Pemwjk 2
Presentatie voor week 2!!! Maak een presentatie van ongeveer 5 minuten waarin je uitlegt wat de visie is op het samenstellen van kleine groepen vanuit het VVE programma dat jullie op de locatie hanteren. Maak in je presentatie een koppeling met de praktijk door de visie te koppelen aan de kleine groepen die jij hebt samengesteld. Geef daarnaast een voorbeeld van het effect van het gebruik van deze groepssamenstelling.
De belangrijkste reden waarom kinderen graag naar het kindercentrum gaan, zijn de andere kinderen. Om te spelen. De pedagogisch medewerkers helpen de kinderen om zich veilig bij elkaar te voelen en om positieve relaties op te bouwen.
Hoofdpunten › POSITIEVE AANDACHT VOOR ALLE KINDEREN. Jonge kinderen hebben een sterk gevoel voor sfeer. Samen is heel belangrijk voor ze. Goede relaties tussen alle betrokkenen. Pedagogisch medewerkers noemen alle kinderen vaak bij naam. Iedereen is bijzonder. Als er een nieuw kind in de groep komt, wordt het aan de andere kinderen voorgesteld. De familiemuurfoto en een foto van het kind worden opgehangen. Een ouder kind mag uitleggen hoe sommige dingen gaan. Verjaardagen van kinderen worden gevierd. Nieuwe broertjes en zusjes in de kring besproken. Als een kind naar een andere groep of de basisschool gaat, is er een afscheidsritueel.
WIJ-GEVOEL EN RITUELEN Samen dingen doen geeft jonge kinderen een fijn gevoel van erbij horen, van samen. Maar dat kan op die leeftijd alleen bij vertrouwde gewoontes en rituelen. Als iedereen weet hoe het gaat, kan iedereen meedoen. Met de liedjes, met de gebaren die daarbij horen, met de vertrouwde grapjes van kinderen en van pedagogisch medewerkers.
LATEN SPELEN IN KLEINE GROEPJES EN ZORGEN VOOR PRIVACY Jonge kinderen spelen in de regel tijdens het vrije spel met één of twee andere kinderen. Als ze aan tafel puzzelen of tekenen kunnen ze met z’n vieren of vijven spelen. Dan spelen ze niet zo zeer samen, maar vinden ze het fijn om ‘hun eigen ding te doen’ in de nabijheid van andere kinderen. Pedagogisch medewerkers houden hiermee rekening met hun verdeling van de kinderen over de ruimte. Ze laten kinderen in kleine groepjes werken en spelen. En ze zorgen ervoor dat kinderen ook ongestoord alleen kunnen spelen.
MINIMALISEREN VAN DE NEGATIEVE KANTEN VAN DE GROEP Kinderen kunnen ook last van elkaar hebben. In iedere groep zijn kinderen die snel overweldigd raken door de veelheid aan prikkels die de kinderen oproepen. Ze gaan zwerven of trekken zich terug. Dergelijke kinderen worden snel door iedereen, inclusief de pedagogisch medewerkers over het hoofd gezien. Ze hebben steun nodig om in de groep een veilig plekje te vinden waar ze kunnen opgaan in hun spel
OPTIMALISEREN VAN DE POSITIEVE KANTEN VAN DE GROEP. De groep biedt jonge kinderen rijke mogelijkheden. Pedagogisch medewerkers ondersteunen vriendschap tussen kinderen en stimuleren sociaal gedrag zoals elkaar helpen of troosten. Ze onder steunen het samenspel en helpen conflicten tussen kinderen voorkomen.
VEILIGHEID EN WELZIJN. Pedagogisch medewerkers zorgen voor: » Een aantrekkelijke en vertrouwde omgeving, waar kinderen en hun ouders zich thuis voelen. » Fysieke veiligheid en gezondheid. » Een overzichtelijke omgeving waar kinderen de weg weten. » Een omgeving met contact naar buiten. Met ramen en afschermingen waardoor kinderen weten wat er om hen heen gebeurt. » Een omgeving met aandacht voor rust en privacy om je even terug te trekken uit de groep. » Een omgeving waarin kinderen in kleine groepjes en met de hele groep kunnen spelen en samen zijn. » Een omgeving waarin kinderen niet overprikkeld raken of zich vervelen. » Een omgeving waarin de pedagogisch medewerkers prettig en gezond kunnen werken.
GGD Kwaliteitseisen aan kinderopvang Als ouder moet u erop kunnen vertrouwen dat uw kind wordt opgevangen in een veilige en gezonde omgeving. De Wet kinderopvang stelt om die reden algemene en specifieke eisen aan de kwaliteit van kinderopvang. Specifieke eisen zijn onder andere een Verklaring Omtrent het Gedrag voor personeel, een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid, het organiseren van inspraak van ouders en het gebruik van de Nederlandse taal als voertaal. Algemene wettelijke eisen gaan bijvoorbeeld over het pedagogisch beleidsplan, de groepsgrootte, de verhouding beroepskrachten/aantal kinderen en verblijfsruimten. Deze beleidsregels gelden voor kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, gastouders, gastouderbureaus en peuterspeelzalen.
kinderopvang kinderopvang
Naar aanleiding van bijeenkomst 2 1. Lezen uit Pedagogisch kader; Singer en Kleerkoper (pag. 77, 78, 79, hoofdstuk 9; 90 t/m 99) Kinderen in de groep; Reijntjes (pag. 42 t/m 50) Zijn dat wij; Ligtvoet (artikel “vrijheid voor ontdekken, pag. 5-39) Artikel uit Kinderopvang, maart 2007, “ Een eigen plek” (zie reader) 2. N.a.v. presentatie over ruimte en materiaal Bespreek de inzichten die naar aanleiding van de presentaties over ruimte en materialen hebt verkregen, met je directe collega’s op de groep. Neem met elkaar jullie ruimte en materialen onder de loep. Breng, indien dit ten goede komt aan de groep en de individuen erin, veranderingen aan. Maak met je collega’s een afspraak de doorgevoerde veranderingen te evalueren.
3. N.a.v. presentaties over het samenstellen van kleine groepen Bespreek jouw visie over het vormen van kleine groepen met je directe collega’s op de groep. Vraag hen naar hun visie en laat ze daarbij ook concrete voorbeelden ter onderbouwing geven. Bespreek met elkaar of jullie huidige kleine groepssamenstellingen een toegevoegde waarde voor de kinderen zijn. Wanneer dit niet het geval is vorm je, waar mogelijk, nieuwe groepen. Maak met je collega’s een afspraak de doorgevoerde veranderingen te evalueren. N.a.v. vrij spelen in de groep Bespreek jouw inzichten m.b.t. het vormen van sub-groepen en de omgeving in het kader van vrij spelen met je directe collega’s op de groep. Wanneer je naar aanleiding van dit gesprek veranderingen doorvoert is het belangrijk dat je een moment afspreekt waarin je deze evalueert. 5. Waardenlijst (zie Neem de waardenlijst door. Omcirkel de vijf voor jou belangrijkste waarden van de groep waarop je werkt. Bedenk bij iedere waarde een voorbeeld waaruit blijkt dat deze belangrijk is in jouw groep. 6. Regels Neem de regels die op jouw groep gelden mee naar bijeenkomst 3.