The future of IR Pettinger (2000) Hoofdstuk 1 Inleiding.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Module B: De ‘Whole School Approach’
Advertisements

Hoofdstuk 5 Sociale verbanden.
The sociology of organizations 1. BUREAUCRACY AND LEGITIMATE AUTHORITY Max Weber Sarah Moonen
© Copyright 2010 by ir. J. AriensBouwrecht week 11 Welkom bij Bouwrecht Semester 3.
Kritische succesfactoren bij reorganisaties
Case study format Organisatie Gewenste toestand
[datum].
HOOFDSTUK 15: DE ACTIVITEITEN VAN DE VIERDE PIJLER DE VIERDE PIJLER VAN DE VLAAMSE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING:
COMPETENTIEONTWIKKELING
DE NOTARIS EN BEMIDDELING: 10 jaar later 20 mei 2009.
Zes uitgangspunten voor een goed pedagogisch klimaat
The future of IR Pettinger (2000) Hoofdstuk 2 Oud en nieuw.
The future of IR Pettinger (2000) Hoofdstuk 3 IR met vakbonden.
Want 1 op 5, dat is te veel!. 2 Netwerken 3 New York State Training School for Girls (1930)
The future of IR Pettinger (2000) Hoofdstuk 5 IR zonder vakbonden.
The future of IR Pettinger (2000) Hoofdstuk 10 Organisatieprioriteiten in IR.
Inleiding tot management en organisaties
Hoofdstuk 14 Effectieve teams samenstellen
Hoofdstuk 17 De organisatiecultuur bepalen en veranderen
Hoofdstuk 12 Conflicthantering
Oude en nieuwe uitdagingen in personeelsmanagement.
Gedrag in organisaties, 9e editie
Hoofdstuk 2 Beginselen van de EG. Taken EG: Het instellen van een gemeenschappelijke markt (= interne markt), dat wil zeggen één enkele binnenmarkt. Het.
Deel 1 Het managen van mensen en organi-saties.
De aard en effectiviteit van management
Organisatiestructuur en
Gedrag in organisaties, 10e editie
Hoofdstuk 6 Leidinggeven en macht
Hoofdstuk 1 Inleiding op gedrag in organisaties
Hoofdstuk 13 Conflicthantering
Hoofdstuk 9 Het aansturen van teams
Gedrag in organisaties, 10e editie
Vakbonden.  Een organisatie  Onderhandelen met werkgever (bv. Over loon, vergoedingen, werkuren)  Geven bijstand  Verdediging van mens en arbeid.
EOR en Vakbond Discussieaanzet FNV Europa conferentie, Sjef Stoop, FNV Formaat.
Communicatie in organisaties
Direct involvement, representation and employee voice in UK multinationals in Europe Wood & Fenton-O’Creevy (2005) European Journal of Industrial Relations,
Met Stakeholders Gedeelde Visie
Sociale kaders: Hoofdstuk 14 Sociale structuur
september 2009 Aanbevelingen van Compliance professionals
De hindernissen die personen met een handicap ervaren bij alle aspecten van het dagelijks leven Voorstelling van de resultaten van de consultatie (transversale.
2 DECEMBER 2014 COÖRDINEREND PLATFORM ECONOMIE EN ARBEIDSMARKT.
Dossier Empowerment.
WERKNEMERSVERTEGENWOORDIGING verschillen en gelijkenissen.
Union Membership, the Psychological Contract (PC), and Organisational Commitment (OC) in Three Contrasting IR Contexts Claes, R., & Schalk, R. (manuscript.
HR practices and workforce prospects Claes (2008). Zeitschrift für Personalpsychologie, 7(4),
Analyse maatschappelijk vraagstuk
Kwaliteit van Leven bij Personen met Verstandelijke Beperkingen
3.2: Sociale Partners en overheid Sociale partners: werkgevers- en werknemersorganisaties Poldermodel: ‘oplossen van problemen door overleg met de betrokkenen.
De structuur van de economie
Scherm van Ede Valleiconferentie Netwerk Geriatrie 3 december 2015
DE HRM COCKPIT Naar de ontwikkeling, opvolging en evaluatie van een duurzaam HRM beleid.
Wat is oud? Inleiding door: Arie Stolk redactielid Geron.
Stichting School & Veiligheid ondersteunt scholen bij het bevorderen van een sociaal veilig klimaat.
Visie van Eigen Kracht Eigen Kracht Centrale. Werkt aan een samenleving waarin participatie en samenredzaamheid van burgers centraal staan Waarin burgers.
Nieuwe opzet onderwijs. Huidige situatie onderwijs op Commanderij College: Methode bepaalt grotendeels: Welke onderwerpen worden behandeld Op welke wijze.
Hergebruik|29 oktober 2015 Hergebruik Workshop. Hergebruik| 29 oktober Hergebruik Archiefwet 1995 Artikel 2b. Hergebruik 1. Onder gebruik in de.
ROL VAN DE BOEKHOUDER, ACCOUNTANT, … BIJ BEDRIJFSOPVOLGING & -OVERDRACHT Hilde Gaublomme Week van de bedrijfsoverdracht 2016.
Staatsinrichting van Nederland (deel 2)
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de Nederland en Europa
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de “Politieke Stromingen”.
Gedrag in organisaties, 9e editie
Resultaatgericht Samenwerken
De fundamenten van groepsgedrag
Gedrag in organisaties Hoofdstuk VIII
Sociale kaders: Hoofdstuk 14 Sociale structuur
DE HRM COCKPIT Naar de ontwikkeling, opvolging en evaluatie van een duurzaam HRM beleid.
TOON DEZE SLIDE: INLEIDING
Groepsdynamica Storming
Hoeksteen van een kwaliteitsvolle werking
Zero Accidents Netwerk Nederland Voorjaar 2014
Transcript van de presentatie:

