De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

concept Jeugdwet Ronald Buitenhuis

Verwante presentaties


Presentatie over: "concept Jeugdwet Ronald Buitenhuis"— Transcript van de presentatie:

1 concept Jeugdwet Ronald Buitenhuis
29 mei 2013

2 Inhoud Wetgevingsproces Jeugdwet en amvb Rollen: Gemeenten Rijk Aanbieders Jeugdigen en ouders
Eerst iets over het proces van zowel het wetsvoorstel als de algemene maatregel van bestuur die op grond van de Jeugdwet opgesteld wordt. Daarna enkele hoofdpunten van de Jeugdwet. Dat begint redelijk overzichtelijk met de gemeente en het Rijk. Het wordt al iets onoverzichtelijker bij de aanbieders, want daar vallen ook de gecertificeerde instellingen onder. En bij het kopje ‘jeugdigen en ouders’ komt eigenlijk alles samen, want het welzijn van die jeugdige is natuurlijk het hoge doel van het nieuwe jeugdstelsel!

3 Wetgevingstraject Jeugdwet
Advies Raad van State Indiening bij Tweede Kamer teksten openbaar: wet, toelichting, advies RvS en Nader rapport Behandeling door Tweede Kamer Behandeling door Eerste Kamer Publicatie Inwerkingtreding Op grond van de Wet op de Raad van State is een concept wetsvoorstel geheim zodra advies bij de RvS is gevraagd. Pas bij indiening – dus als het advies is verwerkt – wordt het openbaar, inclusief het advies van de RvS èn de reactie van het Kabinet daarop. Die reactie heet het Nader rapport. Advies van RvS komt hopelijk begin juni. Daarna kunnen we het verwerken in het wetsvoorstel. Afhankelijk van het ‘dictum’ moet het wetsvoorstel dan nog langs de Ministerraad. (als de RvS relatief mild is, hoeft het niet. Als het stevig is, moet het wel) Vervolgens indiening TK nog voor het zomerreces. Mits het advies niet al te stevig is. 29-mei 2013

4 traject Uitvoeringsbesluit Jeugdwet
Nu: opstellen concept amvb Binnenkort: consultatie Daarna: Verwerking reacties Ministerraad Advies Raad van State Nader rapport Publicatie - Inwerkingtreding (gelijktijdig met Jeugdwet) In de ontwerpfase vindt ook overleg plaats met andere departementen & met de VNG De Stassen van VWS en VenJ moeten groen licht geven voor de consultatie, waarna alle betrokkenen hun reactie kunnen geven. 29-mei 2013

5 Jeugdwet Onderwerpen Begrippen en reikwijdte Gemeente
Gecertificeerde instellingen Kwaliteitseisen jeugdhulpaanbieders en GI’s Pleegzorg Gesloten jeugdhulp Gegevensverwerking, privacy en toestemming Financiën en verantwoording Toezicht en handhaving Overgangsrecht Wijziging andere wetten (o.a. AMHK in Wmo!) Een wetsvoorstel gaat niet vergezeld van een inhoudsopgave van de wet. Soms wel van een inhoudsopgave van de memorie van toelichting. Om een beeld te schetsen van wat de Jeugdwet regelt, is het handig om even een blik te werpen op de voorlopige hoofdstukindeling van het wetsvoorstel. Vandaag zoom ik voornamelijk in op het perspectief van de beroepsgroepen. Een aantal onderwerpen zullen daarom vooralsnog niet of nauwelijks aan bod komen, o.a.: Beleidsplan gemeente Verordening gemeente AMHK Pleegzorg (pleegzorgaanbieder is jeugdhulpaanbieder) Gesloten jeugdhulp (aanbieder daarvan is jeugdhulpaanbieder)

