Welkom op TOV! Thema voor vanavond: Getuigen Enthousiast zijn over Jezus
Wat is getuigen? Van Dale: ge·tui·gen (getuigde, heeft getuigd) 1 als getuige een verklaring afleggen 2 laten blijken; tonen 3 voor zijn geloof uitkomen
Bidden
Johannes 1 : Filippus nu kwam uit Bethsaïda, uit de stad van Andreas en Petrus. 46. Filippus vond Nathanaël en zei tegen hem: Wij hebben Hem gevonden over Wie Mozes in de wet geschreven heeft, en ook de profeten, namelijk Jezus, de zoon van Jozef, uit Nazareth. 47. En Nathanaël zei tegen hem: Kan uit Nazareth iets goeds komen? Filippus zei tegen hem: Kom en zie.
Johannes 1 : Jezus zag Nathanaël naar Zich toe komen en zei over hem: Zie, werkelijk een Israëliet in wie geen bedrog is. 49. Nathanaël zei tegen Hem: Vanwaar kent U mij? Jezus antwoordde en zei tegen hem: Voordat Filippus u riep, toen u onder de vijgenboom was, zag Ik u. 50. Nathanaël antwoordde en zei tegen Hem: Rabbi, U bent de Zoon van God, U bent de Koning van Israël.
Johannes 1 : Jezus antwoordde en zei tegen hem: Omdat Ik tegen u gezegd heb: Ik zag u onder de vijgenboom, gelooft u. U zult grotere dingen zien dan deze. 52. En Hij zei tegen hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u allen: Van nu af zult u de hemel geopend zien en de engelen van God opklimmen en neerdalen op de Zoon des mensen.
Johannes 1 : Filippus nu kwam uit Bethsaïda, uit de stad van Andreas en Petrus. 46. Filippus vond Nathanaël en zei tegen hem: Wij hebben Hem gevonden over Wie Mozes in de wet geschreven heeft, en ook de profeten, namelijk Jezus, de zoon van Jozef, uit Nazareth. 47. En Nathanaël zei tegen hem: Kan uit Nazareth iets goeds komen? Filippus zei tegen hem: Kom en zie.
Johannes 1 : Filippus nu kwam uit Bethsaïda, uit de stad van Andreas en Petrus. 46. Filippus vond Nathanaël en zei tegen hem: Wij hebben Hem gevonden over Wie Mozes in de wet geschreven heeft, en ook de profeten, namelijk Jezus, de zoon van Jozef, uit Nazareth. 47. En Nathanaël zei tegen hem: Kan uit Nazareth iets goeds komen? Filippus zei tegen hem: Kom en zie.
Johannes 1 : Filippus nu kwam uit Bethsaïda, uit de stad van Andreas en Petrus. 46. Filippus vond Nathanaël en zei tegen hem: Wij hebben Hem gevonden over Wie Mozes in de wet geschreven heeft, en ook de profeten, namelijk Jezus, de zoon van Jozef, uit Nazareth. 47. En Nathanaël zei tegen hem: Kan uit Nazareth iets goeds komen? Filippus zei tegen hem: Kom en zie.
Johannes 1 : Filippus nu kwam uit Bethsaïda, uit de stad van Andreas en Petrus. 46. Filippus vond Nathanaël en zei tegen hem: Wij hebben Hem gevonden over Wie Mozes in de wet geschreven heeft, en ook de profeten, namelijk Jezus, de zoon van Jozef, uit Nazareth. 47. En Nathanaël zei tegen hem: Kan uit Nazareth iets goeds komen? Filippus zei tegen hem: Kom en zie.
Johannes 1 : Jezus zag Nathanaël naar Zich toe komen en zei over hem: Zie, werkelijk een Israëliet in wie geen bedrog is. 49. Nathanaël zei tegen Hem: Vanwaar kent U mij? Jezus antwoordde en zei tegen hem: Voordat Filippus u riep, toen u onder de vijgenboom was, zag Ik u. 50. Nathanaël antwoordde en zei tegen Hem: Rabbi, U bent de Zoon van God, U bent de Koning van Israël.
Johannes 1 : Jezus zag Nathanaël naar Zich toe komen en zei over hem: Zie, werkelijk een Israëliet in wie geen bedrog is. 49. Nathanaël zei tegen Hem: Vanwaar kent U mij? Jezus antwoordde en zei tegen hem: Voordat Filippus u riep, toen u onder de vijgenboom was, zag Ik u. 50. Nathanaël antwoordde en zei tegen Hem: Rabbi, U bent de Zoon van God, U bent de Koning van Israël.
