4 VWO / HAVO Laagland, Module 4.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Spelling en Schrijven en formuleren hoofdstuk 1,2&3
Advertisements

Tijd en opbouw: Verteltijd:
Concrete werkvormen voor groep 3 en 4
Mattheus 12: Toen antwoordden Hem enige der schriftgeleerden en farizeeën en zeiden: Meester, wij zouden wel een teken van U willen zien. Maar Hij.
Waarom ben ik hier op aarde?
Echte Vrienden zijn belangrijk in het leven.
Uitleg lijdend voorwerp (lv)
Interculturele communicatie
Lesbrief 2 Schrijf wat je ziet..
Fictieanalyse College 3.
Persoonsvorm Saskia Hoekx.
Gemaakt door Mike van Doorn
Gedicht veiligheid Veiligheid is een woord
die niet om jou zou huilen.
Boekvergelijking lessenserie.
LEVENSFILOSOFIE LIEFDE begint met een GLIMLACH, groeit met een KUS ,
Redeneren over bronnen
Welkom.
Sjakie en de Chocoladefabriek
Voorzetsels.
KOMMAGEBRUIK.
Fictieanalyse-proza.
Introductie van ‘ruimte’
Even verpozen en genieten... met muziek.
MAX de gelukkigste hond van de wereld
Boekbespreking van: Damon Dekker.
Godsdienst.
Ruimtevaartquiz De Maan De.
Preek.
Woord van Leven November 2012.
Euripides Medea 1e epeisodion
Persoonsvorm Saskia Hoekx.
Uitleg bijvoeglijke bepaling (bvb)
Grammatica Nederlands
Hoofdstuk 4: Statistiek
Welkom.
Letterkunde van 1800 tot 1914 griezelverhaal schrijf je eigen
Proeftoets periode 1 4 havo.
Woordenschat Groep 5 Thema 4, les 6
QUIZ hoofdstuk 1.
Fantasie Gemaakt door Kristie!.
Literaire bouwstenen 1 Vertelperspectief.
Toon Hermans … lekkers ..
Vele hemels boven de zevende Griet Op De Beeck
Hij,ze,hem,haar,zijn,deze,dit,die,dat
Verhalen over leven dood
1. Nieuwe en oude schatten uit de voorraadkamer.
Vrienden Deze gedichten zijn speciaal voor de vrienden om wie ik geef en de mensen die om mij geven Al deze gedichten komen van
De theorie achter de verhalen
Het belang van voorlezen
Literaire bouwstenen Vertelperspectief.
H3.6, Nieuwe kansen 1 Boek blz. 40 t/m 69, ca. 8 weken 4. Geboorte- verhalen Gaat over geboorteverhal en die iets laten zien van het nieuwe begin dat hun.
Leesvaardig Examentraining.
Erik of het kleine insectenboek. Motto Wij zijn allen ballingen, levend binnen de lijsten van een vreemd schilderij. Wie dat weet, leeft groot. De overige.
Grammatica zinsdelen H1 t/m H6
Literaire bouwstenen 3.
Literary Devices. Alliteration; herhalen van eerste medeklinker-klanken om bepaalde nadruk aan deze woorden te geven. The passionate shepherd to his love.
Quiz tops en tips groep 5 en 6. Tops en tips In deze les maakte je maatje een gedicht over de nacht. Dit stond in ‘Zo zit het!’: ZO ZIT HET! Hier let.
Lesbrief – Siv gaat logeren. Nederlands Film Festival Wat is het Nederlands Film Festival (NFF)? Waar denk je aan bij het NFF? Ben je ooit al naar het.
H4 – Comenius College Laagland. Lezen ‘De minzame moordenaar’ Waarom lees je? Effect Leesmotivatie: plezier, ontspanning, ontsnappen aan werkelijkheid,
Klas 3vwo Over lezen Blok 3
In 2017 ga jij: je diploma halen;
Effect van vertelstandpunt, tijd
SCHM Literatuur Les 1 #havo5.
Hoe benader ik een literaire tekst ui de negentiende eeuw?
Living lab & Storytelling
Leesanalyse en schrijfopdracht
38 Fictie Motief. 38 Fictie Motief THEMA EN MOTIEF thema: kortst mogelijke samenvatting van een verhaal liefde, dood, pubertijd motief: ‘een patroon’
Literaire Begrippen.
Vele hemels boven de zevende Griet Op De Beeck
Transcript van de presentatie:

4 VWO / HAVO Laagland, Module 4

(Herhaling) perspectief Ik-vertelsituatie: Een ik vertelt. Alleen visies en gevoelens van de ik. Goed meeleven. Subjectief, dus onbetrouwbaar. Personale vertelsituatie: Een hij of zij vertelt. Alleen visies en gevoelens van de hij. Onbetrouwbaar. Alwetende vertelsituatie: Verteller weet alles van alle personages. Verteller is geen personage, maar staat boven het verhaal. Verteller kan in het verleden en de toekomst kijken. De verteller kan commentaar geven. Betrouwbaarst. Meervoudige vertelsituatie: Meerdere vertellers. Wisseling van perspectief. Open plekken. Voorbeeld: Het gouden ei.

Thematiek = interpretatie Literaire teksten kunnen op verschillende manieren geïnterpreteerd worden, MAAR interpretaties moeten wel altijd beargumenteerd worden met tekstvoorbeelden. Voorbeeld: een belangrijk motief in Het gouden ei is opgesloten zijn, want: Saskia droomt over opgesloten zijn in het gouden ei. Rex heeft later deze droom ook. Rex zit opgesloten in zijn obsessie om Saskia te vinden Saskia en Rex begraven muntjes in de grond. Saskia en Rex worden zelf begraven. Lemorne zit opgesloten in zijn obsessie om iemand te vermoorden.

Verhaal- en betekenislaag Verhaallaag: De concrete gebeurtenissen, passages en elementen in een verhaal. Betekenislaag of thematische laag: De betekenis of de thematiek van de tekst. Deze laag wordt afgeleid van de verhaallaag. Bestaat uit: motieven en thema.

Motieven Leidmotief: (Verhaal)motief: Een steeds terugkerend betekenisvol element in de tekst (een herhaald(e) gebeurtenis, beschrijving, waarneming, idee en/of gevoel). Alle motieven samen leiden naar het thema. Voorbeelden Het gouden ei: Opgesloten zijn. Ruimtevaart. Getal 8. Literaire motieven: Motieven die heel vaak in de literatuur voorkomen, zoals vriendschap, overspel, haat et cetera. Leidmotief: De herhaling in de tekst van een concreet voorwerp. Voorbeeld Het gouden ei: Sleutel.

Thema Wat er met het verhaal bedoeld wordt, opgeschreven in een woord of zin. De titel van een tekst houdt vaak verband met het thema. Voorbeeld Het gouden ei: echte liefde bestaat alleen in de dood. Het gouden ei slaat letterlijk op Saskia’s droom. Het gouden ei slaat figuurlijk op de enige plek voor Saskia en Rex, waar hun liefde mogelijk is. Pas als ze allebei begraven en dood zijn, als ze allebei hetzelfde meemaken, zijn ze niet meer eenzaam en echt samen. Motto: Korte tekst die voor in het boek staat, vaak een citaat van een andere schrijver of dichter. Het motto zegt ook vaak iets over het thema. Het gouden ei heeft geen motto.

Dus … Verhaal kent 2 lagen: Verhaallaag = wat er gebeurt. Betekenislaag = thematische laag = wat ermee bedoeld wordt. Betekenislaag bestaat uit: Verhaal- en leidmotieven. Alle motieven leiden naar het thema.

De aanslag Motto: Motieven: Leidmotieven: Overal was het al dag, maar hier was het nacht, neen, meer dan nacht. C. Plinius Caecilius Secundus, Epistulae, VI, 16. Motieven: Vuur / brand. Rook / duister. Steen. Leidmotieven: Dobbelsteen. Sleutel.

Vragen Proloog Wie is de hoofdpersoon? Waar speelt het verhaal zich af? In welke tijd speelt het verhaal? Aan welk woord aan het begin kun je horen dat er iets verschrikkelijks plaats zal vinden? Wat is het perspectief? (Kun je later bijstellen.) Meneer Kortweg woont in ‘Nooitgedacht’. Kun je hier een vooruitwijzing in zien?