6 Jeugdwet en andere wetten
Wet op de jeugdzorg Wet publieke gezondheid Wmo AWBZ Zorgverzekeringswet Kwaliteitswet zorginstellingen (en Wtzi, Wkcz, Wmcz) WGBO Wet big Wet bopz Invoeringswet Jeugdwet Bij de invoering van de Jeugdwet worden tegelijkertijd andere wetten gewijzigd: Wjz wordt geheel ingetrokken (jeugdzorg en taken op het gebied van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering komen in de Jeugdwet Wpg: maatwerkdeel wordt geschrapt en komt te vallen onder ‘preventie’ in de Jeugdwet Wmo: prestatieveld 2 vervalt (“preventie” in de Jeugdwet) De overige prestatievelden in de Wmo maken geen onderscheid naar leeftijd, waardoor zich inhoudelijk op onderdelen een overlap voordoet met deze wet. Voor de duidelijkheid zij vermeld dat de onderhavige wet ten aanzien van jeugdigen een lex specialis is ten opzichte van de Wmo. Wanneer zich overlap voordoet, gaat de onderhavige wet voor. (Dit is met name van belang bij het gemeentelijke beleid in het kader van prestatievelden waarbij aan individuele burgers concrete voorzieningen worden verstrekt; overlap is met name te voorzien bij de prestatievelden 5 en 6 en is ook denkbaar bij de prestatievelden 4 en 7. ) AWBZ: voor ggz, zorg voor vb, begeleiding, persoonlijke verzorging, kortdurend verblijf, geldt: AWBZ geldt alleen nog voor 18+ Zvw: voor ggz, dyslexiezorg, geldt: Zvw geldt alleen nog voor 18+ De kwaliteitswetten in de zorgwetten gelden niet voor jeugdhulp. Maar het kwaliteitsregime van de Jeugdwet is wel gebaseerd op die wetten, mede omdat de genoemde vormen van zorg komen te vallen onder “jeugdhulp”. WGBO: wordt ‘overgenomen’ (analoge regeling in hoofdstuk 7 Jeugdwet) Wet big: blijft gelden Wet bopz: blijft gewoon gelden, maar ziet dan deels niet meer op zorg die via AWBZ of Zvw wordt gefinancierd, maar op verplichte jeugdhulp (ggz) die door de gemeente wordt betaald. Op termijn wel harmonisatie van regelgeving over regimes van gedwongen zorg. Eerst in 2014 wetsevaluatie via ZonMw. Achter het wetsvoorstel voor de Jeugdwet aan zal een Invoeringswet in procedure worden gebracht. Daarmee zullen de nodige wijzigingen worden doorgevoerd om de Jeugdwet en de genoemde omringende wetten met elkaar in overeenstemming te brengen. Hetzelfde zal gebeuren voor lopende wetsvoorstellen.

7 Gemeente (1/4) Wanneer moet een gemeente jeugdhulp inzetten? Als een jeugdige ondersteuning, hulp of zorg nodig heeft bij het opgroeien, zijn zelfredzaamheid, zijn maatschappelijke participatie of bij psychische problemen of stoornissen of als een ouder problemen ondervindt bij het opvoeden, voor zover de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen ontoereikend zijn voor een jeugdige die zijn woonplaats heeft binnen die gemeente. “Als een jeugdige ondersteuning, hulp of zorg nodig heeft bij het opgroeien, zijn zelfredzaamheid, zijn maatschappelijke participatie of bij psychische problemen of stoornissen of een ouder bij het opvoeden…” Dit is ter beoordeling van het college, dat als bestuursorgaan een weloverwogen en deugdelijk gemotiveerde beslissing moet nemen. Daarvoor zullen dan ook deskundigen ingezet moeten worden. “voor zover de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen ontoereikend zijn” Het college is niet gehouden om voor een jeugdige of zijn ouders jeugdhulp in te zetten voor zover de jeugdige en zijn ouders de problemen zelf het hoofd kunnen bieden, eventueel met behulp van personen uit het sociale netwerk of andere instellingen die al ondersteuning bieden. “treft het college ten behoeve van de jeugdige die zijn woonplaats heeft binnen zijn gemeente, voorzieningen op het gebied van jeugdhulp.” De Jeugdwet sluit aan bij het woonplaatsbeginsel van artikel 12 van Boek 1 van het BW. De hoofdregel is dat de gemeente waar de persoon die gezag heeft over de jeugdige is ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie (GBA) de inhoudelijke en financiële verantwoordelijkheid heeft voor de jeugdige. Artikel 1:12, vijfde lid, BW bepaalt dat als de ouder van wie de woonplaats wordt afgeleid overlijdt of zijn gezag of zijn hoedanigheid verliest, de afgeleide woonplaats voortduurt, totdat een nieuwe woonplaats is verkregen. De gemeente die in eerste instantie verantwoordelijk is voor de kosten van de jeugdhulp stopt pas met bekostigen van de jeugdhulp, nadat een nieuwe gemeente – de gemeente die na wijziging van de woonplaats verantwoordelijk wordt- deze bekostiging daadwerkelijk heeft overgenomen. Als beide ouders tezamen het gezag over hun minderjarige kind uitoefenen, maar niet dezelfde woonplaats hebben, dan is de gemeente verantwoordelijk van de ouder bij wie het kind feitelijk verblijft dan wel laatstelijk heeft verbleven. Twee uitzonderingen: pleegzorg en voogdij-instelling: de inschrijving in het GBA van de persoon die voorafgaand aan de pleegzorg of de voogdij het gezag had. 29-mei 2013

