Liedb. 457 vers 1, 2, 3 en 4 Lezing van de Tien Woorden Psalm 119 vers 64 en 65 Lezen:1 Samuël 15 : 1 – 21 Gez.22 vers 1 Lezen:Deuteronomium 17 : 14 – 20 Psalm 40 vers 3 Tekst:1 Samuël 15 : 22 – 28 Gez.36 vers 1 en 3 Gez. 142 vers 3 Voor de dienst: Psalm 139 vers 1 – 5
In deze dienst zal Ds. P.K. Meijer voorgaan. Voor de dienst zingen we Psalm 139 : 1 – 5 Na de zegen Liedboek 457 : 1 – 4 Schriftlezing: 1 Samuël 15 : 1 – 21 Deuteronomium 17 : 14 – 20 Tekst: 1 Samuël 15 : 22 – 28
Votum en zegengroet Liedb. 457 vers 1, 2, 3 en 4 Lezing van de Tien Woorden Psalm 119 vers 64 en 65 Gebed Lezen:1 Samuël 15 : 1 – 21 Gez.22 vers 1 Lezen:Deuteronomium 17 : 14 – 20 Psalm 40 vers 3 Tekst:1 Samuël 15 : 22 – 28 Preek Gez.36 vers 1 en 3 Voor de dienst: Psalm 139 vers 1 – 5
Vers 1 HEER, U doorgrondt mij van omhoog, mijn hart ligt open voor uw oog. U kent mijn zitten en mijn gaan, mijn denken zelfs kunt U verstaan. Waar ik ook ben, U komt mij tegen, U bent vertrouwd met al mijn wegen. Voor de dienst: Psalm 139 vers 1 – 5
Vers 2 Mijn mond spreekt nog geen enkel woord, of U hebt alles reeds gehoord. Omgeeft mij niet aan elke kant op heel mijn pad uw sterke hand? Mijn kennis is te klein bevonden, ik kan dit alles niet doorgronden. Voor de dienst: Psalm 139 vers 1 – 5
Vers 3 Waar zou ik ooit uw Geest ontgaan? waar zou U mij niet gadeslaan? Steeg ik ten hemel, U bent daar, uw oog wordt mij terstond gewaar. Zou ik in 't rijk der doden dalen, zelfs daar zou U mij achterhalen. Voor de dienst: Psalm 139 vers 1 – 5
Vers 4 Al vloog ik heen van uw gelaat op vleugels van de dageraad tot aan het uiterste der zee, uw hand ging zelfs daar met mij mee, uw rechterhand zou mij bereiken. Waar zou uw Geest ooit van mij wijken? Voor de dienst: Psalm 139 vers 1 – 5
Vers 5 Indien ik bij mijzelf al zie: 'De zwarte nacht bedekke mij, ' dan was het duister als een licht, dat mij omgeeft voor uw gezicht. Niets houdt de nacht voor U verborgen: U ziet hem lichtend als de morgen. Voor de dienst: Psalm 139 vers 1 – 5
Mededelingen Votum en zegengroet Liedb. 457 vers 1, 2, 3 en 4 Lezing van de Tien Woorden Psalm 119 vers 64 en 65 Gebed Lezen:1 Samuël 15 : 1 – 21 Gez.22 vers 1 Lezen:Deuteronomium 17 : 14 – 20 Psalm 40 vers 3 Tekst:1 Samuël 15 : 22 – 28 Preek Gez.36 vers 1 en 3
Votum en zegengroet Liedb. 457 vers 1, 2, 3 en 4 Lezing van de Tien Woorden Psalm 119 vers 64 en 65 Gebed Lezen:1 Samuël 15 : 1 – 21 Gez.22 vers 1 Lezen:Deuteronomium 17 : 14 – 20 Psalm 40 vers 3 Tekst:1 Samuël 15 : 22 – 28 Preek Gez.36 vers 1 en 3
Votum en zegengroet Liedb. 457 vers 1, 2, 3 en 4 Lezing van de Tien Woorden Psalm 119 vers 64 en 65 Gebed Lezen:1 Samuël 15 : 1 – 21 Gez.22 vers 1 Lezen:Deuteronomium 17 : 14 – 20 Psalm 40 vers 3 Tekst:1 Samuël 15 : 22 – 28 Preek Gez.36 vers 1 en 3
Vers 1 Heilig, heilig, heilig! Heer, God almachtig, vroeg in de morgen word' U ons lied gewijd. Heilig, heilig, heilig! Liefdevol en machtig, Drievuldig God, die een in wezen zijt. Liedboek 457 : 1 – 4
Vers 2 Heilig, heilig, heilig! Heiligen aanbidden, werpen aan de glazen zee hun gouden kronen neer. Eeuwig zij U ere, waar Gij troont te midden al uwe eng'len, onvolprezen Heer. Liedboek 457 : 1 – 4
