15 juni 2011

 1-Ontwerpaanpak  Betreft 84% van de veranderingen  Daarvan loopt ¾ vast  Voorbeeld:  tussen had 90% van de  Fortune 500 (VS) een kwaliteits-  systeem, in 1987 was 80% daar  weer vanaf gestapt.  Belangrijke kenmerken  Top down/beheersing  Vaststaande periode  Weinig participatie Voorbeelden -Business Proces Redesign (BPR) -Total quality management (TQR,ink) -Balance Score Card (BSC) Resultaten; BPR-84% mislukt, (bron:onderzoek Arthur D.Little) TQM, ink-70% mislukt (bron: prof. R. Nissen) BSC-60-70% mislukt(bron: prof. A. de Waal)

Ontwerpen Zet doelen uit en streef deze na. Kies wegen en middelen om doelen te bereiken. Schat de belangen van anderen in, pas doen en laten daarop aan. Informeer medewerkers over de te realiseren veranderingen. Overtuig medewerkers van de juistheid van gekozen doelen en middelen. Weerleg andere meningen met rationele argumenten. Zet de betrokkenen op het juiste spoor. Maak een planning, bewaak de voortgang. Stel voor anderen doelstellingen, regels, grenzen, richtlijnen op en grijp in waar nodig. Enthousiasmeer medewerkers voor de voorgenomen veranderingen. Pareer weerstand door te legitimeren, een persoonlijk beroep te doen op of medewerking af te dwingen. Relativeer tegenslagen, houd het doel voor ogen.

 2-Ontwikkelaanpak  Betreft 16% van de veranderingen  2/3 met positieve ervaringen en resultaten  Belangrijke kenmerken  Meer participatie  Over een langere periode  Geleidelijk leren Voorbeelden - Lerende organisatie (Peter Senge) - Kennismanagement - Trainingen Resultaten: Lerende organisatie (sinds begin jaren 90 nauwelijks meer gebruikt ) Kennismanagement ((2001)is aan de bezuinigingsdood gestorven: prof. R. Nissen) Trainingen (het gemiddeld effect op het bedrijfsresulaat ligt tussen de % (bron: Training Magazine, Lakewood Research, 1987) ook worden lagere percentages genoemd als 3-5%.

Ontwikkelen Zoek met medewerkers en anderen naar gewenste (proces)doelen. Overleg over te kiezen middelen en de te verwachten effecten daarvan. Schat inzichten en belangen van anderen in, pas doen en laten daarop aan. Pas desgewenst eigen inzichten bij. Houd zicht op het proces van formuleren van doelen en selecteren van middelen. Creëer een situatie waarbij iedereen de ruimte heeft eigen inzichten naar voren te brengen. Analyseer samenwerking tussen mensen en intervenieer hierin. Stuur het proces en stel het in overleg bij. Planning en controle is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Stel met anderen doelstellingen, regels, grenzen, richtlijnen op en iedereen kan ingrijpen. Iedereen mag enthousiasmeren of geënthousiasmeerd worden. Doorzie de gevolgen van wel en niet participeren van betrokkenen. Heb oog voor de sociale structuur en de verandering daarin.