Besluit van de Vlaamse regering dd Besluit van de Vlaamse regering dd. 19 september 2008, houdende de normen voor de preventie van brand in de voorzieningen voor kinderopvang Toepassing van de normen bij Mini-crèches, IBO’s en Kinderdagverblijven
Voorstelling spreker Pol Anrys, Preventieadviseur bij Stekelbees Lid van de Technische Commissie Brandveiligheid als expert brandveiligheid, vertegenwoordiger van de sector
Samenstelling van de Technische Commissie De technische commissie beslist onafhankelijk van Kind&Gezin Voorzitter ir. Ann Beusen , bouwtechnisch adviseur VIPA (Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden ) Luc Morrens, brandweercommandant Lier, vertegenwoordiger van de brandweerdiensten Pol Anrys, Preventieadviseur Stekelbees, vertegenwoordiger van de “sector” Hans Peeters, vertegenwoordiger van Kind & Gezin Secretaris: Veerle Devliegher, Kind & Gezin
Tot stand komen van de nieuwe norm ! Er waren tot voor kort verschillende normen al naargelang het soort opvang, wat voor heel wat verwarring zorgde De normen waren soms te streng (vooral de norm op erkende kinderdagverblijven) en de nadruk lag soms teveel op de structuur van de gebouwen In de nieuwe norm ligt de nadruk vooral op snelle evacuatiemogelijkheden Kind & Gezin heeft de nieuwe normen uitgewerkt Er was nadrukkelijk advies van de Technische Commissie
Toepassing van de norm bij Mini-crèches, IBO’s en Kinderdagverblijven De norm is van toepassing voor alle voorzieningen bestemd voor groepsopvang met een attest van toezicht of erkend door Kind en Gezin Het aantal plaatsen vermeld op het attest van toezicht of vastgelegd bij de erkenningsbeslissing of zoals vermeld op de aanvraag is bepalend.
Artikel 1 Artikel 1 geeft een definitie en omschrijving van de terminologie die in de tekst wordt gebruikt. Belangrijk hier is dat de capaciteit van de voorziening soms bepalend is voor de toepassing van een aantal artikels. Capaciteit van 9 tot en met 25 kinderen = Kleine voorziening Capaciteit van 26 tot en met 50 kinderen = Middelgrote voorziening Capaciteit van 51 of meer kinderen = Grote voorziening
Artikel 2 Dit besluit is van toepassing op alle voorzieningen voor groepsopvang met een attest van toezicht of erkend door Kind en Gezin. Gemelde opvang valt NIET onder dit besluit OPGEPAST ! Van zodra men één persoon tewerkstelt is ook de Codex en het ARAB (vb. draairichting deuren) van toepassing. Het AREI ! (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties) is steeds van toepassing ! Soms past de brandweer ook gemeentelijke of stedelijke reglementen toe
Artikel 3 Voor nieuw startende voorzieningen is het ten zeerste aanbevolen om voorafgaand advies aan te vragen aan de brandweer. Zo kunnen soms nutteloze kosten vermeden worden.
Artikel 4 Alle voorzieningen moeten uiterlijk 31/12/2010 een nieuw brandweerverslag aanvragen op basis van de nieuwe norm ! In een brandweerverslag toetst de afgevaardigde van de brandweer die de opvangvoorziening bezoekt, de voorziening aan de in dit besluit opgenomen normen. Het brandweerverslag moet een duidelijk beeld geven van de toestand ter plaatse en een goede beschrijving van de eventuele tekortkomingen
Artikel 4 Om de 10 jaar moet een herkeuring van de opvangvoorziening door de brandweer gebeuren. Als je in de loop van die 10 jaar bijkomend nachtopvang wil organiseren of je doet ingrijpende verbouwingen, dan moet een nieuw brandweerverslag aangevraagd worden !
Artikel 5 Controle van de elektrische installatie ! De laagspanningsinstallatie moet om de vijf jaar gekeurd worden door een erkend keuringsorganisme (vb. AIB-Vinçotte, Verbruggen, ATK, Vanhemelen, enz. ) Kostprijs van een keuring is om en bij de 100 € Eventuele hoogspannings-installaties moeten jaarlijks gekeurd worden
Artikel 5 Controle van de Branddetectie-installatie ! Deze moet om de drie jaar worden gecontroleerd door een erkend keuringsorganisme (vb. AIB-Vinçotte, Verbruggen, ATK, Vanhemelen, enz. )
Artikel 5 Controle van de autonome rookmelders ! Deze moeten op regelmatige basis gecontroleerd worden op hun goede werking. De batterij moet tijdig vervangen worden De kostprijs van een autonome rookmelder schommelt tussen de 5 en de 15 €
Artikel 5 Voor zover van toepassing moeten de liften volgens de geldende wetgeving gecontroleerd worden. Dit betekent minstens één maal per jaar !
