p. 1 Onderzoek naar het aantal en de activiteiten van de allochtone vrouwenverenigingen Op basis van dossiers ingediend bij de Vlaamse Gemeenschapscommissie in 2009 – Algemene Directie Cultuur, Jeugd en Sport – Dienst Sociaal-Cultureel werk Voor LASSO – Infosessie: Brusselse allochtone vrouwenverenigingen en cultuurparticipatie Ruth Muylle- 28 september 2010
p. 2 Inleiding: situering onderzoek Het gaat om een steekproef van 135 zelforganisaties die een dossier binnenbrachten bij dienst Sociaal-Cultureel werk van de Vlaamse Gemeenschapscommissie in 2009: goed voor 25 % van het totaal aantal erkende verenigingen in Dat is een kleine groep die de weg naar de Vlaamse overheid in Brussel heeft gevonden en is erkend en dus de weg naar de overheid van het autochtone land al kent. Alle medewerkers aan deze mini-studie gaven aan dat kunst- en cultuurbeleving individueel is maar wel bepaald wordt door factoren als sociaal milieu en opvoeding, opleidingsniveau, economische situatie en omgevingsfactoren. Daarbuiten bestaan er ook een aantal onafhankelijke vrouwenverenigingen die volledig autonoom zijn; dus hoogopgeleide en goedgeorganiseerde vrouwen die in het kader van deze beschrijving niet aan bod komen. Verenigingen rond gender zijn in dit kader evenmin bestudeerd.
p. 3 11% vrouwen – 30% kunsten – 59 % gemengd
p Thema’s van de allochtone vrouwenverenigingen
p Verschillen tussen thema’s vrouwen en gemengde werkingen Crea-ateliers Alfabetisering Taallessen Vrouwbewuste thema’s en activiteiten Koken Gezondheid en gezin
p Vergelijking allochtone en autochtone vrouwenverenigingen We zien 11 % vrouwenverenigingen bij de allochtone volwassenenverenigingen. We telden datzelfde jaar 12 % vrouwenwerkingen bij de autochtone verenigingen (vnl. KAV). De typische vrouwenthema’s verschillen niet bij de autochtone en allochtone vrouwenverenigingen, behalve wat betreft de taallessen voor allochtone verenigingen en de receptieve kunstparticipatie voor autochtone verenigingen.
p Visies vrouwen-zelforganisaties De vrouwen die zich verenigen in vrouwenverenigingen zijn laaggeschoold (analfabeet) en taalarm en vnl. gericht op het huishouden en gezin. Cultuur wordt vnl. in familieverband beleefd. Gaan individueel niet aan kunst en cultuurparticipatie doen. Gericht op eigen cultuur- en kunstbeleving, dat geldt ook voor de gemengde werkingen. Het accent op zelf doen eerder dan op receptieve kunstbeoefening. Bij uitwisseling tussen vrouwen over kunstbeleving vertrekt men vanuit eigen cultuur - hogere cultuuridee maar komt men snel tot enkele universele waarden en belevingsprincipes: kunst en creativiteit als uiting van eigen gevoels- en leefwereld in het algemeen. Een tweetal verenigingen bestaan uit hooggeschoolde vrouwen en inter-vrouwelijke professionele netwerken en emancipatie maar zijn niet erkend als sociaal-culturele vereniging.
p % allochtone kunstenverenigingen De kunstgerichte zelforganisaties willen voornamelijk de eigen kunsten promoten en aanleren aan allochtonen en autochtonen in België. Het gaat om de etnische cultuurmedia van land van herkomst die niet in de Belgische academies – organisaties te leren zijn – of waar de allochtonen de weg niet naar vinden. Het gaat over muziek, dans, poëzie, zang, theater en beeldende kunsten en handwerk: zowel cursus, repetities en optredens.
p De accenten van gemengde werkingen De gemengde werkingen zijn ook bezig met het beleven van eigen kunst en cultuur op familiale bijeenkomsten en feesten met dans, muziek, theater, poëzie, zang, tentoonstellingen en gastronomie. Naast tentoonstellingen en gastronomie zijn thema’s die de gemengde werkingen ook veelvuldig behandelen integratie en emancipatie, opvoeding van de kinderen, toeleiding en informatie naar het nieuwe land zijn instituten en structuren, debatten, rechten van minderheden en uitstappen. Soms zijn er bepaalde vrouwelijke activiteiten apart georganiseerd = minderheid (Bijvoorbeeld, bezoek hammam, meer vrouwen dansen meer mannen spelen muziek, meer vrouwen doen zumba, meer mannen doen aan voetbal). Belang van de familie binnen de eigen gemeenschap staat meer centraal.
p. 10 Conclusie: Trends van de laatste jaren De zelforganisaties die reeds enkele jaren bezig zijn staan open voor interculturele werking maar dan onder professionele begeleiding. Zij doen dat niet uit eigen initiatief. Allochtone kunstenverenigingen staan steeds open voor allochtonen en autochtonen. De tijd is rijp voor interculturele ontmoeting. Bij jongere generaties is gemengd werken een feit zeker bij links georiënteerde jongeren. Verenigingen verzamelen zich minder vanuit religieus of nationalistisch perspectief maar vanuit gemeenschappelijke interesse of thema. Gelijkwaardigheid van man en vrouw komt meer naar voren.