Frans Rooijers Lustrumcongres Stichting Warmtenetwerk,

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Vernieuwingstraject catechese
Advertisements

RO en duurzame energieopwekking
De biobased economy: dilemma’s van sturen op optimale waardecreatie
Evaluatie van MS Exchange 2000 en opzetten van een server voor wereldwijde uitwisseling van projectinformatie Bertels David 3ICT1 Stageplaats: Acros Organics.
20 decembe r 2011 Energiebesparing particuliere verhuurders.
Het huidige beleidstekort: er moeten nog heel wat tandjes bij Ton van Dril 10 september 2009.
1 Sinds Evolutie van 2000 tot 2010 Huurprijzen : 50% Gezondheidsindex : 15 % Informatie : - Crise du logement à Bruxelles.
De Nederlandse Energiebeurs
Stadsverwarming en alternatieven Gemeente Amsterdam, 18 april 2007, Cooperaties/huurders 19 april 2007, Teus van Eck.
Ronde (Sport & Spel) Quiz Night !
Hernieuwbare energie Beleidsinstrumenten: subsidiëren of verplichten? Martijn Blom, CE Delft, 7 december 2010.
Europees Parlement en Energie-Efficiëntie in Bouwen en Wonen Mini-conferentie Energiezuinig Bouwen en Wonen Rosmalen - 11 april 2008 Lambert van Nistelrooij.
Meer inzicht in energiegebruik huishoudens met WoON Energiemodule
Maarten De Groote - Vlaams Energieagentschap
secretaris Plaatselijke Groep
Ruud van den Wijngaart Gaan de EU - lidstaten Kyoto halen? Nederland vergeleken met andere EU landen.
Duurzaamheid, een kwestie van verdienen
© GfK 2012 | Title of presentation | DD. Month
 Aantal verzonden vragenformulieren: 892 stuks  Aantal vragenformulieren retour: 100 stuks  Respons: 11,21% ENQUÊTE DUURZAME MONUMENTEN.
Nooit meer onnodig groen? Luuk Misdom, IT&T
BIJNA-ENERGIENEUTRALE GEBOUWEN “Vlaams actieplan BEN-gebouwen”
Energierenovatie 2020 – stand van zaken en uitdagingen Studiedag Energie Renovatie Programma 2020 Brussel 23 Februari 2009 Peter Wouters WTCB.
Voorstel Richtlijn Hernieuwbare Energie 2020 Vlaams Energieagentschap Lieven Van Lieshout CCIM-stakeholderoverleg 25 februari 2008.
VOORSTEL EU RICHTLIJN HERNIEUWBARE ENERGIE 2020 Ontwerp Boerenbond standpunt François HUYGHE Boerenbond.
Werken aan Intergenerationele Samenwerking en Expertise.
Beschermde planten en dieren binnen omgevingsvergunning
Wetsvoorstel Kilometerprijs KIVI NIRIA Ledenpeiling februari 2010.
Ernstige geurhinder in Nederland; ruimtelijke impact en beleid Piet Lagas (PBL), Frank van Rijn (PBL) 28 oktober 2008.
‘Hoe ver kan de overheid gaan?’ Industrie, energiesector en landbouw Koen Smekens, ECN BS 10 september 2009.
Herijking van de Ecologische Hoofdstructuur Toelichting op PBL-analyses en beleidsopties voor Provinciale Staten en de Manifestpartners in Gelderland Jeannette.
1 © GfK 2013 | Supermarktkengetallen | December 2013 GFK SUPERMARKTKENGETALLEN ‘Wat is de omzet van de supermarkten op weekniveau?’ ‘Hoe ontwikkelt het.
Ruimtelijke ordening en buisleidingen Kennistafel 30 mei 2007.
Ir. Joël Vandamme Europese Commissie DG Landbouw en Plattelandsontwikkeling Brussel – EP – 1 december 2009 Energie & Duurzaamheid vanuit het perspectief.
PLAYBOY Kalender 2006 Dit is wat mannen boeit!.
Klimaatneutraal ’s-Hertogenbosch
“Decentraal wat kan, centraal wat moet”
Powerpoint template Gemeente Maasdriel.
Landelijke dag RMC- coördinatoren Aanpak uitrol Loket VSV 4 juni 2008.
Regionale regisseur nodig voor energiebesparing en verduurzaming Teus van Eck kiEMT, Early Mornin’ Toast Hoenderlo,11 maart 2009.
ZijActief Koningslust 10 jaar Truusje Trap
Energiemanagement Komen tot de meeste efficiënte manier om energie te verbruiken STELLING: Gedrag kan pas beïnvloed worden als men zich bewust is van het.
ECHT ONGELOOFLIJK. Lees alle getallen. langzaam en rij voor rij
CENTRAAL KERKBESTUUR GENT STAD
De financiële functie: Integrale bedrijfsanalyse©
Voorraadbeheer en bestellen
Goederenverwerking H1 Voorraadadministratie bijhouden Manager Handel.
1 Zie ook identiteit.pdf willen denkenvoelen 5 Zie ook identiteit.pdf.
1 SLIMME SAMENVATTINGEN. Samenvatting ex ante Uw vraag Onze suggestie Analyseer de functionele specificaties Maak een format Implementeer dat format Leer.
Betekenis top-down beleid energietransitie
ZijActief Koningslust
Voorraadbeheer en bestellen
Warmtevisie EZ: nog werk in uitvoering
Voorraadbeheer en bestellen
Baten ondergrond Drechtsteden Martijn Blom en Mark in ‘t Veld.
Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid Richting geven aan bodemenergie Verkenning noodzaak regulering bodemenergie in Dordrecht Deelsessie 2.
GPR Gebouw Inzicht in duurzaamheid
Naar een CO2-arm Groningen in 2035
Derde generatie warmtelevering
Bodemenergie Stand van zaken en toekomst
Decentrale Opwek in het Energieakkoord voor Duurzame Groei
Kosten van aardgasvrije wijken
Aanpak fijn stof bij veehouderijen
Zonder kernenergie of fossiel, kan dat?
De actuele toestand op de Nederlandse Energiemarkt
Ervaringen met gesloten bodemenergiesystemen in Goes
De warmtetransitie en het Rijksbeleid
Proeftuin Nijmegen Warmtenet in de gebouwde omgeving Jan van Vulpen
Transcript van de presentatie:

