Ambten in de gemeente Gaat het over ‘ambten’, dan gaat het over de gemeente. En gaat het over de gemeente, dan gaat het over Christus. 1 Kor vragen: -De gemeente is veelkleurig: verscheidenheid aan gaven. Wat maakt dat die elkaar niet tegenwerken maar doelmatig zijn? -Kun je hier iets van ‘ambten’ herkennen? Hoe verhouden die zich tot de overige gaven?
Ambten in de gemeente Ef. 4: vragen: -Wat wordt er in vers 7 e.v. gezegd over Christus? Wat betekent dat? -Er staat twee keer ‘geven’: Christus geeft ieder genade (7/8), én hij geeft apostelen, profeten, etc. (11). Wat is de relatie of verhouding tussen beide geschenken van Christus? -Wat is de taak van die speciaal aangestelden?
Ambten in de gemeente Conclusies: 1.De Geest maakt de verschillende gaven efficiënt. 2.Sommigen worden aangesteld. ‘Ambt’= een erkende gave. 3.Gaven en ambten staan dus op hetzelfde niveau. 4.Taak (vers 12!): aansturen, toerusten. Met het Woord: geestelijk leiden. 5.Er bestaat geen ambt ‘kerkenraadslid’. Ieder heeft zijn eigen roeping en verantwoordelijkheid (die je wel met elkaar kunt delen: be-raad).
Ambten in de gemeente Twee hoofdlijnen in ambtsopvattingen: 1.Functioneel 1.Praktisch: nevenschikkend/laagkerkelijk (vooral evangelische gemeenten) 2.Presbyteriaal: het ‘tegenover’ van het ambt (gereformeerde kerken). 2.Ontologisch Bemiddeling: hoogkerkelijk systemen, zoals RK
Ambten in de gemeente Verhouding Christus – gemeente – ambt (4 modellen) Model 1: Bemiddeling (hoogkerkelijke systemen, zoals RK) Christus Ambt Gemeente
Ambten in de gemeente Verhouding Christus – gemeente – ambt (4 modellen) Model 2: Praktisch/functioneel (laagkerkelijke systemen) Christus Gemeente Ambt
Ambten in de gemeente Verhouding Christus – gemeente – ambt (4 modellen) Model 3: ‘Hulplijn’ (presbyteriale of geref. model) Christus Ambt Gemeente
Ambten in de gemeente Verhouding Christus – gemeente – ambt (4 modellen) Model 4: Nevenschikking (laagkerkelijke overtuigingen) Christus GemeenteAmbt
Ambten in de gemeente Knelpunten: Functionele benadering (vanuit gaven) kan leiden tot ‘platte’ ambtsvisie, gezag is probleem (geref. kerken; in sterkere mate: evangelische gemeenten). Bemiddeling (‘ontologisch’) kan leiden tot eenkoppig gezag (bisschop; RK-hiërarchie). A. van de Beek pleit voor herstel bisschopsambt, gekoppeld aan predikant (overige ambten door handoplegging daarvan af te leiden).
Ambten in de gemeente 1. Oudste (herder) O.T.: oudsten; N.T.: oudsten (‘presbyteroi’) en ‘opzieners’ (‘episkopoi’). Herders, in navolging van de Goede Herder (Joh. 10). Geestelijke zorg, bewaren bij Christus. Therapeutisering: recente ontwikkeling vanuit individualistische (gevoels)cultuur. 2. Diaken (dienaar, helper, gavenbeheerder) Toeruster in gemeenschap der heiligen. Kern: gavenexploitatie (inventariseren, stimuleren).
Ambten in de gemeente 3. Predikant (Bijbelleraar) N.T.: geen ‘predikant’. Wel: gaven vh profeteren, leren, e.d. Kern: dienaar vh Woord. Verkondigen, onderwijzen. Toerustende ondersteuning ambtsdragers vanuit professionele specialisatie.
Ambten in de gemeente Gereformeerde ambtstraditie: -Priesterschap van gelovigen (“samen onder het Woord ≠ samen onder de kerkenraad”: gaven ruimte geven, minder formeel, gaven van vrouwen erkennen, etc.) -Gemeente: structuur van gaven, ‘ambt’ is één van de gaven -Kerkenraad ≠ overall-bestuur maar be-raad -Ambtsprofiel vanuit gaven/eigenheid)