Artikel 5 Controle van de rook-kanalen en schoorstenen ! Dit dient niet te gebeuren bij verwarming met gas Bij alle andere brandstoffen dient dit wél te gebeuren ! Controle dient te gebeuren door een erkend installateur voor centrale verwarming of een erkend schoorsteenveger.
Artikel 5 Controle van de verwarmingsinstallatie ! Die dient net zoals bij een privé-woning jaarlijks (centrale verwarming op vaste of vloeibare brandstof) of tweejaarlijks (centrale verwarming op gas) te gebeuren Controle dient door een gehabiliteerd installateur te gebeuren ! Centrale verwarming is verplicht ! D.w.z. dat individuele verwarmingstoestellen met vlam verboden zijn !
Artikel 5 Controle van de brandbestrijdingsmiddelen ! In de praktijk zal het er op neerkomen dat iedere voorziening minstens één brandblusapparaat per 150 m² en per verdieping moet hebben (afhankelijk van het advies van de brandweer) In principe is een poederblusapparaat toegelaten, maar geniet een schuimblusapparaat de voorkeur. Dat is echter duurder in aankoop. Blusapparaten moeten jaarlijks gecontroleerd worden door een bevoegde instelling (je sluit hiervoor best een onderhoudscontract af)
Artikel 6 Alle documenten die verband houden met controle en onderhoud worden in een veiligheidsregister gebundeld ! Dit register is permanent ter inzage in de voorziening In dit register zit ook een bewijs dat minstens sommige medewerkers een blusoefening hebben gehad !
Artikel 7 Evacuatieplan en interventiedossier In iedere voorziening is per verdieping minstens één evacuatieplan (plattegrond van de voorziening) Het interventiedossier bevat naast het evacuatieplan alle voor de brandweer nuttige informatie (afspraken, richtlijnen, namen, telefoonnummers, enz. Jaarlijks dient een evacuatieoefening te gebeuren
Artikel 8 Elke voorziening beschikt over een permanent gebruiksklaar telefoontoestel op een vaste plaats ! Een GSM-toestel is toegestaan mits steeds voldoende ontvangst en steeds opgeladen ! Bij de vaste plaats van het telefoontoestel hangt een instructiekaart met de nodige richtlijnen (standaardboodschap, noodnummers, andere nuttige telefoonnummers, …
Artikel 9 In de praktijk zal het er op neerkomen dat iedere voorziening minstens één brandblusapparaat (moet hebben (afhankelijk van het advies van de brandweer) In principe is een poederblus-apparaat toegelaten, maar geniet een schuimblusapparaat de voorkeur. Dat is echter duurder in aankoop. Ook een haspel is een mogelijkheid
Artikel 10: De voorziening valt onder de Federale basisnormen: Indien het een laag gebouw is (< 10 m hoogte) met bouwaanvraag na 01/01/1998 Indien het een middelhoog gebouw (Hoogte = 10m of < 25 m) met bouwaanvraag na 06/05/1995
Artikel 10: De voorziening valt onder de Federale basisnormen Preventiemiddelen in een kleine voorziening Autonome rookmelders: Verplicht Manueel alarmsysteem: Niet verplicht Branddetectie-installatie: Niet verplicht Minimaal aantal uitgangen: 1 uitgang op gelijkvloers en 1° verdieping Minimaal aantal uitgangen: 1 uitgang vanaf 2° verdieping Bij nachtopvang is een branddetectie-installatie verplicht en zijn autonome rookmelders bijgevolg overbodig
Artikel 10: De voorziening valt onder de Federale basisnormen Preventiemiddelen in een middelgrote voorziening Autonome rookmelders: Verplicht Manueel alarmsysteem: Verplicht Branddetectie-installatie: Niet verplicht Minimaal aantal uitgangen: 1 uitgang op gelijkvloers en 1° verdieping Minimaal aantal uitgangen: 2 uitgangen vanaf 2° verdieping Bij nachtopvang is een branddetectie-installatie verplicht en zijn autonome rookmelders bijgevolg overbodig
Artikel 10: De voorziening valt onder de Federale basisnormen Preventiemiddelen in een grote voorziening Autonome rookmelders: Verplicht Manueel alarmsysteem: Verplicht Branddetectie-installatie: Niet verplicht Minimaal aantal uitgangen: 2 uitgangen op gelijkvloers en 1° verdieping Minimaal aantal uitgangen: 2 uitgangen vanaf 2° verdieping Bij nachtopvang is een branddetectie-installatie verplicht en zijn autonome rookmelders bijgevolg overbodig