Frans Rooijers Lustrumcongres Stichting Warmtenetwerk, 13-2-2014 Kansen voor warmte Frans Rooijers Lustrumcongres Stichting Warmtenetwerk, 13-2-2014

Centrale boodschap Er is een groot potentieel aan duurzame warmte en warmtebesparing in Nederland beschikbaar. Per situatie is er een verschillende invulling van de optimale mix tussen besparing en duurzame opties, zo kunnen collectieve opties in hoogstedelijk gebied optimaal zijn en individuele opties in landelijk gebied. Hernieuwbare warmte en warmtebesparing zijn in veel gevallen kosteneffectiever dan hernieuwbare elektriciteit. Kosteneffectieve maatregelen worden niet altijd genomen, omdat er vaak niet-financiële belemmeringen zijn of de noodzaak ontbreekt. Sinds 2010 is er veel nieuwe wet- en regelgeving om het gebruik van hernieuwbare warmte en warmtebesparing te stimuleren. Deze zijn zowel gericht op het wegnemen van financiële en niet-financiële belemmeringen. Frans Rooijers / 13-2-2014

Update 200-200 in 2020 Een studie uitgevoerd voor het Warmtenetwerk om inzichtelijk te maken wat het technische potentieel is voor warmtebesparing en hernieuwbare warmte in Nederland in 2020. Veranderingen 2010-2014 Huidige situatie Potentieel warmtebesparing Potentieel hernieuwbare warmte Schatting kostenniveaus Lessen voor 2014-2020 Frans Rooijers / 13-2-2014

