwikkelt een onderwijsprogramma 2.3 3. De docent voert een onderwijsprogramma uit 3.4, 3.5 3.6, 3.7 3.7 4. De docent begeleidt de studenten tijdens de leerloopbaan 4.2, 4.3, , 4.6 5. De docent is actief betrokken bij de beroepspraktijkvorming 5.3 5.3 6. De docent construeert, hanteert en evalueert beoordelingsinstrumenten 6.1, 6.2
15
Inhoud portfolio fase 2 (dit is één pdf bestand)
een algemene inhoudsopgave en inleiding; twee portfolio-opdrachten per module. Dit zijn de twee praktijkopdrachten per module die zijn aangemerkt als portfolio-opdracht (in totaal 6 portfolio-opdrachten voor het portfolio deel 2); een reflectie en minimaal drie bewijsstukken inclusief verantwoording per taak uit het kwalificatiedossier van de docent mbo; een ingevuld en ondertekend feedbackformulier van uw praktijkbegeleider; een ingevuld en ondertekend contactmomentenformulier van uw portfoliobegeleider; formulieren rondom lesbezoek (lesvoorbereidings- en lesevaluatieformulier en ondertekend observatieformulier lesbezoek deel 2, gebundeld in één pdf-document); een uitwerking van uw persoonlijke onderwijsvisie.
16
Kernopgaven Kernopgaven zijn kritische beroepssituaties, zoals problemen, dilemma’s en/of kansen, waar een docent mbo regelmatig mee in aanraking komt en waarbij van hem een aanpak en oplossing wordt verwacht. Van een docent mbo wordt verwacht dat hij kan omgaan met de volgende kernopgaven: Kwalificatie: (verbinden (schoolse) theorie en werkplekleren. Socialisatie: beroepsidentiteit & burgerschap. Persoonsvorming: (zelf)redzaamheid, doelgerichtheid en ondernemend.
17
Reflectie Reflecteren is ‘innerlijk schouwen’; door nadenken en na- voelen de ervaringen op die manier opnieuw doorleven. Reflecteren door middel van STARR en het model van Korthagen: 08:55
18
Doel van reflecteren is kritisch nadenken over het eigen handelen.
Bewustwording kan leiden tot nieuw (professioneel) gedrag. Dit verloopt in vier fasen: Onbewust - onbekwaam Bewust - onbekwaam Bewust - bekwaam Onbewust - bekwaam DOES
19
Reflectie m.b.v. STARR-methode
08:55-09:00
20
Situatie Reflectie Taak Resultaat Actie Wat was de situatie?
Wat gebeurde er? Wie waren erbij betrokken? Waar en wanneer speelde het zich af? Reflectie Hoe vond je dat je het deed? Was je tevreden met het resultaat? Wat zou je de volgende keer anders doen? Wat heb je daarvoor nodig? Welke competenties zijn belangrijk om in te zetten? Taak Algemeen Wat was je taak? Wat was je rol? Wat werd er van je verwacht Persoonlijk Wat wilde je bereiken? Wat waren je verwachtingen? Wat vond je dat je moest doen? 09:00-09:05 Resultaat Wat kwam er uit? Hoe is het afgelopen? Wat was het effect? Hoe reageerden anderen? Actie Wat heb je precies gezegd/gedaan? Hoe was je aanpak? En toen? Hoe werd er gereageerd? Hoe reageerde jij?
21
Reflectie volgens Korthagen
Uitproberen is tegelijkertijd nieuw handelen en hiermee start de cyclus (opnieuw) op. 09:05-09:10 Volgens het STAR-model Wat was de concrete situatie? Wat was mijn taak binnen deze situatie? Welke concrete acties heb ik in deze situatie ondernomen? Wat was het resultaat van deze acties?
22
Reflectie volgens Korthagen
Terugblikken: wat gebeurde er concreet? Wat zag ik? Wat deed ik? Wat dacht ik? Wat voelde ik? 09:05-09:10
23
Reflectie volgens Korthagen
Bewustwording van essentiële aspecten Wat betekent dit nu voor mij? Wat is het probleem (of de positieve ontdekking)? Wat heeft dat allemaal veroorzaakt? Waar heeft het mee te maken? 09:05-09:10
24
Reflectie volgens Korthagen
Alternatieven Welke alternatieven zie ik? (oplossingen of manieren om gebruik te maken van mijn ontdekking) Welke voor- en nadelen hebben die? Wat neem ik me nu voor, voor de volgende keer? 09:05-09:10
25
Reflectie volgens Korthagen
Uitproberen Wat wil ik bereiken? Waar wil ik op letten? Wat wil ik uitproberen en bereiken? 09:05-09:10
27
Beoordelingscriteria portfolio
Voor een voldoende beoordeling dienen alle onderdelen uit het portfolio deel 2 met een voldoende te worden beoordeeld. Beoordeling algemeen: algehele verzorging en leesbaarheid Is het portfolio voorzien van alle verplichte onderdelen zoals vermeld in de exameninformatie (inclusief alle formulieren rondom werk- /lesbezoeken te weten lesvoorbereidings-, lesevaluatie- en ondertekend observatieformulier lesbezoek, alle documenten gebundeld in één pdf-document)? Is de structuur van het portfolio, inclusief de uitwerkingen van de losse onderdelen, zoals weergegeven in de exameninformatie? Is het portfolio in correct Nederlands, op 3F-niveau (zie bijlage 5) geschreven en zijn de taal en zinsbouw in orde?