Vers 3 Heilig, heilig, heilig! Gij gehuld in duister, geen oog op aarde ziet U zoals Gij zijt. Gij alleen zijt heilig, enig in uw luister, een en al vuur en liefde en majesteit. Liedboek 457 : 1 – 4
Vers 4 Heilig, heilig, heilig! Heer, God almachtig hemel, zee en aarde verhoogt uw heerlijkheid. Heilig, heilig, heilig! Liefdevol en machtig, Drievuldig God, die een in wezen zijt. Liedboek 457 : 1 – 4
Votum en zegengroet Liedb. 457 vers 1, 2, 3 en 4 Lezing van de Tien Woorden Psalm 119 vers 64 en 65 Gebed Lezen:1 Samuël 15 : 1 – 21 Gez.22 vers 1 Lezen:Deuteronomium 17 : 14 – 20 Psalm 40 vers 3 Tekst:1 Samuël 15 : 22 – 28 Preek Gez.36 vers 1 en 3
Votum en zegengroet Liedb. 457 vers 1, 2, 3 en 4 Lezing van de Tien Woorden Psalm 119 vers 64 en 65 Gebed Lezen:1 Samuël 15 : 1 – 21 Gez.22 vers 1 Lezen:Deuteronomium 17 : 14 – 20 Psalm 40 vers 3 Tekst:1 Samuël 15 : 22 – 28 Preek Gez.36 vers 1 en 3
Vers 64 Een smekeling, zo kom ik tot uw troon; leg met uw woord beslag op mijn gedachten opdat ik in het licht der waarheid woon. Laat niet vergeefs mij op uw bijstand wachten. Leer mij uw wet, die goed is, waar en schoon, dan loof ik U bij dagen en bij nachten. Psalm 119 vers 64 en 65
Vers 64 Al uw geboden zijn gerechtigheid. Ik prijs uw woord met juichende gezangen. Uw rechterhand geleide mij altijd; naar uw geboden richt ik al mijn gangen. Het is uw wet, waarin ik mij verblijd, het is uw heil, waarnaar ik blijf verlangen. Psalm 119 vers 64 en 65
Liedb. 457 vers 1, 2, 3 en 4 Lezing van de Tien Woorden Psalm 119 vers 64 en 65 Gebed Lezen:1 Samuël 15 : 1 – 21 Gez.22 vers 1 Lezen:Deuteronomium 17 : 14 – 20 Psalm 40 vers 3 Tekst:1 Samuël 15 : 22 – 28 Preek Gez.36 vers 1 en 3
Liedb. 457 vers 1, 2, 3 en 4 Lezing van de Tien Woorden Psalm 119 vers 64 en 65 Gebed Lezen:1 Samuël 15 : 1 – 21 Gez.22 vers 1 Lezen:Deuteronomium 17 : 14 – 20 Psalm 40 vers 3 Tekst:1 Samuël 15 : 22 – 28 Preek Gez.36 vers 1 en 3
Op een keer zei Samuel tegen Saul: ‘De HEER heeft mij destijds gezonden om u te zalven tot koning over zijn volk, over Israël. Luister dus nu naar wat de HEER te zeggen heeft. Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Ik ben niet vergeten wat Amalek Israël heeft aangedaan: het heeft Israël de weg versperd bij zijn uittocht uit Egypte. Trek daarom op tegen de Amalekieten en versla ze. Wijd al hun bezittingen onvoorwaardelijk aan de HEER. Spaar ze niet, 1 Samuel 15 : 1 – 21
maar dood alles en iedereen: mannen en vrouwen, kinderen en zuigelingen, runderen en schapen, kamelen en ezels.’ Saul liet het leger oproepen en hield wapenschouw in Telaïm. Er waren tweehonderdduizend man voetvolk en nog eens tienduizend man uit Juda. Toen hij bij de stad van de Amalekieten kwam, legde hij een hinderlaag in de rivierbedding. Intussen waarschuwde hij de Kenieten: dat u wegkomt! Blijf niet bij de Amalekieten, 1 Samuel 15 : 1 – 21
want dan moet ik u samen met hen uitroeien, terwijl u de Israëlieten tijdens hun uittocht uit Egypte juist goed behandeld hebt.’ De Kenieten gingen dus weg bij de Amalekieten. Saul sloeg de Amalekieten terug van Chawila tot aan Sur, op de grens met Egypte. Hun koning Agag nam hij levend gevangen, maar de rest van het volk doodde hij. Agag werd door Saul en zijn manschappen gespaard, samen met de beste schapen, geiten en 1 Samuel 15 : 1 – 21