Veranderingen 2010-2014 In de studie uit 2010 is aangetoond dat er in Nederland zowel voor hernieuwbare warmte als voor warmtebesparing een technisch potentieel is van meer dan 200 PJ in 2020. Sinds de studie uit 2010 is er in Nederland en Europa veel veranderd op het vlak van energie in het algemeen en warmte in het bijzonder: 2010: Implementatie RED 2012: SDE+ uitgebreid met warmte 2012: Invoering Bouwbesluit 2012 2013: Energieakkoord voor duurzame groei 2013: Implementatie herziening EPBD 2013: Invoering wijzigingsbesluit Bodemenergiesystemen 2014: Invoering Warmtewet 2014: Implementatie EED (uiterlijk juni 2014) Frans Rooijers / 13-2-2014

Warmtewet Na vele jaren voorbereiden, onderhandelen, aanpassen, bespreken en berekenen, is per 1 januari 2014 de Warmtewet ‘eindelijk’ in werking getreden: De Warmtewet richt zich hoofdzakelijk op het beschermen van de kleinverbruiker tegen de monopoliepositie waar de warmteleverancier zich in bevindt. De Warmtewet richt zich niet op het stimuleren van hernieuwbare warmte of warmtebesparing. Wel kent de wet de mogelijkheid om nuttig gebruik van restwarmte te verplichten (dit onderdeel van de wet is nog niet uitgewerkt). De Warmtewet is nu anderhalve maand actief en vele partijen zijn nog aan het uitzoeken wat de consequenties zijn van de wet. Deze kunnen zeer verstrekkend zijn en kunnen een grote impact hebben op collectieve warmtelevering in Nederland. Frans Rooijers / 13-2-2014

Energieakkoord voor duurzame groei Onder leiding van de SER is in 2013 gewerkt aan een akkoord tussen veel verschillende partijen in Nederland. Belangrijke doelen die worden nagestreefd zijn: 1,5% besparing per jaar op het finale energieverbruik. 100 PJ energiebesparing op het finale verbruik in 2020. 14% aandeel hernieuwbare energie in 2020 en 16% in 2023. Specifiek voor warmte: Voor de gebouwde omgeving worden energiebesparingsfondsen, subsidies en voorlichtingsprogramma’s opgezet. Bij de industrie krijgt het benutten van restwarmte hoge prioriteit en worden de mogelijkheden van regionale warmte-infrastructuren bekeken. Hernieuwbare warmte moet vooral komen uit zonnewarmte, warmtepompen en WKO. Frans Rooijers / 13-2-2014

SDE+ Sinds 2012 is de SDE+ regeling uitgebreid met de categorie Hernieuwbare warmte. De gestaffelde opzet van de SDE+ stimuleert de goedkoopste vormen van hernieuwbare energie eerst en de duurdere vormen komen later aan bod, mits er budget over is. De effecten hiervan zijn tekenend: Frans Rooijers / 13-2-2014

Bouwbesluit en Besluit Bodemenergiesystemen Conform het Bouwbesluit moeten gemeenten een warmteplan opstellen, waarin de plannen en ambities voor de warmtevoorziening van de gemeenten zijn verwoord. Hierin kan een aansluitplicht voor collectieve warmtelevering worden opgenomen. Tegelijkertijd biedt het bouwbesluit de mogelijkheid om van deze aansluitplicht af te komen, wanneer een alternatief wordt voorgesteld dat gelijkwaardig of beter is op ‘energiezuinigheid en bescherming van het milieu’. De AMvB Bodemenergie is gericht op het gelijktrekken van de regelgeving tussen open en gesloten systemen. Het verkorten en uniformeren van (provinciale) regelgeving en gebiedsgericht beleid om (onder andere) interferentie tussen systemen te voorkomen. Hiermee moet het besluit meer duidelijkheid geven en het gebruik van bodemenergiesystemen stimuleren door de regelgeving te verduidelijken en te vereenvoudigen. Frans Rooijers / 13-2-2014