8 Gemeente (2/4) Hoe en waartoe zet de gemeente jeugdhulp in?
een deskundige toeleiding naar, advisering over en bepaling van de aangewezen voorziening, de jeugdige kan: gezond en veilig opgroeien; groeien naar zelfstandigheid, en - zelfredzaam zijn, rekening houdend met zijn leeftijd en ontwikkelingsniveau.” De Jeugdwet schrijft niet voor aan gemeenten welke deskundigen precies moeten worden ingezet bij de advisering over en de bepaling van de aangewezen voorziening. Wel wordt bij amvb een reeks deskundigheidsgebieden vastgesteld, die de gemeente beschikbaar moet hebben. Zelfredzaamheid: “in staat zijn dagelijkse levensverrichtingen uit te voeren en het persoonlijk leven te structureren en daarover regie te voeren”. 29-mei 2013

9 Gemeente (3/4) Wettelijke eisen
een kwalitatief en kwantitatief toereikend aanbod jeugdhulp laagdrempelig en herkenbaar aanbieden altijd bereikbaar en beschikbaar bij spoed jeugdhulp ook toegankelijk na verwijzing door de huisarts, de medisch specialist en de jeugdarts Deze normen richten zich tot de gemeente. Zij zijn hiervoor dus verantwoordelijk. De uitvoering kan per gemeente of per regio verschillen. Maar dit zijn wel duidelijke ondergrenzen. De Jeugdwet schrijft bijvoorbeeld geen vaste vorm voor de toegang voor. Gemeentes willen de toegang organiseren met wijkteams, andere gemeentes met een CJG in fysieke gebouwen. De Jeugdwet geeft niet de vorm aan, maar wel het doel en de randvoorwaarden. 29-mei 2013

10 Gemeente (4/4) Kinderbeschermingsmaatregelen Jeugdreclassering
Is in dit kader jeugdhulp nodig? Leveringsplicht! De gemeente is ook verantwoordelijk voor het uitvoeren van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. Maar let op, er geldt een leveringsplicht voor jeugdhulp die volgens een gecertificeerde instelling nodig is ter uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel, of die ter uitvoering van jeugdreclassering nodig is volgens: de rechter, het openbaar ministerie, de directeur, de selectiefunctionaris van de justitiële jeugdinrichting, of de gecertificeerde instelling.. Dit is voor een gemeente strikter dan de jeugdhulpplicht of de voorzieningenplicht die in algemene zin geldt. Zoals hiervoor al gezegd, heeft de gemeente daar zelf een afweging te maken over de noodzaak en de in te zetten jeugdhulp. 29-mei 2013