runderen en de sterkste jonge stieren en rammen, kortom, alles wat van waarde was. Die wilden ze niet vernietigen, maar alles wat geen of weinig waarde had, maakten ze af. Toen richtte de HEER zich tot Samuel en zei: ‘Ik betreur het dat ik Saul koning heb gemaakt, want hij heeft mij de rug toegekeerd en doet niet wat ik hem heb opgedragen.’ Samuel werd boos en schreeuwde het de hele nacht uit tegen de HEER. De volgende morgen vroeg wilde hij 1 Samuel 15 : 1 – 21
Saul tegemoet gaan. Men vertelde hem dat Saul in Karmel was geweest en daar voor zichzelf een gedenkteken had opgericht, en toen was doorgereisd naar Gilgal. Toen Samuel bij Saul aankwam, begroette deze hem met de woorden: ‘Wees gezegend door de HEER. Ik heb gedaan wat de HEER mij heeft opgedragen.’ Maar Samuel vroeg: ‘Hoe komt het dan dat ik schapen hoor blaten en runderen hoor loeien?’ ‘Die hebben ze meegenomen van de Amalekieten,’ 1 Samuel 15 : 1 – 21
antwoordde Saul. ‘De soldaten wilden de beste schapen, geiten en runderen sparen om ze te offeren aan de HEER, uw God. De rest hebben we afgemaakt.’ ‘Geen woord meer!’ zei Samuel tegen Saul. ‘Laat me u vertellen wat de HEER mij vannacht gezegd heeft.’ ‘Zoals u wilt,’ zei Saul, en Samuel zei: ‘U mag dan in uw eigen ogen onbelangrijk zijn, toch staat u aan het hoofd van de stammen van Israël, nietwaar? De HEER heeft u gezalfd tot koning van Israël, 1 Samuel 15 : 1 – 21
en de HEER heeft u eropuit gestuurd met de opdracht om de Amalekieten, die zondaars, te vernietigen en ze te bestrijden tot ze volledig waren uitgeroeid. Waarom hebt u niet geluisterd naar wat de HEER u heeft gezegd? Waarom hebt u zich op de buit gestort en iets gedaan dat slecht is in de ogen van de HEER?’ ‘Maar ik heb toch geluisterd naar wat de HEER gezegd heeft!’ wierp Saul tegen. ‘Ik ben er toch op uit getrokken zoals de HEER me heeft 1 Samuel 15 : 1 – 21
opgedragen! Koning Agag heb ik gevangengenomen en de rest van de Amalekieten heb ik gedood. En de soldaten hebben de beste van de buitgemaakte schapen, geiten en runderen voor vernietiging gespaard om ze in Gilgal te offeren aan de HEER, uw God.’ 1 Samuel 15 : 1 – 21 Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap
Liedb. 457 vers 1, 2, 3 en 4 Lezing van de Tien Woorden Psalm 119 vers 64 en 65 Gebed Lezen:1 Samuël 15 : 1 – 21 Gez.22 vers 1 Lezen:Deuteronomium 17 : 14 – 20 Psalm 40 vers 3 Tekst:1 Samuël 15 : 22 – 28 Preek Gez.36 vers 1 en 3
Vers 1 Uw woord omvat mijn leven en tilt mij aan het licht. Hebt Gij zo door uw spreken niet alles opgericht? Uw woord zet mij op vaste grond en vult met louter leven de woorden in mijn mond. Gezang 22 vers 1
Liedb. 457 vers 1, 2, 3 en 4 Lezing van de Tien Woorden Psalm 119 vers 64 en 65 Gebed Lezen:1 Samuël 15 : 1 – 21 Gez.22 vers 1 Lezen:Deuteronomium 17 : 14 – 20 Psalm 40 vers 3 Tekst:1 Samuël 15 : 22 – 28 Preek Gez.36 vers 1 en 3
Wanneer u in het land gekomen bent dat de HEER, uw God, u zal geven en u het in bezit hebt genomen en er woont, zegt u misschien: ‘Laten we een koning aanstellen, net zoals de volken om ons heen.’ Dat is geoorloofd: u mag uit uw midden iemand die door de HEER, uw God, zal worden uitgekozen, als koning aanstellen. Maar het mag niet iemand uit een ander land of van een ander volk zijn. Hij mag geen paarden gaan houden, Deuteronomium 17 : 14 – 20
