Ontwikkelingsonderzoek in de Jeugdgezondheidszorg ONTWIKKELINGSPROBLEMEN EN ONTWIKKELINGSSTOORNISSEN

Inhoud  Begripsbepaling ‘ontwikkelingsstoornis’  Prevalentie van ontwikkelingsstoornissen  Visuele handicap en het Van Wiechenonderzoek

Begripsbepaling ‘ontwikkelingsstoornis’  Te complex begrip  Volgens de Landelijke Commissie VTO : ‘‘een afwijking van de gebruikelijke ontwikkeling die de persoon zelf en/of zijn omgeving als negatief ervaart.’  Verschijningsvorm van verstoring van ontwikkelingsproces  Toont als ongebruikelijke / onverwachte voortgang in het functioneren  Cultuur, sociaaleconomische omstandigheden, geslacht, woonomgeving mogen niet te veel verschillen van situatie

Begripsbepaling ‘ontwikkelingsstoornis’  Multi causaal bepaald  Oorzaken in het kind of van buitenaf inwerken  Toename nadelige secundaire gevolgen  Oorzaken grijpen op verschillende tijdstippen aan  Zowel diffuus als locaal inwerken  Resulterende beelden, syndromen of symptomen  uiteenlopend van aard

Begripsbepaling ‘ontwikkelingsstoornis’  Kwalitatieve verandering  Combinatie met veranderingen in gehele ontwikkelingspatroon of delen ervan  Vertraging van ontwikkelingstempo  Tast beperkt gebied van ontwikkeling aan  Grote consequenties in vroege zuigelingentijd voor gehele verdere ontwikkeling

Prevalentie van ontwikkelingsstoornissen  Geen overeenstemming over prevalentie  Redenen :  Hanteren van verschillende definities in verschillende landen  Te maken met het niet te voorspellen verloop van ontwikkelingsstoornissen  Populatie speelt een rol : cijfers gebaseerd op neurologisch onderzoek van geheel cohort

Prevalentie van ontwikkelingsstoornissen  Confrontatie voor team Jeugdgezondheidszorg met afwijkingen  Moeilijke taak om kinderen met lichtere afwijkingen op te sporen  Invloed van visuele beperking op motorische ontwikkeling en mobiliteit  meest bekend bij blinde kinderen  Reden ?  Heterogeniteit van visuele stoornis met uiteenlopende effecten op bewegingsontwikkeling

Prevalentie van ontwikkelingsstoornissen  Vroeg mogelijk besef  groot belang :  Voor tijdige medische behandeling van bepaalde oogaandoeningen  Voor erfelijkheidsadvisering  Voor zo vroeg mogelijk kunnen beginnen met begeleiding van ouders en kind

Visuele handicap en het Van Wiechenonderzoek  Visus = waarnemingsonderzoek  Draagt bij aan goed verloop van ontwikkeling  Duidelijkheid dat kinderen met visuele handicap een ander soort sensomotorische ontwikkeling ondergaan dan hun leeftijdsgenoten

Bronvermelding  Laurent de Angulo, Brouwers-de Jong, Bijlsma-Schlösser, Bulk-Bunschoten, Pauwels, Steinbuch-Linstra ; 2005 ; p92-100

Bedankt voor jullie aandacht