The future of IR Pettinger (2000) Hoofdstuk 1 Inleiding

Hoofdstuk 1 Inleiding Inleiding IR referentiekader Vakbonden Conformisme en consensus IR procedures Conclusies

Inleiding (1) Doel = totaalbeeld krijgen van IR en voornaamste kenmerken IR = systeem dat activiteiten op werkplaats regelt; overeenkomst waarbij eigenaars, managers en uitvoerend personeel van organisaties samen tot productiviteit komen; betreft standaarden zetten, consensus, en conflictmanagement.

Inleiding (2) Gegroeid uit: –industriële revolutie in 19e eeuw –inherent conflict tussen werkers en eigenaars –vormen van belangenverenigingen van werkers –terreinafbakening door beroepen en handelaars Deze tradities werken nog sterk door Recent: positieve en harmonische ethos; belang van goede relaties met werknemers

Inleiding (3) 3 benaderingen: –unitarisme = compatibele doelen; welzijn van organisatie; uitgesproken standaarden (werk, prestatie, persoonlijke) (Virgin, japanse org.) –pluralisme = variëteit doelen; regels ter conflictbeperking en -hantering (publieke org.) –radicalisme = werkers controleren middelen en genieten van voordelen (sommige vakbonden en activisten)

Inleiding (4) IR strategieën afhankelijk van sector en eigenaar (publiek of privé): –conflict: wantrouwen, onverenigbaren doelen;  locaties en personeel; complexe patronen tewerkstelling en beroepen; conflicten hanteren –conformiteit: standaarden zetten zodat  groepen boven divergentie uitstijgen (Virgin) –consensus: echte partnership tussen groepen (zeldzaam)

Inleiding (5) IR, personeel en organisatie: –personeel kennen en daar naar handelen in IR –identificatie met organisatie is cruciaal –organisatiedoelen ondersteunen of er complementair aan zijn –lukt soms niet: professionelen (onderwijs; koolmijnen) Limieten van IR: zie box 1.1. p.4

IR referentiekader (1) Tripartite systeem (zie Figure 1.1. p.5); andere overwegingen (zie box 1.2. p. 5); en probleemoplossen in IR (zie box 1.3. p. 6) –overheid = voornaamste universele invloed op IR; dominante werkgever; zet standaarden voor tewerkstelling en IR; maakt wetten –werknemers = vakbonden, vakverenigingen, individuen; vakbond heeft grootste invloed op IR. Classificatie vakbonden (België zie later en oefeningen):

IR referentiekader (2) per industrie (spoorwegen) per beroep (ingenieurs bedienden openbare besturen professionelen (onderwijs) technische (management en researchers) algemene (ongeschoolden en lager geschoolden) –Vakbonden verliezen invloed (teloorgang sectoren veel leden; wetgeving; overheid; technologie)