Artikel 10: De voorziening valt NIET onder de Federale basisnormen Preventiemiddelen in een kleine voorziening Autonome rookmelders: Verplicht Manueel alarmsysteem: Niet verplicht Branddetectie-installatie: Niet verplicht Minimaal aantal uitgangen: 1 uitgang op gelijkvloers en 1° verdieping Minimaal aantal uitgangen: 2 uitgangen vanaf 2° verdieping Bij nachtopvang is een branddetectie-installatie verplicht en zijn autonome rookmelders bijgevolg overbodig
Artikel 10: De voorziening valt NIET onder de Federale basisnormen Preventiemiddelen in een middelgrote voorziening Autonome rookmelders: Verplicht Manueel alarmsysteem: Verplicht Branddetectie-installatie: Niet verplicht Minimaal aantal uitgangen: 2 uitgangen op gelijkvloers en 1° verdieping Minimaal aantal uitgangen: 2 uitgangen vanaf 2° verdieping Bij nachtopvang is een branddetectie-installatie verplicht en zijn autonome rookmelders bijgevolg overbodig
Artikel 10: De voorziening valt NIET onder de Federale basisnormen Preventiemiddelen in een grote voorziening Autonome rookmelders: Niet verplicht Manueel alarmsysteem: Verplicht Branddetectie-installatie: Verplicht Minimaal aantal uitgangen: 2 uitgangen op gelijkvloers en 1° verdieping Minimaal aantal uitgangen: 2 uitgangen vanaf 2° verdieping
Artikel 10 UITGANGEN: Uitgangen mogen niet versperd zijn door bvb. kinderwagens in de gang, … Uitgangen mogen niet op slot zijn tijdens de opvang (indien wél op slot moet de sleutel binnen handbereik zijn ) Een schuifdeur of schuifraam wordt niet als volwaardige uitgang beschouwd ! Een uitgang op een verdieping gaat altijd via een aan de norm conforme trap ! Geen enkele voorziening mag zich op een bouwlaag hoger dan 25 meter bevinden !
Artikel 11 Een autonome rookmelder hang je in alle leef - en rustruimtes, maar ook in de keuken, berging, waslokaal, kelder, … De rookmelders hangen zoveel mogelijk in het midden van het plafond Hang steeds “optische” rookmelders Test regelmatig de rookmelders
Artikel 12 Manueel alarmsysteem Dit is niet verplicht in kleine voorzieningen In geval van defect van de normale stroombron moeten ze hun voeding krijgen via een autonome stroombron
Artikel 13 Een branddetectie-installatie met centrale Dit is niet verplicht bij kleine voorzieningen tenzij nachtopvang gebeurt
Artikel 14 Voorzieningen die in een groter geheel gelegen zijn vormen een compartiment. De wanden van een compartiment hebben een brandweerstand (Rf) van 1 uur en de verbindingsdeuren zijn zelfsluitend en hebben een brandweerstand van een half uur Als compartimentering van de voorziening niet mogelijk is, voldoet het volledige gebouw aan alle voorwaarden van dit besluit ! Bij heel wat mini-crèches zal dus nagenoeg altijd de volledige woning aan de normen moeten voldoen.
Artikel 15 De oppervlakte van de compartimenten bedraagt maximaal 750 m². Vermoedelijk bevinden zich weinig voorzieningen zich in een gebouw van meer dan 750 m² oppervlakte. Indien dit toch het geval zou zijn dan moet de opvangvoorziening beperkt worden tot maximaal 750 m² en gecompartimenteerd worden
Artikel 16 Het lokaal waar zich was –of droogmachine bevindt in een middelgrote of grote voorziening vormt een apart compartiment Voor kleine voorzieningen is dit NIET van toepassing !
Artikel 17 Keukens van middelgrote of grote voorzieningen vormen een apart compartiment Voor kleine voorzieningen is dit NIET van toepassing
Artikel 18 Bij elke trap die door de kinderen als evacuatieweg kan gebruikt worden dient aan een van de zijden een extra handgreep geplaatst te worden op 60 cm hoogte. Een balustrade op een overloop is minstens 110 cm hoog
Artikel 19 Gemakkelijk brandbare materialen mogen niet als plafondbekleding gebruikt worden, noch als decoratie noch als bouwmateriaal (dus geen isomo, plastieken lamellen, …) Tekeningen, ballonnen, knutselwerkjeshangen zoveel mogelijk aan de zijkanten of tegen de muren Gordijnen zijn bij voorkeur uit brandvertragende stoffen
Artikel 20 Centrale verwarming is verplicht, behalve bij elektrische verwarming Individuele verwarmingstoestellen die werken op gas, hout, steenkool, petroleum … zijn verboden
Artikel 21 Het gebruik van gas in verplaatsbare recipiënten is verboden Vaste gastanks zijn wel toegestaan zolang ze voldoen aan de vigerende wetgeving
Artikel 22 Alle voorgaande regelgeving voor de kinderopvang is opgeheven sinds 1 januari’09 Opgepast ! Indien je personeel tewerkstelt val je ook onder de regelgeving van het ARAB en de Codex !