Johannes 1 : Jezus zag Nathanaël naar Zich toe komen en zei over hem: Zie, werkelijk een Israëliet in wie geen bedrog is. 49. Nathanaël zei tegen Hem: Vanwaar kent U mij? Jezus antwoordde en zei tegen hem: Voordat Filippus u riep, toen u onder de vijgenboom was, zag Ik u. 50. Nathanaël antwoordde en zei tegen Hem: Rabbi, U bent de Zoon van God, U bent de Koning van Israël.
Johannes 1 : Jezus zag Nathanaël naar Zich toe komen en zei over hem: Zie, werkelijk een Israëliet in wie geen bedrog is. 49. Nathanaël zei tegen Hem: Vanwaar kent U mij? Jezus antwoordde en zei tegen hem: Voordat Filippus u riep, toen u onder de vijgenboom was, zag Ik u. 50. Nathanaël antwoordde en zei tegen Hem: Rabbi, U bent de Zoon van God, U bent de Koning van Israël.
Johannes 1 : Jezus zag Nathanaël naar Zich toe komen en zei over hem: Zie, werkelijk een Israëliet in wie geen bedrog is. 49. Nathanaël zei tegen Hem: Vanwaar kent U mij? Jezus antwoordde en zei tegen hem: Voordat Filippus u riep, toen u onder de vijgenboom was, zag Ik u. 50. Nathanaël antwoordde en zei tegen Hem: Rabbi, U bent de Zoon van God, U bent de Koning van Israël.
Johannes 1 : Jezus antwoordde en zei tegen hem: Omdat Ik tegen u gezegd heb: Ik zag u onder de vijgenboom, gelooft u. U zult grotere dingen zien dan deze. 52. En Hij zei tegen hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u allen: Van nu af zult u de hemel geopend zien en de engelen van God opklimmen en neerdalen op de Zoon des mensen.
Johannes 1 : Jezus antwoordde en zei tegen hem: Omdat Ik tegen u gezegd heb: Ik zag u onder de vijgenboom, gelooft u. U zult grotere dingen zien dan deze. 52. En Hij zei tegen hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u allen: Van nu af zult u de hemel geopend zien en de engelen van God opklimmen en neerdalen op de Zoon des mensen.
Enthousiast zijn! Enkele voorbeelden van hoe wij kunnen getuigen: -in gesprek zijn met mensen over Jezus -bidden voor je eten; waar je ook bent -leven zoals Jezus deed (WWJD) -niet alleen vertellen over de spellen van zomerkamp, maar ook over de Stille tijd
Enthousiast zijn! Nog een aantal voorbeelden: -niet vloeken -klaar staan voor een ander -eerlijk zijn als je vragen krijgt over je geloof -enzovoorts
Getuigen
Zingen Psalm 108 : 2 Ik zal, o HEER, Uw wonderdaân, Uw roem den volken doen verstaan; Want Uwe goedertierenheid Is tot de heem'len uitgebreid; Uw waarheid heeft noch paal noch perk, Maar streeft tot aan het hoogste zwerk. Verhef U boven 's hemels kringen, En leer al d' aard' Uw grootheid zingen.
Zingen OTH 235 : 1 en 3 Neem mijn leven, laat het, Heer, toegewijd zijn aan Uw eer. Maak mijn uren en mijn tijd tot Uw lof en dienst bereid. Neem mijn stem, opdat mijn lied U, mijn Koning, hulde bied’. Maak, o Heer, mijn lippen rein, dat zij Uw getuigen zijn.
Zingen Kerstlied Heer, God U loven wij, Heer, U belijden wij. Vader in eeuwigheid zingt ‘t gans heelal Uw naam. Aarde en hemel, Heer, zingen Uwe naam ter eer, heel Uw schepping door, eeuwig met ‘t engelenkoor.
Zingen Kerstlied Heilig, heilig, heilig is onze God, de Heer Zebaoth. Hemel en aarde zijn van Uw grootheid vol. Hemel en aarde zijn van Uw grootheid vol. Halleluja, halleluja, halleluja, halleluja, amen.
Mededelingen Fijne avond!