Les htv2 hfdst 38 APV Blz. 417- 425
De APV De gemeente heeft in de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht de bevoegdheid gekregen om verordeningen te maken om de huishouding in de gemeente te regelen. De gemeenteraad heeft de bevoegdheid gekregen verordeningen te maken op grond van art. 147 van de Gemeentewet. Door de gemeenteraad of bij wet kan ook de burgemeester of de burgemeester en wethouders de bevoegdheid worden gegeven een verordening te maken. De gemeente kan in de APV regels stellen die iets toestaan of het verbieden. Behalve in de APV kunnen zaken ook geregeld worden in aparte verordeningen bijv. de afvalstoffenverordening of de parkeerverordening.
Vervolg APV De gemeentelijke verordening mag niet regelen wat al in de provinciale of landelijke wetgeving is geregeld. De APV mag wel aanvullende regels geven over zo’n onderwerp. Om de APV te kunnen handhaven moet de gemeente ook de naleving daarvan kunnen afdwingen. De wet geeft de gemeente hiervoor een aantal mogelijkheden. APV-delicten zijn overtredingen en geen zware delicten. Op grond van art. 154 lid 1 Gemeentewet kan voor de overtreding van de APV de volgende maximumstraf worden afgelegd: Hechtenis van ten hoogste 3 maanden Geldboete van de 2e categorie Openbaar maken van rechtelijke uitspraak
Vervolg APV Voorbeelden van boetes van de APV kun je terugvinden in het feitenboekje of op www.om.nl. De overtredingen zijn alleen strafbaar als ze in de gemeente waar de APV is bepaald verboden zijn.
Opsporing en toezicht Optreden bij een overtreding van de APV kan op 2 manieren: Bestuursrechtelijk (o.a. door bestuursdwang en dwangsom) Strafrechtelijk Voor de handhaving zijn personen met toezichthoudende en/of opsporingsbevoegdheden aangewezen. Voor de aanwijzing van toezichthouders is een bepaling opgenomen in de model APV. De o.a. worden genoemd in art. 141 en 142 Sv. Onderscheid: bij toezicht op naleving van wettelijke voorschriften hoeft er geen sprake te zijn van een vermoeden van een overtreding.
Betreden van plaatsen Art. 5:15 Algemene wet bestuursrecht (AWB): Een toezichthouder is bevoegd elke plaats te betreden m.u.v. woningen zonder toestemming van de bewoner. Plaats: o.a. erven, (bedrijfs)terreinen, (bedrijfs)gebouwen Art. 149a Gemeentewet: Aan de toezichthouder kan de bevoegdheid tot binnentreden zonder toestemming van de bewoner worden toegekend, als het gaat om het toezicht op de naleving van bij verordening gegeven voorschriften die strekken tot de handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen. De toezichthouder mag wel binnentreden, maar niet doorzoeken. Hier moet toestemming voor zijn van de bijzondere wetgever.
Bevoegdheden toezichthouders Art. 5:16 AWB geeft de toezichthouder de bevoegdheid om inlichtingen te vorderen. Art. 5:20 AWB geeft iedereen de verplichting deze inlichtingen te verstrekken. Art. 5:17 t/m 5:19 AWB geeft toezichthouders de bevoegdheid om inzage te vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden en om zaken en vervoermiddelen te onderzoeken. In bijzondere wetten kunnen via een aanwijzing toezichthouders bepaalde bevoegdheden geven. Bijv. art. 100 Woningwet geeft toezichthouders de bevoegdheid om een woning binnen te treden zonder toestemming van de bewoners.
Diversen Beslistermijn (art. 1:2 ): De gemeente dient binnen 8 weken te beslissen of een vergunning of ontheffing wordt toegekend. Bij ingewikkelde aanvragen kan deze termijn met nog 8 weken worden verlengd. Ook kan de gemeente hier een andere termijn voor vaststellen, mits die redelijk is. Indiening aanvraag (art. 1:3): Als je een vergunning of ontheffing aanvraagt, moet er tussen de aanvraag en het moment dat deze nodig is minimaal 3 weken zitten. Deze termijn kan tot max. 8 weken worden verlengd, als de gemeente niet kan voldoen aan behandeling in 3 weken.
Vervolg diversen Voorschriften en beperkingen (art. 1:4): De gemeente mag voorschriften ter bescherming van de belangen waarvoor de vergunning is verleend vastleggen. Het niet nakomen van de voorschriften kan intrekking van de vergunning of bestuursdwang (administratieve sancties) tot gevolg hebben. Bestuursdwang kan alleen als voorschriften worden overtreden die verband houden met de bescherming van het belang waarvoor de vergunning is vereist. Volgens art. 6:1 staat er ook straf op het overtreden van aan een vergunning of ontheffing verbonden voorschriften. Persoonlijke vergunning: is niet overdraagbaar. Is gebonden aan de kwaliteiten van de aanvragen (iemand moet bijv. in het bezit zijn van bepaalde diploma’s.
Intrekking of wijziging vergunning of ontheffing (art. 1:6): Als een gemeente een vergunning of ontheffing wil intrekken, dan moet de belanghebbende in de gelegenheid gesteld worden om zijn bedenkingen te uiten. Termijnen (art. 1:7): Verleende vergunningen of ontheffingen gelden in principe voor onbepaalde tijd, tenzij: De vergunning automatisch wordt verleng of afhankelijk is van de voortdurende vervulling van de voorwaarden Het aantal beschikbare vergunningen beperkt is en door een dwingende reden van algemeen belang (= rule of reason) Een beperkte duur gerechtvaardigd is om een dringende reden van algemeen belang (bijv. vanwege volksgezondheid, milieu, openbare veiligheid)
weigeringsgronden De vergunning kan geweigerd worden in het belang van: Openbare orde Openbare veiligheid Volksgezondheid Bescherming milieu
Opdracht Werk in studiegroepjes (3 personen) Noteer alle artikelen genoemd op blz. 15 t/m 124. Geef bij ieder artikel aan wat de belangrijke bestanddelen zijn. Geef een toelichting op het artikel indien nodig (bijv. als er wordt verwezen naar een ander artikel dan zoek je het op en noteer je het). Als je in het artikel iets tegenkomt wat je niet snapt, zoek je het op of vraag je het na bij je medestudenten. Noteer wat je hebt gevonden. Je mag de artikelen verdelen, maar zorg ervoor dat iedereen van het studiegroepje alle artikelen heeft uiteindelijk. Neem de volgende les deze gemaakte opdracht mee.