Pedagogische interventie PEP-poli

Interventie bestaat uit: Inventariseren probleem/klacht Behandelplan opstellen Duur en intensiteit van de begeleiding

1. Inventariseren Wat zijn de klachten? Hoe lang bestaan specifieke klachten? Hoe werd er t.n.t. omgegaan met klacht/probleem? Is er een duidelijke oorzaak voor klacht/probleem?

Mogelijke oorzaken: Medisch Nog niet toe zijn aan zindelijkheid (biologisch of in ontwikkelingsfase) Pijn -> angst Angst (bijv. magisch denken) Druk vanuit omgeving Pedagogisch ‘machtsmiddel’. Systeemprobleem Anders; bijvoorbeeld passend bij ontwikkelingsstoornis.

2. Behandelplan opstellen. Wat kunnen ouders/kind aan en wat willen ze bereiken? (capaciteit/niveau/leeftijd/cultuur) Aandacht die er voor probleem is reduceren en situatie normaliseren. Negatieve gedrag wordt genegeerd of neutraal behandeld, wenselijk gedrag wordt positief bekrachtigd. Bewust maken van invloed gedrag/houding ouders! Zowel kind als ouders zullen bestaande patroon moeten doorbreken.

Voorbeeld Meisje 4 jaar Gem. 6 keer per dag broekplassen (geen grote hoeveelheden) Is zindelijk geweest van urine en ontlasting Broekplassen is geleidelijk ontstaan Veel spanning in gezin (vader ontslagen) Veel negatieve aandacht voor broekplassen Meisje gaat sinds 4 weken naar school; heeft daar slechts 1 keer in haar broek geplast Bekend bij KA i.v.m. recidiverende urineweginfecties; geen med. oorzaak voor probleem.

Doel: Droge broekjes -> normaliseren van de situatie door bestaande patronen te doorbreken en het positief bekrachtigen van gewenst gedrag en het negeren/ neutraal behandelen van negatief gedrag

Aanpak m.b.t. kind: 6 vaste wc-momenten Belonen voor droge broek tussen wc-momenten (stickertje) Extra bekrachtiging (extra aandacht van ouders) Zelfstandig maken m.b.t. verschonen, eigen verantwoordelijkheid!

Aanpak m.b.t. ouders: Kind herinneren aan wc-tijd Niet boos worden/neutrale houding bij natte broek, geen strijd! Loslaten als zijnde probleem ouders. Contact met school m.b.t. training/ vragen medewerking. In bijzijn van kind niet meer praten over gebeuren rond wc/broekplassen. Compliment bij droge broek/zelfstandigheid. Nooit dwingen! Los van wc gebeuren; benoem positieve gedrag van kind (zelfvertrouwen)

3. Duur en intensiteit van begeleiding Afhankelijk van ernst van het probleem, slagingskans en behoefte aan ondersteuning. Duur van behandeling is heel wisselend. Bij problemen of vragen niet geheel passend binnen de pedagogische interventie, of bijvoorbeeld intensieve begeleiding in thuissituatie verwijzen wij door naar o.a. medisch psycholoog, MMW en stichting MEE.

Bedankt voor uw aandacht!