Weerstand kan je opvatten als feedback De reactie van de ontvanger op: Mij De inhoud van mijn boodschap De wijze waarop ze gebracht werd De context waarin het gebeuren zich afspeelt Derden
Uitingsvormen van weerstand Vechtgedrag Open, direct, actief, agressief Bijvoorbeeld: tegenspreken, sarcasme, ja maar-reacties, sabotage, … Vluchtgedrag Bedekt, indirect, passief, regressief Bijvoorbeeld: uitstellen, slachtoffer-gedrag, ontkennen, ja-knikken, …
Omgaan met weerstand Negeren Zelf vechten: Zelf vluchten: Gebruik maken van macht: het moet! (emotionele) chantage: plicht, angst, schuld Overtuigen: een beroep doen op de rede Zelf vluchten: eigen boodschap afzwakken (bijv. slecht nieuws-gesprek) echt contact vermijden: blij zijn met de (schijnbare) afwezigheid van reacties
Omgaan met weerstand Waar zoek ik de oorsprong van de weerstand? Niet acceptatie (tegen-gedrag) leidt tot nog meer weerstand? Hoe kan ik de ander begrijpen en in z’n waarde laten? Feelings are facts Bedoeling en effect zijn twee verschillende dingen Weerstand als vraag om herkenning (zie mij, hoor mij en mijn behoeften en belangen)
Relatie-boodschappen en het complementariteitsprincipe = Een (impliciete) boodschap waarmee iemand uitdrukt hou hij zichzelf wil verhouden tot de ander Het complementariteitsprincipe Dominant gedrag (BOVEN) lokt onderdanigheid (ONDER) uit en vice versa SAMEN-gedrag nodigt uit tot SAMEN-gedag en TEGEN-gedrag leidt eerder tot TEGEN-gedrag
Het complementariteitsprincipe Met complementair gedrag: beloon je de ander bevestig je de ander in zijn gedrag nodig je de ander uit tot meer van hetzelfde gedrag Er zijn altijd twee mensen nodig om een relatie in stand te houden, er is er maar 1 nodig om een relatie te wijzigen!
Positief invloed uitoefenen Binnenwerk (persoonlijke voorbereiding) Een grondhouding van rationeel denken (wat is zelf mijn primaire neiging?) Bezinning op de mogelijke achtergronden van de weerstand: welke behoeften, zorgen, angsten, ...? Focus op je doel: de relatie goed houden! Focus op de gewenste eigen houding (verbaal en non-verbaal)
2. Inzetten van drie basisvaardigheden: Aandacht geven (luisteren en begrip tonen) Afstemmen (op 1 lijn komen) Assertief zijn