VCA – HOOFDSTUK 6 BRAND.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
De FASEN en fasenovergangen van stoffen.
Advertisements

Gevaarsinschatting Lt J. Adriaensens
Brandpreventie Eddy Soetewey.
Werkvergunning nu: veiligwerkvergunning
Consequenties voor werknemers en de bedrijfspraktijk
TOOLBOX MEETING CLEANING & STOCK
VGM - Les 8: Specifieke risicovelden 1
Wat voor zelfstandig ondernemer u ook bent (ZZP, DGA, freelancer, andere eenmanszaak, of bv MKB) of wat voor onderneming u ook heeft... wij hebben voor.
Gevaarlijke producten
Brand- en explosierisico’s op de werkplek
GEVAARLIJKE PRODUCTEN
Incidenten met gevaarlijke stoffen
Ontleding en industrie
Elektriciteitsletsels In dit hoofdstuk komt aan de orde: Achtergrondinformatie Het gevaar van elektriciteit Eerste Hulp bij elektriciteitsletsels.
RISICO VCA - Hoofdstuk 2.
Scheikunde 3HV H5 chemische reacties SV
Vergiftiging In dit hoofdstuk komt aan de orde: Achtergrondinformatie Behandeling van slachtoffers met een vergiftiging Vergiftigingen via het spijsverteringskanaal.
Inleiding Niet in detail, wel een overzicht
2. De zes fase-overgangen. 3. Einde.
vwo C Samenvatting Hoofdstuk 9
Hoofdstuk 1 Paragraaf 1 3 Havo en VWO.
Hoofdstuk 2 Samenvatting
Samenvatting Geluid Hoofdstuk 4 geluid.
Veiligheid.
Noorderlicht Guus & Fatih.
Natuurkunde paragrafen 3.1 en 3.2
Hoofdstuk 3 §1 en §2 Stoffen en hun eigenschappen.
4.4 Chemische reacties 4T Nask1 H4 Stoffen.
Isolatie en brandveiligheid B. Geerinckx 15 september 2006.
Vanharen Dany CPA SG St-Quintinus Regio Hasselt
Wind, Orkanen en Tornado’s
WERKEN MET GEVAARLIJKE STOFFEN
H 4. Brand en explosie.
RISICO’S VAN OPLOSMIDDELEN
gemaakt door Remco en Kevin!!
Milieu en veiligheid Kelly van Helden.
Gemaakt door : stefan en roelof uit H2B Paragraaf 3.1 en3.2
Verbranding Verbranding is een proces waarbij energie vrijkomt.
Brandtoets.
Stoffen Hoofdstuk 2: Stoffen herkennen.
Automutilatie bij jongeren
FASEN 1. De drie fasen. 2. De zes fase-overgangen. 3. Einde.
Leven in de aanwezigheid van Jezus. Is leven in hoop Leven in de aanwezigheid van Jezus.
Verkoop en service Hoofdstuk 3 Calamiteiten. Inhoud 1Artikelen verkopen 2Klanten helpen 3Calamiteiten 1.
Invloed van vergrijzing op brandveiligheid
Invloed van vergrijzing op brandveiligheid
SYLLABUS OPLEIDING AARDGAS PROFESSIONELE GASINSTALLATEUR
Rebound Beveiliging OEFENTOETS….. LET OP!!!! SUCCES; R E N O
Practicum 31 Pyriet Vraag bij het practicum:
VCA Basisveiligheid Hoofdstuk 4 Brand en explosie
3.5 van reactieschema naar Reactievergelijking
8.8 Verbrandingsreacties
Gevaarlijke stoffen.
Veilig en verantwoord werken
Veilig en verantwoord werken
Eind- en toetstermen VCA Basis Veiligheid
Programma Workshop 7B, ATEX
Verbranding en ademhaling
VGM - Les 8: Specifieke risicovelden 1
11. Ongevallen 11.1 Wat te doen bij incidenten?
Veilig en verantwoord werken
Veilig werken in de logistiek (KAM)
Brandstoffen verbranden
Hoofdstuk 2 Stoffen Wat gaan we vandaag doen? Terugblik Doel
Brandstoffen verbranden
Paragraaf 1 Wat is verbranding?.
Hoofdstuk 2 Stoffen Wat gaan we vandaag doen? Opening Terugblik
Transcript van de presentatie:

VCA – HOOFDSTUK 6 BRAND

BRAND Duizenden branden per jaar Bijna altijd materiële schade Vaak ook mensen het slachtoffer Hoe ontstaat brand? Welke factoren verhogen het risico? Hoe kan je schade beperken?