Artikel 23 De voorzieningen die op 1 januari 2009 erkend waren of onder toezicht stonden van Kind & Gezin moeten op 31 december 2010 voldoen aan de nieuwe normen ! Nieuwe voorzieningen voldoen bij aanvang aan de nieuwe normen ! Vóór 31 december 2010 moet iedere voorziening een nieuw brandweerverslag, gebaseerd op de nieuwe norm, aan Kind & Gezin bezorgen !
Artikel 24 Indien een voorziening om een of andere reden niet kan voldoen aan een of meer artikels van dit besluit kan een afwijking aangevraagd worden aan de minister van Welzijn. De Technische Commissie brandveiligheid onderzoekt de aanvraag en adviseert de minister. Alternatieve oplossingen moeten een veiligheidsniveau bieden dat ten minste gelijk is aan het niveau vereist in het artikel waarvoor een afwijking wordt aangevraagd
Bijlage aan het besluit Minimumvoorwaarden voor de gebouwen of gedeeltes van gebouwen die niet onder het toepassingsgebied van de federale basisnormen vallen
Bijlage: artikel 1 De voorziening moet bereikbaar zijn voor de voertuigen van de brandweerdiensten zodat de brandbestrijding en de redding normaal kunnen uitgevoerd worden ! Indien je hierover twijfelt als je een nieuwe locatie denkt te starten vraag je best vooraf advies hierover aan de brandweerdiensten.
Bijlage: artikel 2 De nuttige breedte bedraagt minstens 70 cm voor de evacuatie-wegen en de deuren en minstens 60 cm voor de vluchtterassen
Bijlage: artikel 3 1. Net als de overlopen hebben de trappen een stabiliteit bij brand van Rf ½ h. (vb. beton of metselwerk) Indien dit niet het geval is moet de onderzijde van de trap bekleed worden met brandwerende beplating (Rf ½ h.)
Bijlage: artikel 3 2. De trappen zijn aan beide zijden uitgerust met leuningen. Voor de trappen met een nuttige breedte kleiner dan 120cm is één leuning voldoende , als er geen gevaar is om te vallen
Bijlage: artikel 3 3. De aantrede van de treden bedraagt op elk punt minimaal 17 cm 4. De optrede van de treden mag niet meer dan 20 cm bedragen 5. De trap mag een maximale hellingshoek van 45° hebben (bijgevolg moet de aantrede steeds minstens gelijk of groter zijn dan de optrede)
Bijlage: artikel 3 6. De trappen zijn van het “rechte” type. Wenteltrappen worden toegestaan als ze verdreven treden hebben en als hun treden, naast de andere vereisten minstens 20 cm aantrede hebben op de looplijn
Bijlage: artikel 3 7. De nuttige breedte van de trappen bedraagt minstens 70 cm. De vrije hoogte bedraagt minstens 200 cm. Voor de nuttige breedte moet men geen rekening houden met plinten en/of leuningen als zij niet hoger dan 100 cm boven treden of vloer zitten en als zij niet breder dan 10 cm zijn.
Bijlage: Artikel 3 Buitentrappen moeten toegang geven tot een evacuatieniveau. Dezelfde voorschriften als binnentrappen zijn van toepassing, behalve de stabiliteit bij brand Ze zijn gemaakt van niet-brandbaar materiaal
Bijlage: Artikel 4 Is het totale nuttig warmtevermogen van de brander opgesteld in de stookplaats kleiner dan 30 Kw dan gelden geen specifieke voorwaarden De centrale verwarmingsinstallatie mag niet in een lokaal staan waar kinderen verblijven Individuele verwarmingstoestellen met vlam zijn niet toegestaan !
Bijlage: Artikel 4 Is het nuttig vermogen gelijk aan of groter dan 30Kw en kleiner dan 70 Kw, dan vormt het stooklokaal een compartiment. De wanden hebben een Rf 1h. en de deur is zelfsluitend en heeft Rf ½ h.
Bijlage: Artikel 5 De signalisatie voldoet aan de federale basisnormen
Bijlage: Artikel 6 Er moet veiligheidsverlichting worden voorzien boven elke uitgangsdeur, in de evacuatiewegen (gangen en trappen), in de nabijheid van de brandbestrijdings-middelen en in alle lokalen (waar kinderen verblijven) die uitsluitend door kunstlicht worden bediend
BESLUIT Jaarlijks zijn er in België 25.000 ernstige branden ! In België zijn er elk jaar meer dan 120 doden door brand. Wees steeds alert, brand ontstaat meestal waar en wanneer je het niet verwacht !