Europese richtlijnen Richtlijn Hernieuwbare Energie (RED, 2009/28/EG) Schrijft bindend doel voor aandeel hernieuwbare energie in Nederland voor: 14% in 2020. Daarnaast moet een nationaal actieplan voor hernieuwbare energie worden opgesteld (NREAP, in 2011 uitgebracht door EZ). Hierin staat dat hernieuwbare warmte een aandeel van 10% moet hebben in 2020. Herziene Richtlijn Energieprestatie Gebouwen (EPBD, 2010/31/EU) Deze richtlijn richt zich op het verlagen van de energievraag van de gebouwde omgeving, door het vaststellen van minimumeisen bij nieuwbouw of renovatie van gebouwen. Vanaf 1 januari 2021 moeten alle nieuwe gebouwen een ‘bijna energieneutraal gebouw’ zijn. Voor overheden geldt dit vanaf 1 januari 2019. Frans Rooijers / 13-2-2014

Europese richtlijnen (2) Richtlijn Energie-efficiëntie (EED, 2012/27/EU) Schrijft een streefdoel voor van 20% energiebesparing op het verbruik. De maatregel schrijft daarnaast maatregelen voor, voor het terugdringen van het energieverbruik bij overheden, burgers en bedrijven. Belangrijke onderdelen hierbij zijn WKK, energiediensten, renovaties van gebouwen en het verschaffen van inzicht bij energieverbruikers. Frans Rooijers / 13-2-2014

Huidige situatie (2012) In 2012 bedroeg de totale warmtevraag in Nederland ongeveer 1.200 PJ: Industrie: 522 PJ Huishoudens: 350 PJ Bedrijven: 233 PJ Landbouw: 88 PJ Frans Rooijers / 13-2-2014

Aandeel hernieuwbare warmte is klein Op dit moment bedraagt het aandeel hernieuwbare warmte maar een beperkt deel van de totale warmtevraag. In 2012 werd ongeveer 38 PJ opgewekt uit hernieuwbare bronnen. Dit komt overeen met 3,2%. Biomassa en het biogene deel van afvalverbranding hebben de grootste bijdrage. Frans Rooijers / 13-2-2014

Verwachte ontwikkeling warmtevraag In het Nationale actieplan voor energie uit hernieuwbare bronnen (NREAP), dat Nederland heeft moeten indienen in het kader van de RED, wordt de komende jaren weinig verandering in de warmtevraag verwacht. Bron: NREAP; totale waarde is lager dan door het CBS wordt gerapporteerd. Frans Rooijers / 13-2-2014

Technisch potentieel warmtebesparing Het totale potentieel aan warmtebesparing ligt rond de 260 PJ. Dit zijn met name de schil- en installatieverbeteringen in de gebouwde omgeving en de restwarmtebenutting in de industrie. Bronnen: LEI, CE Delft, PBL, ECN Frans Rooijers / 13-2-2014

Kosteneffectiviteit warmtebesparing Warmtebesparing heeft een groot rendabel potentieel: meer dan 165 PJ. De belangrijkste maatregelen zijn isolatie, bouwnormen, restwarmtebenutting en procesoptimalisatie in de industrie. De duurdere opties zijn vraag-vermindering in de glastuinbouw en micro-wkk’s bij huishoudens. Frans Rooijers / 13-2-2014

Technisch potentieel hernieuwbare warmte Het technisch potentieel voor hernieuwbare warmte in Nederland in 2020 wordt ingeschat op 280 PJ. Bronnen: ECN, Ecofys, eRisk Group, Rabobank, HollandSolar, PBL Frans Rooijers / 13-2-2014

