Verdringing: Vrijwilligerswerk in veranderende tijden
Vraagstelling aan Humanitas Tegen welke grenzen loopt Humanitas aan? Wanneer beschouwt Humanitas iets als werkverdringing en wanneer niet? Wat zijn de maatschappelijke ontwikkelingen waaraan Humanitas die criteria ontleent?
Verdringing Stelling “Vrijwilligerswerk leidt tot verdringing” is omkering werkelijkheid. Vrijwilligers pakken zaken waarvoor de overheid, de gemeenschap, niet (langer) bereid is te betalen. Is resultaat van politiek-bestuurlijke afweging: Wat hebben we over voor goede zorg? Voor goede publieke dienstverlening? Voor onderwijs en veiligheid? Humanitas is van mening dat het verwijt dat “vrijwilligerswerk potentieel leidt tot verdringing” een omkering van de werkelijkheid is. Vrijwilligers pakken zaken op die anders niet zouden gebeuren, waar de overheid niet (meer) bereid is voor te betalen. Laten we in gesprek blijven met degenen die de opdrachtgevers zijn van publieke diensten in zorg, welzijn en bijvoorbeeld in het openbaar vervoer: overheid, bestuurders, politici en werkgevers. Daar worden budgetten bepaald en verdeeld, hetgeen bepaalt of ergens betaalde krachten kunnen worden ingezet. Overigens is het goed dat er een maatschappelijke discussie wordt gevoerd over dit thema: wat hebben we over voor goede zorg, voor goed openbaar vervoer, ook in plattelandsgebieden? Voor bibliotheken? Draagt marktwerking bij aan het in stand houden van publieke voorzieningen? Van arbeidsverdringing is naar onze visie geen sprake. De behoefte aan goede zorg en openbaar vervoer is er wel, maar het levert geen betaald werk op. En dat komt niet doordat vrijwilligers dan maar het initiatief nemen om in deze behoeften te voorzien. De inzet van actieve burgers, van vrijwilligers die het er niet bij laten zitten, levert de gemeenschap en henzelf meerwaarde op, en een verbetering van het welzijn en het leefklimaat in dorp, buurt en wijk.
“Zelf”-verdringing? Twee recente voorbeelden uit Enschede: “Zelf”–verdringing”: Er is blijkbaar ook nog zoiets als “zelf”-verdringing: mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt worden geplaatst in zogeheten “Klimop”-banen. Komen terecht bij sport-organisaties, waar zwe cruciale functies gaan vervullen (cruciaal voor de voorgang van de clubs). Vervolgens wordt de subsidie ingetrokken, de “klimop”-banen worden opgeheven in afwachting van de komst van “participatie”-banen. Vervolgens zegt een deel van deze mensen dat ze desnoods als vrijwilliger door zullen gaan in hun oude functie……. Nog even en ze worden gekort als ze weigeren datzelfde werk als vrijwilliger te doen, op straffe van korting op de uitkering. Wie verdringt wat? Formulierenbrigade opgeheven: Wij nemen als vrijwilligersorganisaties niet de besluiten die leiden tot beëindigen van diensten. Maar we worden natuurlijk wel geconfronteerd met gevolgen van deze besluiten. Er zijn voorbeelden van onmiddellijke verdringing, zie de Formulierenbdrigade in Enschede. Dit leidt meteen tot een toenemend appel op de activiteit Thuisadministratie van Humanitas en de Schuldhulpmaatjes van de kerken
Verdringing? Voortdurend appel op organisaties als Humanitas om mee te denken over mogelijkheden voor inzet vrijwilligers. Uiteraard deels uit budgettaire overwegingen. Is niet altijd even duidelijk waar je wel en waar je niet op in kunt gaan. Grens is meestal niet met lineaal te trekken. Primaire reactie van vrijwilligers: in actie komen als mensen in de knel raken, ook al is dat gevolg van overheidsbesluiten.
