NU OPSTAAN EN DURVEN De tweede grote etappe in de heilsgeschiedenis is de roeping van Abraham. Het verhaal vertolkt een van de meest fundamentele godservaringen. God wordt ervaren als een Stem die opklinkt uit de historische werkelijkheid. Een oproep: ‘trek weg uit uw land’ en een belofte: ‘ik zal een groot volk van u maken …Ik zal u zegenen’. NU OPSTAAN EN DURVEN
GENESIS 12:1 Dan zegt de Ene tot Abram: ga, jij, weg uit je land, uit je geboortetent en uit het huis van je vader,- naar het land dat ik je zal doen zien; 12:2 ik zal je maken tot een groot volk, ik zal je zegenen, ik zal groot maken jóuw naam; word een zegen!- 12:3 ik zal zegenen wie jou zegenen en wie jou verwenst zal ik vervloeken; door jou zullen gezegend zijn alle families op de bloedrode grond! 12:4 Dan gáát Abram, zoals tot hem gesproken heeft de Ene, en met hem mee gaat Lot.
Wegtrekken, Achterlaten wat geen leven is. Ze doen het samen, Abram en Sara. De Stem van Jahweh heeft zich nog niet kunnen wortelen In hun naam. Er is alleen belofte, Nog geen nageslacht, geen roots.
Vervolgens vertelt het verhaal wat geloven is: zich toevertrouwen aan Gods Stem, wegtrekken uit vastgeroeste situaties, op weg gaan in vertrouwen dat God gids zal zijn en zegen. Zo zal Abram Abraham worden en Sara Sarah. Hun naam doordrongen van Gods Stem zoals hun leven een gelovige worsteling werd tegen elke wanhoop. De Tora-rol ligt open als voedingsbron , eten en drinken. Wat met Abraham begint als een familiegeschiedenis wordt in de tijd van Mozes de hoop van Israël
Omtrent de ballingschap zal dit geloof van Abraham die ingaat op Gods roeping uitgroeien tot de geschiedenis en de toekomst van heel de mensheid. “Door u zal zegen komen over alle geslachten der aarde”
Bijbelteksen: Naardense Bijbel Illustraties: Marcus van Loopic Inspiratie: Oecumenische Bijbelzaterdagen / Gooi en Sticht /Internationaal commentaar op de Bijbel / Frieda Claeys Samenstelling: paul scheelen