11 Rijk Stelselverantwoordelijkheid Kwaliteitseisen Toezicht op naleving
Handhaving jegens jeugdhulpaanbieders en GI’s Bij stelselverantwoordelijkheid gaat het om het bepalen en het handhaven van de regels. Dus ook de toedeling van verantwoordelijkheden en het zorgen voor noodzakelijke voorzieningen. Stelselverantwoordelijkheid houdt ook in dat tijdig wordt ingegrepen als het stelsel niet goed functioneert. Daarbij kan het nodig zijn om een bepaalde verantwoordelijkheids- of rolverdeling te herzien als het publieke belang niet goed worden geborgd. Stelselverantwoordelijkheid betekent dus dat het Rijk de voorwaarden dient te scheppen, maar de directe verantwoordelijkheid voor beleidsprestaties ligt bij de gemeenten. In tegenstelling tot de versie van de concept Jeugdwet die vorig jaar op internetconsultatie.nl stond, is nu gekozen voor een zeer eenduidig kwaliteitsregime voor aanbieders van jeugdhulp en gecertificeerde instellingen. De kwaliteitseisen worden in de Jeugdwet gesteld en de Rijksinspectie houdt toezicht. Ook de handhaving ligt bij het Rijk, voor zover het gaat om jeugdhulpaanbieders en GI’s. Wanneer een gemeente haar wettelijke taken niet of niet goed uitvoert, is het allereerst aan de gemeenteraad om het college hierop aan te spreken. Dit kan eventueel na signalen van de Rijksinspectie. Mocht dit onvoldoende resultaat opleveren, dan kan het Rijk ingrijpen. De betrokken bewindspersonen kunnen in het uiterste geval bij taakverwaarlozing namens de gemeenteraad, het college of de burgemeester optreden. Als er geen spoed vereist is, zal de betreffende gemeente eerst de kans krijgen om binnen een bepaalde termijn zelf actie te ondernemen. Overigens, wanneer een gemeente ervoor kiest een deel van de jeugdhulp zèlf uit te voeren, dan is zij voor dat deel een jeugdhulpaanbieder in de zin van de Jeugdwet. De Rijksinspectie kan daarop toezicht houden en handhavend optreden als het nodig is. 29-mei 2013

12 Aanbieders en gecertificeerde instellingen
Preventie Jeugdhulp Jeugdhulpaanbieder Gecertificeerde instelling -preventie: op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking of van de ouders bij opvoedingsproblemen; -jeugdhulp: 1°. (jeugdzorg, ggz, vb) ondersteuning van en hulp en zorg, niet zijnde preventie, aan jeugdigen en hun ouders bij het verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen van of omgaan met de gevolgen van psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, of opvoedingsproblemen van ouders; 2°. (begeleiding) het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van jeugdigen met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem en die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt , en 3°. (persoonlijke verzorging) het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van de persoonlijke verzorging bij jeugdigen die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt  in verband met een somatische of psychiatrische aandoening of beperking, of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap, gericht op het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid,   met dien verstande dat de leeftijdgrens van achttien jaar niet geldt voor jeugdhulp in het kader van jeugdstrafrecht; jeugdhulpaanbieder: persoon of organisatie die bedrijfsmatig jeugdhulp verleent of doet verlenen onder verantwoordelijkheid van het college; Gecertificeerde instelling: Rechtspersoon die in het bezit is van een certificaat of voorlopig certificaat voor de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering. Een gecertificeerde instelling mag niet óók jeugdhulp aanbieden. 29-mei 2013

