Het koningschap van David en Salomo betekende in Israëls geschiedenis een periode van grote bloei en materiële welvaart. Deze etappe van de heilsgeschiedenis wordt tijdens de vierde zondag opgeroepen met het verhaal van Davids uitverkiezing, jammer genoeg in fragmentaire vorm. Het koningschap van Saul, die eveneens door Samuël was aangeduid en gezalfd, is mislukt. Samuël mag daarover niet blijven treuren. Hij moet erop vertrouwen dat met JHWH altijd een nieuw begin mogelijk is, en dat hij daar ook zelf wat aan moet doen: hij moet een nieuwe koning zoeken voor Israël, een man ‘naar het hart van JHWH’ (zie 1 Sam. 13, 14).
Samuël moet er echter voor zorgen niet de zelfde vergissing te maken als bij Saul, namelijk menen dat wie ‘met kop en schouders boven de anderen uitsteekt’ (1 Sam. 9, 2; 10, 23) - versta: wie naar menselijke maatstaven de voornaamste is ook automatisch een goede leider van het volk zou zijn.
1 SAMUEL 16:1 De Ene zegt tot Samuël: tot wanneer blijf je om Saul rouwen?- ik heb hem verworpen om over Israël koning te zijn!- vul je hoorn met olijfolie en ga heen: ik zend je tot Jesse de Betlehemiet, want ik heb bij zijn zonen voor mij een koning gezien! 16:2 Dan zegt Samuël: hoé kan ik gaan?- Saul zal ervan horen en mij ombrengen! De Ene zegt: je moet aan je hand een runderkalf meenemen en zeggen: om dit te offeren aan de Ene ben ik gekomen!- 16:3 je moet Jesse bij het offermaal roepen,- en zelf zal ik je laten weten wat je moet doen; zalven zul je voor mij degene van wie ik het tot je zeg! 16:4 Dan doet Samuël wat de Ene heeft gesproken en komt hij aan in Betlehem; Huiverend gaan de oudsten van de stad hem tegemoet, en zeggen: betekent je komst vrede? 16:5 Hij zegt: vrede!, om te offeren aan de Ene ben ik gekomen; heiligt u en komt met mij bij het offermaal! Hij laat Jesse en zijn zonen zich heiligen en roept hen tot het offermaal. 16:6 En het geschiedt bij hun komst dat hij Eliav aanziet,- en zegt: vast is hier tegenover de Ene zijn gezalfde! 16:7 Maar de Ene zegt tot Samuël: verkijk je niet op zijn aanzien en de hoogte van zijn gestalte, want hem heb ik verworpen!- want het gaat niet om wat de mens ziet, want de mens ziet aan wat voor ogen is, maar de Ene ziet het hart aan!
16:8 Dan roept Jesse Avinadav,- en laat hem voorbijkomen voor Samuëls aanschijn; maar hij zegt: ook deze heeft de Ene niet gekozen! 16:9 Dan laat Jesse Sjama voorbijkomen, maar hij zegt: ook deze heeft de Ene niet gekozen! 16:10 Zo laat Jesse zeven zonen van hem voorbijkomen voor Samuëls aanschijn; en Samuël zegt tot Jesse: al dezen heeft de Ene niet gekozen! 16:11 Dan zegt Samuël tot Jesse: zijn alle jongens geweest? En hij zegt: de kleinste is nog overgebleven, zie, die is herder bij het wolvee! Samuël zegt tot Jesse: zend bericht en haal hem!- want we zullen niet rond zijn voordat hij hier is gekomen! 16:12 Hij zendt bericht en laat hem komen; hij is rossig, daarbij mooi van ogen en goed om te zien; en de Ene zegt: sta op, zalf hem, want deze is het! 16:13 Dan neemt Samuël de hoorn met de olijfolie en zalft hem in de kring van zijn broeders; de Geest van de Ene grijpt David aan vanaf die dag en opwaarts; Samuël staat op en gaat terug naar Rama.
Als op het loofhutten feest zwaaien gelovigen met de loelav, de feestbundel van takken. Met het ritueel van heen en weer bewegen maakt men God in gedachten de koning over alle uithoeken van zijn hart en over hemel en aarde. Op de achtergrond verheft zich de berg Sion, de vredesduif in de lucht. De jonge David torst in de verte Tora.
Aan wie niemand gedacht heeft, daaraan denkt JHWH. De jonge David, die nog niet meetelt en die de schapen hoedt, wordt de nieuwe koning naar het hart van JHWH. NU OPSTAAN EN BEVRIJDEN
Bijbelteksen:Naardense Bijbel Illustraties:Marcus van Loopic Inspiratie:Oecumenische Bijbelzaterdagen / Gooi en Sticht /Internationaal commentaar op de Bijbel / Frieda Claeys Samenstelling:paul scheelen