want hij zou zijn volksgenoten naar Egypte kunnen terugsturen om voor uitbreiding van zijn stallen te zorgen, in strijd met de waarschuwing van de HEER dat we nooit meer die weg terug mogen gaan. Evenmin is het de koning toegestaan er veel vrouwen op na te houden, want dat zou hem tot afgodendienst kunnen verleiden. En verder mag hij ook geen zilver en goud ophopen. Als de koning eenmaal over zijn rijk heerst moet hij een afschrift van dit wetboek laten Deuteronomium 17 : 14 – 20
maken, naar de tekst die bij de Levitische priesters berust. Hij moet het onder handbereik hebben en erin lezen zolang hij leeft. Zo leert hij ontzag te hebben voor de HEER, zijn God, en alle wetten uit dit boek in acht te nemen. Dan zal hij zich niet inbeelden dat hij meer is dan anderen en in enig opzicht boven de wet staat, en zal zijn koningschap over Israël bestendigd worden en op zijn zonen overgaan. Deuteronomium 17 : 14 – 20
Liedb. 457 vers 1, 2, 3 en 4 Lezing van de Tien Woorden Psalm 119 vers 64 en 65 Gebed Lezen:1 Samuël 15 : 1 – 21 Gez.22 vers 1 Lezen:Deuteronomium 17 : 14 – 20 Psalm 40 vers 3 Tekst:1 Samuël 15 : 22 – 28 Preek Gez.36 vers 1 en 3
Vers 3 Het is geen offervuur wat U behaagt, Gij wilt, Heer, dat ik naar U hoor en zelf ontsluit Gij mij het oor: Gij hebt alleen gehoorzaamheid gevraagd. Mijn God, ik draag uw wetten, om op uw wil te letten, gedurig bij mij om. ……… Psalm 40 vers 3
Vers 3 ……… Het boek schrijft over mij. Gij hoordet hoe ik zei; 'O Here, zie, ik kom!' Psalm 40 vers 3
Liedb. 457 vers 1, 2, 3 en 4 Lezing van de Tien Woorden Psalm 119 vers 64 en 65 Gebed Lezen:1 Samuël 15 : 1 – 21 Gez.22 vers 1 Lezen:Deuteronomium 17 : 14 – 20 Psalm 40 vers 3 Tekst:1 Samuël 15 : 22 – 28 Preek Gez.36 vers 1 en 3
Daarop zei Samuel: ‘Schept de HEER meer behagen in offers dan in gehoorzaamheid? Nee! Gehoorzaamheid is beter dan offers, volgzaamheid is beter dan het vet van rammen. Weerspannigheid is even erg als toverij, en eigenzinnigheid is even slecht als afgodendienst. U hebt de opdracht van de HEER verworpen; daarom verwerpt hij u als koning!’ Toen zei Saul tegen Samuel: ‘Ik heb gezondigd! Ik ben voorbijgegaan aan wat de HEER gezegd heeft, 1 Samuel 15 : 22 – 28
aan wat u gezegd hebt. Ik was bang voor de soldaten en daarom deed ik wat zij wilden. Alstublieft, vergeef me en laat me niet alleen; ik wil neerknielen voor de HEER.’ ‘Nee,’ antwoordde Samuel. ‘U hebt de opdracht van de HEER verworpen, daarom verwerpt de HEER u als koning van Israël.’ Toen Samuel zich omdraaide om weg te gaan, greep Saul de slip van zijn mantel beet, maar die scheurde af. 1 Samuel 15 : 22 – 28
En Samuel zei: ‘Hierbij scheurt de HEER het koningschap over Israël van u los en geeft hij het aan iemand anders, iemand die waardiger is dan u. 1 Samuel 15 : 22 – 28 Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap
Het Woord van God is Koning, vers 22 is centraal: “luisteren naar de HEER, is beter dan Hem offers brengen”. Het Woord is Koning: 1. niet bij Saul 2. wèl bij Christus 3. en in mijn/ons leven? Na de preek: Gez. 36 : 1, 3
Hoe ben je koning, wanneer ben je koning? Kort gezegd: als je luistert naar Gods stem.
