Oktober 2014 Woord van Leven
“Ik ben het brood dat leven geeft. Wie bij mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in mij gelooft zal nooit meer dorst hebben.” Johannes 6,35
In zijn evangelie vertelt Johannes dat Jezus na de broodvermenigvuldiging zegt: “U moet geen moeite doen voor voedsel dat vergaat,
maar voor voedsel dat niet vergaat en eeuwig leven geeft; de Mensenzoon zal het u geven.” Joh 6,27a.
En even later zegt Jezus tot de menigte dat Hij het ware brood is dat uit de hemel is neergedaald en dat moet worden aangenomen door het geloof.
Jezus ziet zichzelf als brood. Dat is de ultieme reden van zijn leven hier op aarde. Brood zijn om gegeten te worden. Brood om ons mee te nemen in zijn leven en ons om te vormen in Hem.
Tot dit punt is de geestelijke betekenis van zijn woorden duidelijk
Maar ze worden mysterieus en moeilijk te aanvaarden wanneer Jezus even later van zichzelf zegt: “En het brood dat ik zal geven voor het leven van de wereld,
is mijn lichaam”, en: “Als u het lichaam van de Mensenzoon niet eet en zijn bloed niet drinkt, hebt u geen leven in u”. Joh 6,51b. Jon 6,53b.
Deze woorden ergeren veel van zijn volgelingen; en ze vertrekken.
Maar het grootste geschenk dat Jezus aan de mensheid wil geven, is juist zijn blijvende aanwezigheid in brood en wijn. Die brengt tot een intieme eenheid met Hem en verzadigt lichaam en ziel.
Als we ons voeden met dit brood wordt ieder verlangen naar liefde en waarheid verzadigd door Hem die de Liefde zelf is, de Waarheid in persoon.
“Ik ben het brood dat leven geeft. Wie bij mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in mij gelooft zal nooit meer dorst hebben.” Johannes 6,35
Dit brood voedt ons dus met Hem, zolang we hier op aarde leven. Maar het wordt ons gegeven zodat wij op onze beurt de geestelijke en materiële honger lenigen van de mensen om ons heen.
De wereld ontvangt de verkondiging van Christus niet via de eucharistie, maar via het leven van christenen die met dit brood en met zijn Woord zijn gevoed.
Zij verkondigen het evangelie met hun leven en hun woorden en stellen Christus tegenwoordig te midden van elkaar en van alle mensen.
Dankzij dit brood wordt het leven van de christelijke gemeenschap tot het leven van Jezus. En dat leven is in staat om de liefde aan de anderen door te geven.
“Ik ben het brood dat leven geeft. Wie bij mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in mij gelooft zal nooit meer dorst hebben.” Johannes 6,35
Met het beeld van het brood leert Jezus ons ook de meest ‘christelijke’ manier om onze medemens lief te hebben. Want wat betekent ‘liefhebben’ eigenlijk?
Liefhebben betekent ‘jezelf één maken’ met iedereen, met wat de anderen wensen, in de kleinste en onbeduidendste dingen, in dingen die voor ons misschien van geen belang zijn maar wel voor hen.
En Jezus heeft deze manier van liefhebben op een prachtige manier laten zien door voor ons brood te worden. Hij maakt zichzelf tot brood om in iedereen binnen te komen, om zich tot hun voedsel te maken, om zich één te maken met iedere mens, om te dienen, om iedereen lief te hebben.
Laten ook wij onszelf één maken en onszelf tot voedsel maken voor de anderen. Dat is liefde, jezelf één maken, zodat de anderen zich door onze liefde gevoed voelen, getroost, gesterkt en begrepen.
“Woord van Leven”,“Woord van Leven”, uitgegeven door de Focolarebeweging. Tekst van Chiara Lubich,”( ) Deze powerpoint in verschillende talen is te downloaden op: “Woord“Woord van Leven”, uitgegeven door de Focolarebeweging. Tekst van Chiara Lubich,”( ) Deze powerpoint in verschillende talen is te downloaden op: “Ik ben het brood dat leven geeft. Wie bij mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in mij gelooft zal nooit meer dorst hebben.” Johannes 6,35