Kosteneffectiviteit hernieuwbare warmte Er is ongeveer 85 PJ aan rendabel potentieel (nationale kosten) in Nederland aanwezig. Dit betreft hoofdzakelijk WKO bij bedrijven en het duurzame deel van de warmtelevering van AVI’s en energiecentrales. De duurdere opties zijn warmtepompen bij huishoudens en bio-WKK’s. Frans Rooijers / 13-2-2014

Centrale boodschap Er is een groot potentieel aan duurzame warmte en warmtebesparing in Nederland beschikbaar. Per situatie is er een verschillende invulling van de optimale mix tussen besparing en duurzame opties, zo kunnen collectieve opties in hoogstedelijk gebied optimaal zijn en individuele opties in landelijk gebied. Hernieuwbare warmte en warmtebesparing zijn in veel gevallen kosteneffectiever dan hernieuwbare elektriciteit. Kosteneffectieve maatregelen worden niet altijd genomen, omdat er vaak niet-financiële belemmeringen zijn of de noodzaak ontbreekt. Sinds 2010 is er veel nieuwe wet- en regelgeving om het gebruik van hernieuwbare warmte en warmtebesparing te stimuleren. Deze zijn zowel gericht op het wegnemen van financiële en niet-financiële belemmeringen. Frans Rooijers / 13-2-2014

1. Groot technisch potentieel Er is een groot technische potentieel aan duurzame warmte en warmtebesparing in Nederland beschikbaar. De warmtebesparing van 260 PJ betekent 22% besparing op de totale warmtevraag en 8,0% op de totale energievraag van Nederland. 280 PJ warmte uit hernieuwbare bronnen betekent 25% hernieuwbare warmte, ofwel 8,5% van de totale energievraag van Nederland. In combinatie met besparing zorgt het hernieuwbare potentieel voor 30% hernieuwbare warmte en 9,5% hernieuwbare energie voor Nederland. Frans Rooijers / 13-2-2014

2. Mogelijkheden verschillen per situatie Per situatie is er een verschillende invulling van de optimale mix tussen besparing en duurzame opties, zo kunnen collectieve opties in hoogstedelijk gebied optimaal zijn en individuele opties in landelijk gebied. Frans Rooijers / 13-2-2014

3. Kosteneffectiviteit Hernieuwbare warmte en warmtebesparing zijn in veel gevallen kosten-effectiever dan hernieuwbare elektriciteit. Studies van ECN, Rabobank en PBL berekenen het en de SDE+ van de afgelopen jaren lijkt hiervoor een bevestiging te geven: er is een groot potentieel aan hernieuwbare warmte dat goedkoper is dan hernieuwbare elektriciteit. Frans Rooijers / 13-2-2014

4. Niet-financiële belemmeringen Kosteneffectieve maatregelen worden niet altijd genomen, omdat er vaak niet-financiële belemmeringen zijn of de noodzaak ontbreekt. Sinds 2010 is er beperkt vooruitgang geboekt in het benutten van de potentiëlen die toentertijd zijn geïdentificeerd. Binnen Nederland zijn programma’s opgestart als Meer met Minder, Blok voor Blok en de Energiesprong. Ondanks een groot kosteneffectief potentieel laten grootschalige resultaten van deze programma’s nog op zich wachten. Veel wet- en regelgeving die sinds 2010 is ingevoerd richt zich juist niet op financiële aspecten, maar op voorlichting, wegnemen van barrières, versoepelen van regels en procedures, normstelling, et cetera. Frans Rooijers / 13-2-2014

Werk aan de winkel! Frans Rooijers / 13-2-2014

Dank voor uw aandacht! Het rapport ‘Kansen voor Warmte’ is verkrijgbaar op www.ce.nl. Voor vragen kunt u mailen naar Benno Schepers (schepers@ce.nl) of bellen met 015-2150150. Frans Rooijers / 13-2-2014