bij Saul is het Woord niet koning!
“schept de HEER meer behagen in offers dan in gehoorzaamheid? Nee!”, vers 22.
Gehoorzaamheid is beter dan offers
Hij vraagt Sauls hart om Hem te dienen als koning die zich onderwerpt aan het Woord.
De profeet staat boven de koning, want het Woord is Koning
U hebt de opdracht van de HEER verworpen en daarom verwerpt Hij u als koning
Om als gelovig mens koning te zijn, moet ik me op Christus concentreren. Tweede aandachtspunt is dan: het Woord is Koning, nee, niet bij Saul maar wèl bij Christus
De koningen van Israël, Saul voorop, zijn schaduwen van Christus, DE ECHTE KONING. Want PERFECTE KONING
het Woord van God was koning in Jezus’ optreden
Jezus is de enige bij wie het Woord absoluut regeert – maar Hij is zelf het regerende, heersende Woord. Jezus is Koning, dubbelop.
wees een mens in wie Gods Woord Koning is!
is het Woord van God Koning in mijn/ons leven?
Laat het Woord tot je hart spreken – God vraagt je hart – het is de kern van het bijbels geloof
Gez.22 vers 1 Lezen:Deuteronomium 17 : 14 – 20 Psalm 40 vers 3 Tekst: 1 Samuël 15 : 22 – 28 Preek Gez.36 vers 1 en 3 Gebed Collecte Gez.142 vers 3 Zegen
Vers 1 O allerhoogste Majesteit, Die in het rijk der heerlijkheid De heem'len hebt tot Uwen troon, Wij roepen U, in Uwen Zoon, Die voor ons heeft genoeg gedaan, Als onzen Vader need'rig aan. Gezang 36 vers 1 en 3
Vers 3 Uw koninkrijk koom' toch, o HEER'! Ai, werp den troon des satans neer! Regeer ons door Uw Geest en Woord; Uw lof word' eens alom gehoord, En d' aarde met Uw vrees vervuld, Totdat G' Uw rijk volmaken zult. Gezang 36 vers 1 en 3
Gez.22 vers 1 Lezen:Deuteronomium 17 : 14 – 20 Psalm 40 vers 3 Tekst: 1 Samuël 15 : 22 – 28 Preek Gez.36 vers 1 en 3 Gebed Collecte Gez.142 vers 3 Zegen
Vandaag 1 e TU 2 e Rente en aflossing Volgende week 1 e Kerk 2 e Rente en aflossing Gez.142 vers 3
Gez.22 vers 1 Lezen:Deuteronomium 17 : 14 – 20 Psalm 40 vers 3 Tekst: 1 Samuël 15 : 22 – 28 Preek Gez.36 vers 1 en 3 Gebed Collecte Gez.142 vers 3 Zegen
Vers 3 Als boze geesten in de lucht ons leven hier belagen, weest voor hun woede niet beducht: voor ons komt vrede dagen. Hoe satan zich weert, boosaardig regeert, zijn rijk wordt verstoord: eens zal een enkel woord hem in de afgrond storten. Gezang 142 vers 3
Gez.22 vers 1 Lezen:Deuteronomium 17 : 14 – 20 Psalm 40 vers 3 Tekst: 1 Samuël 15 : 22 – 28 Preek Gez.36 vers 1 en 3 Gebed Collecte Gez.142 vers 3 Zegen
Tot vanmiddag om 14:30 Met dominee J.R. Visser Met dominee J.R. Visser Uit Dronten In het Morgenlicht In het Morgenlicht