Dat zie je nu niet meer. Loopt automatisch Met muziek.
Als je een beetje ouder wordt en je denkt aan vroeger Voel je in je hart zeker een beetje pijn Je schudt ‘n keer je hoofd en zegt: “Och God Lieve Heer” Dat alles van vroeger……Dat zie je nu niet meer
Bij ‘t vallen van de avond lagen de ringen niet goed op het fornuis Op ‘t plafond toverde het vuur ‘n mooie ster Maar de centrale verwarming zorgde voor ‘n ommekeer Want die ster op ‘t plafond……Dat zie je nu niet meer
‘s Winters met de voeten op de stoof rond ‘t vuur Of ‘n hete baksteen in bed dat was ‘n plezier ‘t Was ‘n hulpmiddel tegen ‘t koude winterweer Maar die hete baksteen……Dat zie je nu niet meer
Waar is de tijd van de scharesliep Dat er ‘n ventje met een slijpsteen op een karretje langs de straten liep Die slijpsteen bewoog hij met z’n beide voeten, ze gingen op en neer Maar die scharesliep……Dat zie je nu niet meer
Dat we vroeger, och arme, voor een beetje drinkgeld Heel de vacantie doorbrachten op ‘t aardappelveld Maar de machines doen nu al ‘t werk van weleer En aardappelen rapen……Dat zie je nu niet meer
En dat we toen ook voor wat schamele centjes waren te paaien Door steeds maar weer tabak te zitten naaien De boer telde dan per rank enkele centjes neer Maar die echte tabaksnaaiers……Dat zie je nu niet meer
Dat het tarwebrood zo veel beter smaakte Omdat moeder er eerst een kruisje op maakte Voor spijs en drank bedankten we nog d’n Heer Maar ‘n kruisje maken op ‘t brood……Dat zie je nu niet meer
De tijd en dat weten de ouderen nog wel Dat er ‘n ventje op de fiets rondkwam voor ‘n konijnevel ‘t Vel werd omgedraaid om te drogen en opgespannen met ‘n veer Maar dat konijneventje……Dat zie je nu niet meer
Je grote boodschap doen op ‘n gat in ‘n plank in het koude hok ‘t Was normaal toen, zo bloot en in d’n trek Maar nu met al dat comfort, ‘n badkamer en ‘n moderne WC Dat gat in die plank……Dat zie je nu niet meer
Er was vroeger geen sprake van toiletpapier We pakten de een of andere krant Maar nu met die moderne WC’s, ‘t spoelt door in één keer En die oude krant……Dat zie je nu niet meer
Voor hen die ‘t moesten doen was ‘t niet al te aangenaam Want de gierput werd nog met de gierschepper leeggemaakt ‘t Werd op ‘t land gesmeten, meelopend met de wind, ieder jaar weer Maar die gierschepper……Dat zie je nu niet meer
Een pastoor met de ziekenzalving en de laatste sacramenten Samen met een misdienaar die schelde met de bel We maakten een kruisteken en knielden stilletjes neer Maar die pastoor met de laatste sacramenten……Dat zie je nu niet meer
‘n boer met kar en paard kwam voorbij Wij d’r achteraan met ‘n emmer en schop, ‘t was vette voor op de selderij Maar waar zijn die goeie paardevijgen nu van weleer Want die boer met dat paard……Dat zie je nu niet meer
Vaders en moeders met een groot gezin Soms met armoe en toch veel geluk niettemin Tien tot vijftien kinderen, ja ieder jaar één, keer op keer Maar nu met die pil……Dat zie je nu niet meer
En moeder die ‘s avonds bij de petroleumlamp De vaat deed, sokken stopte of luiers vouwde Er was geen electriciteit, geen radio of teevee En ook die petroleumlamp……Dat zie je nu niet meer
Die witte lapjes iedere maand aan de draad ’t Was net kermis in de straat Maar nu zijn het tampons en van die wegwerpdingen Want die witte lapjes……Dat zie je nu niet meer
’n Mus in de val (dat mag nu niet meer) in de sneeuw of op de grond Scharrelend achter ’n graantje haver in ‘nne paardestront Maar d’r zijn bijna geen mussen meer. Want ‘nne paardestront……Dat zie je nu niet meer
De tijd dat we met onze klompen aan naar school gingen En dat de meisjes hinkelden of touwtje deden springen Voor de jongens was er de knikkertijd weer Maar hinkelen en knikkeren…… Dat zie je nu niet meer
’s Avonds gezellig buiten tot in de late uren Keuvelen over koetjes en kalfjes met de buren D’r werd gezongen en gelachen of we mopperden over ‘t weer Maar gezellig met de buren……Dat zie je nu niet meer
’n boterham met vet en een reep spek Met een beetje mosterd of een flinke streek appelstroop Maar die gekke koeieziekte of de varkenspest keer op keer Een boterham met vet en een reep spek……Dat zie je nu niet meer
’n Wijwatervaatje op de opkelder of langs ’t bed aan de muur Met ’n palmtakje achter ’t kruis tegen ‘t onweer of tegen ‘t vuur Alleen als de nood het hoogst is denken we nog aan Onze Lieve Heer Want ’n wijwatervaatje……Dat zie je nu niet meer
Nonnen met zwarte kappen en lange rokken Die iedere morgen in ’n stoet ter kerke trokken Maar nu herken je ze bijna niet meer Want zwarte kappen en lange rokken……Dat zie je nu niet meer
’n Geit, ’t was de koe van de werkmens Aan ‘n touw gebonden op de graskant langs de straat Ze zorgde voor melk en met wat gras en hooi was ze tevree Maar geiten op de graskant……Dat zie je nu niet meer
’n boer die in de zomer de oogst maaide met pik en zicht Tot dat ’t zweet van onder zijn pet lekte op z’n gezicht Maar ja de maaimachine doet nu ’t werk, rijdt heen en weer En die boer met pik en zicht……Dat zie je nu niet meer
Dat we vroeger een bericht verzonden met een briefkaartje Nu verzenden we brieven, wensen en berichten per apestaartje Er zijn minder postbodes op straat en tijd hebben ze ook niet meer En dat briefkaartje……Dat zie je nu niet meer
Maar ik sta hier nu en ik vraag jullie: “Is ’t nu beter” De tijden zijn veranderd en mee moeten we heel zeker Ik wens jullie dan ook nog veel geluk en tevredenheid En ik hoop voor jullie allen nog op ’n lange en goede gezondheid
Voor meer poweroints op Funnysite KLICK HERE For more powerpoints at Funnysite KLICK HERE Klik om af te sluiten. Muziek: Instrumenten Parade-Vlado Kumpan.