Budgetteren in de praktijk Ontwikkeld voor SL Business Seminars door drs. H.C.A. Slobbe info@wizfiz.nl
Onderwerpen: Introductie budgetteren Doelen van budgetteren Soorten budgetten Afdelingsbudget Investeringsanalyse
Introductie budgetteren:
Liquiditeiten- beheer Management accounting Plaats in de organisatie: Verkoop Debiteuren Producten / diensten Credit management Facturatie Incasso Geldontvangsten Kern activiteiten (waardecreatie) Liquide middelen Financial accounting Liquiditeiten- beheer Valutabeheer Betalingen Excasso Crediteuren Productie middelen Activabeheer Inkoop Cash management Management accounting
VASTE ACTIVA WERKKAPITAAL BELEGGINGEN EIGEN VERMOGEN VOORZIENINGEN SCHULDEN BALANS PER 1/1/XXXX ONTVANGSTEN UITGAVEN -/- SALDO- VERANDERING LIQUIDE MIDDELEN OMZET BEDRIJFSKOSTEN -/- BEDRIJFSRESULTAAT RENTE -/- WINST VOOR BEL. VASTE ACTIVA WERKKAPITAAL BELEGGINGEN EIGEN VERMOGEN VOORZIENINGEN SCHULDEN BALANS PER 31/12/XXXX
Doelen van Budgetteren Intelligentiedoel Machtigingsdoel Taakstellingsdoel Sturingsdoel
Valkuilen een budget beantwoordt niet aan doel 1 (begrotingsdoel) een budget beantwoordt niet aan doel 2 (machtigingsdoel) een budget beantwoordt niet aan doel 3 (taakstellingsdoel) doel 4 (stuurmechanisme) wordt niet gehaald Het koeievlaai-model
Soorten budgetten: Vaste en variabele budgetten Directe en indirecte budgetten Functionele indeling Categorische indeling Investeringsbudgetten Activity based versus zero based
Afdelingsbudget: Vaststellen van de output Vertaling naar activiteiten Monetiseren van de uitkomsten Uitonderhandelen van SLA Afspraken maken over de facturering Koppeling met balanced scorecard
Hoe maakt u een investeringsbeoordeling? Vaststellen van de werkelijke investering Vaststellen van de cashflows Bepalen van de resultaten in de komende jaren Toepassen van gevoeligheidsanalyse Berekening van Most-expected-scenario Toepassing van het veel-ogen-principe
Investeringsbudgetteren Return On Investment (GBR) Netto Contante Waarde (DCF) Interne Rentevoet (IRR) Terugverdientijd (Payback Time)
Voorbeeld in getallen: Investering 1.000 5 jaar een cashflow van 500 Afschrijving in 5 jaar van 200 Winst per jaar 300
Return on Investment (ROI) Gemiddelde Winst/Gemiddelde Investering (%) 300/500 x 100% = 60%
Netto Contante Waarde (Discounted Cash Flow) Bij 10%: Jaar 0= -1.000 Jaar 1= 1/1,10 x 500 + 454 Jaar 2= 1/1,102 x 500 + 413 Jaar 3= 1/1,103 x 500 + 376 Jaar 4= 1/1,104 x 500 + 342 Jaar 5= 1/1,105 x 500 + 310 Totaal + 895
Interne Rentevoet (Internal Rate of Return) Via trial and error zoeken naar een rentevoet waarbij de netto contante waarde 0 is: 41,1168 % een soort zuivere ROI eigenlijk!
Terugverdientijd (Pay Back Time) De meest makkelijke en snelle methode om de investering te beoordelen: Investering gedeeld door de cashflow per jaar 1000/500= 2 In twee jaar draait de investering break-even!
Normen: Return On Investment (boven de 25%) Netto Contante Waarde (positief bij toepassing Wacc) Interne Rentevoet (minimaal Wacc) Terugverdientijd (1/3 economische levensduur)