13 Kwaliteitseisen voor aanbieders en GI’s
verantwoorde hulp hulpverleningsplan systematische kwaliteitsbewaking verklaring omtrent het gedrag verplichte meldcode meldplicht calamiteiten en geweld vertrouwenspersoon klachtrecht medezeggenschap Maatschappelijke verantwoording Verantwoorde hulp: wettelijke basis voor professioneel handelen, bijvoorbeeld op basis van professionele standaarden. Op grond van deze bepaling worden bij amvb nadere regels gesteld over de registratie van beroepen in de jeugdsector. Aanvankelijk was het de bedoeling de basis voor de norm van de verantwoorde werktoedeling en van het kwaliteitsregister jeugd wettelijk te verankeren en vervolgens nader uit te werken in een amvb. Maar nav het advies van de RvS Kern is de norm van de verantwoorde werktoedeling. Uitgangspunt is dat een geregistreerde jeugdprofessional wordt ingezet. Hiervan kan afgeweken worden als daardoor de kwaliteit niet verminderd. En hiervan moet afgeweken worden als dat noodzakelijk is voor de kwaliteit van de hulpverlening, bijvoorbeeld wanneer het nodig is de expertise van een psychiater in te roepen. Om dit te operationaliseren wordt gewerkt aan een kwaliteitskader, dat door veldpartijen in overleg met de Inspectie moet worden opgesteld; dit vormt tevens een basis voor de Inspectie om de norm te toetsen. Duidelijk en flexibel. hulpverleningsplan Moet schriftelijk bij kinderbescherming, jeugdreclassering en gesloten jeugdhulp. En als de jeugdige of ouders dat vragen. (nadere regels bij amvb) systematische kwaliteitsbewaking & meldplicht calamiteiten en geweld (à la Kwzi) verklaring omtrent het gedrag & verplichte meldcode (worden met Wet verplichte meldcode reeds ingevoerd) vertrouwenspersoon Gemeenten worden verantwoordelijk voor de financiering van een onafhankelijke rechtspersoon die vertrouwenspersonen levert. Jeugdhulpaanbieders en GI’s dienen vertrouwenspersonen de ruimte te geven hun werk te doen. (nader geregeld bij amvb) klachtrecht & medezeggenschap (à la Wkcz en Wmcz) Wetswijzigingen in het zorgregime worden nauwlettend gevolgd! Maatschappelijke verantwoording De jeugdhulpaanbieder en de gecertificeerde instelling moeten jaarlijks een openbaar verslag opstellen op over de naleving van de kwaliteitsnormen, het klachtrecht en de medezeggenschap. Dit verslag is een belangrijke informatiebron over de kwaliteit van de jeugdhulp en de uitvoering van de KB en JR en de werking van de cliëntenrechten. 29-mei 2013

14 Jeugdigen en ouders IVRK Voorzieningenplicht Informatie en toestemming
Het huidige jeugdstelsel, het nieuwe jeugdstelsel en dus ook de nieuwe Jeugdwet hebben vanzelfsprekend het welzijn van de jeugd van Nederland als doel. Toch begin deze presentatie begonnen met de gemeente, het rijk en vervolgens de jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen. De Jeugdwet regelt namelijk rechten en plichten en die zien met name op de gemeente en de aanbieders. Maar hun acties zullen natuurlijk wel gericht zijn op de jeugd! Een wetsvoorstel geeft zodoende dus per definitie een eenzijdig beeld van de werking van een stelsel. Dit wordt nog eens versterkt doordat het gaat om een decentralisatiewet: het jeugdstelsel wordt pas concreet ingericht door de gemeente. Nederland dient op grond van artikel 3 van het IVRK een kind te verzekeren van de bescherming en de zorg die nodig zijn voor zijn of haar welzijn. Daarnaast heeft het kind op grond van artikel 24 kort gezegd recht op de best mogelijke gezondheid en gezondheidszorg. Het Rijk moet ernaar streven dat geen enkel kind het recht op toegang tot deze voorzieningen voor gezondheidszorg wordt onthouden. Deze verplichtingen zijn in dit wetsvoorstel vertaald in bepalingen over: - de voorzieningenplicht van gemeenten, (besluit: bezwaar en beroep) - de rechtspositie van jeugdigen en ouders (informatie en toestemming, dossier, klachtrecht, medezeggenschap) kwaliteitseisen aan jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen. De positie van jeugdigen en ouders wordt verder vorm gegeven door de opdracht aan gemeenten om rekening te houden met de gezindheid, levensovertuiging en culturele achtergrond, door de verplichting om waar mogelijk keuzevrijheid te bieden met betrekking tot de voorzieningen en door ingezetenen van gemeenten, met name jeugdigen en hun ouders, een rol te geven bij de voorbereiding van beleid inzake jeugdhulp, de kinderbeschermingsmaatregelen en de jeugdreclassering. Jeugdhulp via de huisarts Gemeenten moeten afspraken maken met de huisartsen, medisch specialisten en jeugdartsen die op grond van de wet een verwijsmogelijkheid krijgen. En ook met de zorgverzekeraars. De gemeente bepaalt het aanbod van jeugdhulp, door jeugdhulp in te kopen, instellingen te subsidiëren of te contracteren. Met een doorverwijzing heeft een jeugdige toegang tot het jeugdhulpstelsel. De gemeente kan de doorverwijzing van één specifieke jeugdige niet blokkeren. Wel kan de gemeente bij de subsidiëring of contractering eisen stellen aan de wijze waarop de jeugdhulpaanbieder werkt. Ook kan de gemeente het aantal doorverwijzingen monitoren in haar eigen gemeente en dit vergelijken met het aantal doorverwijzingen van andere artsen. Bij grote verschillen kan de gemeente met een arts in gesprek gaan over de mogelijke oorzaak hiervan. Hieruit zou kunnen blijken dat de populatie van deze arts zodanig is dat de doorverwijzingen daardoor verklaard kunnen worden, dat in de betreffende buurt meer inzet op preventie gewenst is, of dat de arts bijvoorbeeld onvoldoende zicht heeft op het gemeentelijke aanbod. De huisarts is gespecialiseerd in de functie van poortwachter. Wanneer je wel en wanneer je niet doorverwijst wordt opgenomen in richtlijnen van de beroepsgroep. Hierbij speelt doelmatigheid vanzelfsprekend ook een rol. Op dit moment wordt een doorverwijsmodel ontwikkeld voor de generalistische basis ggz. Met invoering van de jeugdwet ligt het voor de hand dat er ook richtlijnen worden ontwikkeld specifiek voor de doorverwijzing naar jeugdhulp. De afspraken van gemeenten met zorgverzekeraars zal essentieel zijn voor de afstemming tussen gesprekstherapie en extramurale psychofarmaca, jeugdhulp en somatiek, gezinsproblematiek en de overgang bij 18 jaar. De zorgverzekeraar heeft er dus veel belang bij dat de gemeente zijn opdracht goed uitvoert en vice versa. Bij deze afspraken kan ook de doorverwijzing door de arts in het jeugdstelsel worden besproken. Naast de sturing door de gemeente via benchmarking, spiegelinformatie, de landelijke en de lokale afspraken, en ook doordat zij het aanbod waarbinnen de huisarts kan doorverwijzen bepalen, maken gemeenten ook afspraken met de zorgverzekeraars over de invloed die zij hebben op de arts vanuit hun financieringsrol. Overigens, bij een enkele gemeente leeft ook het idee om zelf een POH-GGZ (praktijkondersteuner van de huisarts op het gebied van de ggz) voor jeugdigen te financieren. Daardoor krijgt de gemeente een financiële relatie met de huisarts waarbinnen ook afspraken over doorverwijzingen gemaakt kunnen worden. Met de financiering van een POH-GGZ koopt de gemeente tevens goedkopere, lichtere vormen van zorg in. Jeugdigen en ouders IVRK Voorzieningenplicht Informatie en toestemming Dossier, klachtrecht, medezeggenschap Verwijzing door huisarts, medisch specialist en jeugdarts -> afspraken gemeente -> ook met verzekeraars 29-mei 2013

