Voor- en Vroegschoolse Educatie: Probleem-analyse, oplossingsstrategieën en effectiviteit P.P.M. Leseman © Pedagogiek in Beeld Hoofdstuk 23
Wat is het probleem? Kinderen in sociaal-economische en etnisch-culturele achterstandssituaties: Verhoogd risico op ontwikkelingsproblemen Einde basisschool: leerachterstand van 2 jaar. Oververtegenwoordigd in het Speciaal Onderwijs Oververtegenwoordigd in ‘zware vormen’ Jeugdhulpverlening © Pedagogiek in Beeld Hoofdstuk 23
Analyse van het probleem Persoonsgebonden en contextuele risico’s, bij cumulatie leidend tot: Emotioneel-negatief opvoedingsklimaat, harde discipline, desinteresse in welzijn van het kind Cultuur-pedagogische gezinskenmerken, leidend tot suboptimale ontplooiing van het potentieel van kinderen Andere thuistaal dan het Nederlands Weinig geletterdheid, weinig dialogen en weinig gezamenlijk spel © Pedagogiek in Beeld Hoofdstuk 23
Oplossingsstrategieën Voor- en vroegschoolse educatieve interventies (VVE), met als doelen: beschermen van het kind tegen de gevolgen van cumulerende risico’s, stimuleren van de ontwikkeling van het kind op met name taal (NT2) gebied. VVE: Vele soorten en maten.... © Pedagogiek in Beeld Hoofdstuk 23
Voor- en vroegschoolse programma’s: een taxonomie Centrumprogramma’s (center based): kindgericht, cognitieve en taaldoelen, meestal ook sociaal-emotionele doelen, uitgevoerd in speelzaal of kleuterklas door professionals (leidsters, leerkrachten). Gezinsprogramma’s (home based): kindgericht enz., maar uitgevoerd in het gezin door de ouders (daarbij begeleid vanuit het programma) Combinaties.... © Pedagogiek in Beeld Hoofdstuk 23
Resultaten van Kaleidoscoop en Piramide na één jaar (alleen peuterspeelzaal) en na drie jaar (peuterspeelzaal en kleutergroep); gestandaardiseerde effectgrootten (bron: Veen et al., 2000). 1,00 0,88 0,80 0,65 0,60 0,48 0,49 0,45 0,43 0,41 Effectgrootte 0,40 0,32 0,29 0,24 0,19 0,20 0,14 0,08 0,00 WS eigen taal WS Nederlands Verbaal redeneren Ordenen -0,1 -0,20 Kaleidoscoop na 1 jaar Kaleidoscoop na 3 jaar Piramide na 1 jaar Piramide na 3 jaar
Wat doen dit soort programma’s? Ze organiseren, structureren en verrijken de activiteiten en interacties van kinderen met materialen, andere kinderen en volwassenen, geven er intensiteit, duur en toenemende complexiteit aan, zowel op motorisch als op verbaal-communicatief vlak, en wel zodanig dat: ontwikkelingstrajecten op het gebied van taal-, cognitieve en sociaal-emotionele vaardigheden optimaal worden ondersteund. © Pedagogiek in Beeld Hoofdstuk 23
Zijn deze programma’s effectief? Wereldwijd, en ook in Nederland: wisselende effecten, maar overall beeld suggereert: matig-sterke effecten, in elk geval op de korte termijn. Er treedt vaak uitdoving op. Is ‘intelligentie’ dan echt niet te veranderen? Er zijn belangrijke uitzonderingen op deze regel, zoals Perry Preschool Project, Abecedarian Project, enz…. © Pedagogiek in Beeld Hoofdstuk 23
Analyse Perry Preschool Project Een model van het lange termijn effect © Pedagogiek in Beeld Hoofdstuk 23
Verder… Kenmerken als timing, intensiteit, duur, ‘dosis’, uitvoeringsprofessionaliteit en pedagogisch-didactische aanpak beïnvloeden effectiviteit. Vroeg beginnen (3 jaar), intensief (enkele dagen per week), langdurig (2-3 jaar), professionele uitvoering, kindvolgende-ontwikkelingsgerichte benadering,… Centrumprogramma vs. gezinsprogramma? Of beter: streven naar synergie? © Pedagogiek in Beeld Hoofdstuk 23
Laatste kwesties Lange termijn effectiviteit: komt neer op effectief transport en adequate transformatie van vroege effecten. Wat zijn de implicaties hiervan voor inbedding van VVE-programma’s in het (preventief) jeugdbeleid, opvoedingsondersteuning en onderwijsbeleid? © Pedagogiek in Beeld Hoofdstuk 23
Uitdoving of ‘te niet doen’ Uitdoving of ‘te niet doen’? Schoolsituatie Head Start kinderen vergeleken met die van voormalige controlekinderen © Pedagogiek in Beeld Hoofdstuk 23