28
Beoordelingscriteria portfolio
Beoordeling portfolio-opdrachten deel 2 Zijn de portfolio-opdrachten uitgewerkt conform de opdrachtbeschrijving? Is in de uitwerking van de portfolio-opdrachten de theorie aantoonbaar toegepast in de praktijk? Toont de student in zijn uitwerkingen aan de kennis, vaardigheden en houding te hebben die nodig zijn in de beroepspraktijk?
29
Beoordelingscriteria portfolio
Beoordeling reflectie op kernopgaven Heeft de student alle stappen uit het reflectiemodel van Korthagen gevolgd? Laat de student in zijn reflecties op de kernopgaven zien dat hij kan reflecteren op zijn eigen ontwikkeling? Toont de student in het uitwerken van de stappen aan dat hij voldoende diepgang creëert door kritisch te zijn op zowel zichzelf als zijn eigen functioneren? Gebruikt de student relevante theorie om eventueel gesignaleerde patronen te verklaren? Persoonlijke onderwijsvisie en beroepsethiek (Portfolio-opdracht Inleiding PDG) Verwoordt en verantwoordt de student zijn onderwijsvisie mede op basis van theoretische concepten, actuele inzichten en relevante maatschappelijke ontwikkelingen? Laat de student in zijn onderwijsvisie zien op welke wijze hij zich als professional verder wil ontwikkelen? Formuleert de student zijn visie op HBO-niveau?
30
Beoordelingscriteria portfolio
Beoordeling feedbackformulier Is het feedbackformulier correct ingevuld en voorzien van handtekening door de praktijkbegeleider? Beoordeling contactformulier Is het contactformulier correct ingevuld en voorzien van handtekening door de portfoliobegeleider?
31
VRAAK-Bewijsstukken Bewijsstukken die je wilt aanvoeren moeten voldoen aan de VRAAK-criteria. Variatie: Toont de student met de aangeleverde bewijsstukken aan in meerdere en verschillende situaties ervaring te hebben opgedaan met de betreffende eindkwalificatie? Relevantie: Zijn de bewijzen, of (onder)delen van de bewijzen, die de student in zijn portfolio heeft geplaatst relevant voor het aantonen van de eindkwalificatie? Authenticiteit: Zijn de aangeleverde bewijzen van de student zelf of hebben ze betrekking op het functioneren van de student? Actualiteit: Zijn de aangeleverde bewijzen actueel? Is duidelijk dat de bewijzen betrekking hebben op de ervaring en beheersing die de student op dit moment heeft, dus geen verouderde kennis of vaardigheden? Kwantiteit: Zijn de bewijsstukken en verantwoording qua omvang en intensiteit toereikend om overtuigend te kunnen stellen dat de student de eindkwalificatie op het beheersingsniveau van fase 1 voldoende beheerst?
32
Bewijsstukken en VRAAK-criteria
Welk bewijsstuk hoort er niet bij? Een door de student zelf vervaardigd lesvoorbereidingsformulier van een onlangs door hem zelf verzorgde les aan een klas van 20 leerlingen. Een rapport van een 360 graden feedback waarin de persoonlijke resultaten per competentie, verkregen van collega’s, teamleider, directeur en MR zijn weergegeven. Een richtlijn dyslexie waarmee de student dagelijks in de lespraktijk werkt om de leerling(en) die dat nodig heeft/hebben te begeleiden. Directe bewijsstukken: door de kandidaat vervaardigde beroepsproducten (draaiboek, afgetekende notulen, zelf opgestelde planning) of getoonde prestaties (dvd- of geluidsopname) Indirecte bewijsstukken: bv referentiebrief leidinggevende, 360 graden feedback, beoordelingsformulier, verslag functioneringsverslag, certificaten Contextgevende documenten: bv functieprofiel, contract, protocol werkwijze organisatie
33
Voorbeeld controleschema
Portfolio Dit schema is bedoeld als voorbeeld om gestructureerd bij te kunnen houden of alle onderdelen in het portfolio aanwezig zijn.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.