15 Overgangsrecht Bestaande rechten zullen gelden jegens de gemeente
Eén jaar Voortzetting bij dezelfde aanbieder Geen einddatum voor pleegzorg Bij inwerkingtreding van de Jeugdwet vervallen de aanspraken/rechten op vormen van (jeugd)zorg die tot dat moment bestonden op grond van andere wetten, voor zover het vormen van (jeugd)zorg betreft die overgaan naar de Jeugdwet (en dan vallen onder de noemer jeugdhulp). Om een soepele overgang te creëren voorziet de Jeugdwet in overgangsrecht. De bestaande aanspraken/rechten van cliënten gaan over op de gemeente. Dit geldt voor maximaal één jaar. Het overgrote deel daarvan zal in de loop van dat jaar aflopen, aangezien de meeste indicaties niet langer dan een jaar gelden. Het is vervolgens aan de betreffende gemeente om te bepalen hoe eventuele voortzetting van de jeugdhulp eruit zal zien, als er ook na dat eerste jaar nog jeugdhulp nodig zal zijn. Jeugdigen hebben daarbij ook het recht op voortzetting van die zorg bij dezelfde aanbieder. Zie ook het Transitieplan Jeugd hierover. Voor pleegzorg geldt een uitzondering om de continuïteit van pleegzorg voor het individuele pleegkind te borgen: geen einddatum niet zonder inhoudelijke redenen een verandering van pleegouders


Download ppt "concept Jeugdwet Ronald Buitenhuis"

Verwante presentaties


Ads door Google