Omdenken? Budgetreducties brengt ook denkproces op gang: Waarin ligt de kernwaarde van beroepsmatige zorg/hulp? Waarin ligt de kernwaarde van vrijwilligerswerk? Wat kan vrijwilligerswerk wat beroepsmatige arbeid niet kan? Bezinning: Is er in het verleden niet te veel geprofessionaliseerd (jeugdhulpverlening: NL heeft meeste kinderen intramuraal in behandeling)? Was dat nodig? Waarom was dat ook alweer nodig? Kan dat niet door burgers zelf/onderling worden gedaan? Kern vrijwilligerswerk Humanitas: Tijdelijke, kwalitatief hoogwaardige ondersteuning aan mensen die het alleen even niet redden. De deelnemer staat centraal, de vrijwilliger is middel Primair: de waarde die het vrijwilligerswerk op zichzelf heeft (de ‘expressieve’ functie) voor deelnemer en vrijwilliger Compenserende (‘instrumentele’) functie is ondergeschikt
Beperkingen Mogen vrijwilligers betaalde krachten vervangen? Soms onvermijdelijk; Gaat niet altijd om werkzaamheden waarvoor specifieke deskundigheid wordt verlangd; Maar is niet altijd verantwoord (gelet op complexiteit) en dan niet doen. Kunnen vrijwilligers betaalde krachten vervangen? Nee, er zijn taken waarvoor specifieke deskundigheid en ervaring nodig is (hoog risico-profiel); Nee, zorg voor continuïteit en kwaliteit niet afhankelijk maken van toevallig beschikbaarheid van vrijwilligers. Mogen vrijwilligers betaalde krachten vervangen? In tijden van bezuiniging kunnen sommige maatschappelijke functies alleen overeind blijven doordat vrijwilligers bereid zijn ze te vervullen. Waarmee de kans bestaat dat vrijwilligers betaalde krachten vervangen. Dat zou alleen te voorkomen zijn door niets te doen. Overigens is het eerder regelmatig voorgekomen dat vrijwilligers worden vervangen door betaalde krachten. Kunnen vrijwilligers betaalde krachten vervangen? Conclusie Evelien Tonkens, hoogleraar UvH (in: “Kunnen we dan niet aan vrijwilligers overlaten? UvA 2014). “ Voor goede publieke dienstverlening blijven professionals onmisbaar: voor de continuïteit, voor het regel- en coördinatiewerk, en voor het in goede banen leiden van spanningen en conflicten. Dus nee, het aan vrijwilligers overlaten is geen alternatief: vernieuwing moet gezocht worden in een beter samenspel tussen vrijwilligers en professionals”. Zij baseert zich daarbij op een tweejarig onderzoek door de UvA naar de verschuivingen van betaald werk naar vrijwilligerswerk in zorg en welzijn. De onderzoekers geven aan dat vrijwilligers altijd al een rol speelden in zorg en welzijn, lang voordat men sprak van een “participatiesamenleving”. En ook dat deze rol groter kan worden, maar dat “het volledig overhevelen van betaald werk naar vrijwilligers onhaalbaar en riskant is”. Vrijwilligers haken af wanneer het vrijwilligerswerk te veel van hen eist. Zij willen geen structurele verantwoordelijkheid, soms omdat ze al betaald werk hebben en dus weinig tijd. Of omdat ze zich nog wel graag maatschappelijk willen inzetten, maar op een lichtere basis, zonder gemor als je eens twee maanden op vakantie wilt”.
Verdringing? Grensbewaking! Liever benaderen vanuit de vraag waar je je grenzen trekt. Hoe beter je weet wie je bent (identiteit), des te beter ken je je grenzen. Kernactiviteit Humanitas: Wel: tijdelijke, ondersteunende contacten ‘van mens tot mens’, gericht op participatie en zelfredzaamheid; Niet: persoonlijke (lijfsgebonden) verzorging; Geen: hulpverlening (therapie, schuldsanering, et cetera). Vrijwilligheid van contact is voorwaarde, voor deelnemer en vrijwilliger (geen dreiging van sancties).
Cyclisch proces? In loop van geschiedenis wisselen beide elkaar af: beroepskrachten verdringen vrijwilligers en andersom. Verdringing-vraagstuk is laag-conjunctuur- discussiepunt (periode 1980 – 1985: toetsingscommissies werkgevers/werknemers inzake vrijwilligersvacatures). Nadien (hoogconjunctuur) hoorde je er niets meer over. Zelfs als geld geen rol zou spelen kunnen we op termijn niet voorzien in alle personele behoeften in de zorg, het onderwijs, de veiligheid, etc. Tenslotte, belangrijk om in het oog te houden is de eigenheid van het vrijwilligerswerk als middel voor mensen om ergens bij te horen, contacten te leggen, talenten te ontplooien en “naar eigen overtuiging bij te dragen aan de samenleving, zonder het strakke keurslijf, de bureaucratie en de verantwoordelijkheid van betaald werk. Veel vrijwilligers kunnen professionele taken ook niet overnemen. Ze missen de capaciteiten en ervaring voor zo'n grote verantwoordelijkheid: in een goed georganiseerd buurthuis kunnen ze prima koffie schenken of een bridgeclub draaiende houden, maar begrotingen, roosters en contracten opstellen en bemiddelen bij conflicten hebben ze nooit geleerd en leren ze ook niet in een handomdraai”.
Achterhoedegevecht?! Discussie van nu is vergelijkbaar met de strijd van de vakbonden voor het “behoud van de stoker op de elektrische locomotief”, een achterhoedegevecht dus.