IR referentiekader (3) –Vakbonden herdefiniëren rollen (focus op individu en groepen; samenwerkingsakkoorden met organisaties; fusies; leden werven) –werkgevers = associaties en federaties, individuele org.; grootste invloed en stijgend –werkgevers zetten standaarden, bepalen condities, moeten fair en redelijk zijn, beschouwen IR als effectieve en winstgevende activiteit

IR referentiekader (4) IR vanuit EU = sociale partners & dialoog –EGKS 1951 waaronder België, EEG, EG, EU –concept van “sociale partners” (= Europese instellingen; werknemers; werkgevers; experten, quasi-legale en academische instellingen omtrent IR) –partnership eerder dan een geheel van delen Europees Sociaal Charter: zie box 1.5. p. 10

Vakbonden (Multi-unionism) Toenadering tussen  vakbonden Complexiteit van IR bij multi-unionism: –eventueel zoekt IR toevlucht tot arbitrage, IR schakelt een scheidsrechter in, alhoewel het geen universeel middel is om problemen op te lossen en het is ook geen beleid omtrent relaties met werknemers, het is enkel een bijkomend middel dat IR gebruikt als de situatie het vereist

Conformisme en consensus (1) Conformistische IR vereisen onderdrukking uiteenlopende belangen voor doelen: –van succesvolle organisatie en IR draagt bij –verantwoordelijkheid organisatie & managers –consultatie maar weinig echte onderhandeling –snelle en directe procedures voor harmonie en (vermijden) en oplossen conflicten –klare en beperkte positie van vakbonden

Conformisme en consensus (2) Bij conformistische IR zijn mogelijk: –akkoord met 1 vakbond (japanse org.) vereist: afspiegeling van organisatiecultuur hoge lonen één set van procedures en condities vakbond vertegenwoordigt alle personeel geschillen oplossen en discipline bewaren (werknemers op rechte pad houden) meestal pendulum arbitrage (zie later)

Conformisme en consensus (3) –“single table” akkoord met 1 centraal standpunt maar meerdere vakbonden mogelijk (zie box 1.7. p.14) –pendulum arbitrage = scheidsrechter hoort beide partijen en beslist dan ten voordele van de ene of de andere partij. Met dit voor ogen willen beide partijen echt hun best doen hun tegenstellingen op te heffen en het niet zover te laten komen

Conformisme en consensus (4) –“IR zonder vakbonden” vereist dat redenen om lid te zijn van vakbond niet (meer) bestaan: bereidwillige, consultatieve en open communicatie en attitudes faire procedures en praktijken (ook gepercipieerd) ondernemingsraden en andere organen verantwoordelijkheid van organisatie –“single status” concept = gelijke behandeling in procedures en gedragingen

Conformisme en consensus (5) –Flexibiliteit veronderstelt training en beschikbaar zijn voor alle werk –ondernemingsraden (zie België later) vanuit de Europese Directieve van 1994: EU organisaties met minstens 1000 wns in EU en minstens 150 wns in 2 lidstaten EU groeperingen van bedrijven gecontroleerd door 1 moederbedrijf met minstens 1000 wns in EU en minstens 2 bedrijven in afzonderlijke EU lidstaten ieder met minstens 150 wns

IR procedures (1) Zijn geschreven en maken duidelijk op wie ze van toepassing zijn en wanneer (bv. tewerkstellingspraktijken, gezondheid en veiligheid, geschillen, gelijke behandeling) Gebruikt door managers als richtlijn, soms stricte toepassing geven vereiste standaarden, attitudes en gedrag aan, mate van invloed in organisatie

IR procedures (2) begrepen en gevolgd door alle betrokkenen nieuwe wns informeren herzien met groepen personeel &vakbonden eindverantwoordelijkheid van organisatie comparatieve IR: zie box 1.8. p. 17 (vergelijk UK, USA en continentaal Europa)

Conclusies (1) Cruciale rol van managers in IR: –basis ontwikkelen voor harmonieuze en produktieve werkomgeving –wns motivatie hoog houden –formele en informele communicatie opzetten –brede range van competenties nodig (onderhandelen, geschillen oplossen, evenwicht nastreven)

Conclusies (2) Klimaat voor IR-managers kan gunstig of ongunstig zijn (best van probleem naar volgend probleem) Belang van tradities, historiek en achtergrond (geworteld in vroegere mistoestanden) voor huidige IR Geen kant-en-klare IR