DE BRAND- of VUURDRIEHOEK Brandbare stof Zuurstof Ontstekingsenergie

BRAND - TERMEN Vlampunt Is de minimumtemperatuur waarbij een vloeistof zoveel damp ontwikkelt dat deze kan ontvlammen onder invloed van een ontstekingsbron Vb. benzine: -42.8°C stookolie: 55°C Indeling in klassen Zeer licht ontvlambaar:

BRAND - TERMEN Vlampunt Indeling in klassen Zeer licht ontvlambaar: Vlampunt <0°C Kookpunt ≤ 35°C Vb. benzine, benzeen, methanol, ether Licht ontvlambaar: Vlampunt <21°C Vb. aceton, ethanol, tolueen Ontvlambaar: Vlampunt tussen 21°C en 55°C Vb. Xyleen

BRAND - TERMEN Zelfontbrandingstemperatuur Is de laagste temperatuur waarbij een stof spontaan ontbrandt zonder enig hulpmiddel Vb. frietvet begint te branden vanaf 280°C zonder vonk of vuur

BRAND - TERMEN Explosiegrens Onderste explosiegrens (LEL- lower explosion Limit) Dit is de minimale hoeveelheid gas of damp die in de lucht moet zitten om een explosie te veroorzaken Bovenste explosiegrens (UEL- Upper Explosion Limit) Dit is de maximale hoeveelheid gas of damp in de lucht waarbij er nog een explosie kan plaatsvinden Explosiegebied Dit is het gebied tussen de bovenste en onderste explosiegrens In het explosiegebied is de mengverhouding tussen lucht en gas zo dat een explosie mogelijk is

4 Soorten brandbare stoffen Indeling in klassen Vaste stoffen Vloeistoffen Gassen Metalen Indeling in klassen A B C D

SOORTEN BRANDEN Klasse A: Droge branden Vaste stoffen zoals hout of papier Uitzondering: metaal = klasse D Te blussen met water of schuim Nablussen is nodig

SOORTEN BRANDEN Klasse B: Vette branden Branden van vloeistoffen of vaste stoffen welke bij warmte smelten Benzine, alcohol, olijfolie, was, frietvet, … Te blussen met poeder, CO2 of met schuim NOOIT met water steekvlam

SOORTEN BRANDEN Klasse C: Gasbranden Branden met een gas als brandstof Propaan, butaan, aardgas Gasflessen in de omgeving afkoelen met water Te blussen met poeder

SOORTEN BRANDEN Klasse D: Metaalbranden Branden met ontvlambare metalen Magnesium, staalwol, ijzervijlsel Te blussen met speciale poeders en zand

SOORTEN BRANDEN Elektrische branden Branden aan elektrische installaties Computer, printer, kopieerapparaat Te blussen met CO2

SOORTEN BLUSMIDDELEN Blussen 1 van de 3 elementen uit de branddriehoek verwijderen De juiste blusmethode gebruiken

BLUSMIDDELEN WATER Verkoelend effect Efficiënt om uitbreiding van brand te voorkomen Water gaat over in stoom en verdringt daardoor de zuurstof Nadelen Waterschade Elektrisch geleidend Reactie met chemische stoffen Steekvlam bij brandende vloeistoffen bevriest

BLUSMIDDELEN SCHUIM = water met schuimverwekkende stof Schuimlaag dekt de vuurhaard af Zorgt voor afkoeling Verhindert toevoer van zuurstof NADELEN: Schade Elektrisch geleidend Gevoelig voor bevriezing milieuvervuilend

BLUSMIDDELEN Zand Prima blusmiddel Sluit zuurstof af Ideaal voor brandende vloeistoffen en metaalbrand NADEEL: Koekt snel aaneen en verhardt Bij grote branden is een transportmiddel nodig

BLUSMIDDELEN BLUSPOEDER Zorgt voor verstikking van de brand Negatieve katalytische werking = remt de verbrandingsreactie Op brandblusser is aangeduid welke branden kunnen geblust worden (ABC-, BC- of D-poeder) NADELEN: Moeilijk buiten met wind Veel schade en opkuiswerk Vermindert het zicht in kleine ruimten Koelt de brandstof maar weinig af duur

BLUSMIDDELEN CO2 KOOLSTOFDIOXIDE Verdringt zuurstof Bijna geen opkuiswerk Verdampt en verdwijnt Wordt als onderkoelde mist gespoten Ideaal voor brandende elektriciteitskast of monitor te blussen NADELEN: Verstikkende werking Gevaar voor vrieswonden Niet buiten te gebruiken

BLUSMIDDELEN - OVERZICHT Werking Soort brand Water Verkoelend Stoom verdringt zuurstof A (vaste stoffen) Schuim Sluit zuurstoftoevoer af B (vloeistoffen) Zand B (vloeistoffen op de grond) D (metalen) Bluspoeder Remt verbrandingsreactie C (gassen) CO2 Verdringt zuurstof Elektrische branden

WAT TE DOEN BIJ BRAND? Breng eerst jezelf in veiligheid Meld de brand aan de verantwoordelijke of verwittig de hulpdiensten Help anderen indien nodig BLIJF KALM

WAT TE DOEN BIJ BRAND? Sluit ramen en deuren Controleer, indien mogelijk, of iedereen in veiligheid is Ga rustig naar buiten Volg de aanwijzingen van de evacuatieverantwoordelijken of brandweer Gebruik nooit de lift Vlucht dwars op de windrichting Begeef je naar de verzamelplaats en meld je aanwezigheid

WAT TE DOEN BIJ BRAND? Blus alleen als je weet hoe het moet Begin pas te blussen nadat je de brand gemeld hebt Als jij gaat blussen, ga dan als volgt tewerk Blus met de wind mee Richt op het brandende voorwerp, niet op de vlammen

ELK BEGIN VAN BRAND MOET GEMELD WORDEN AAN DE BRANDWEER WAT TE DOEN BIJ BRAND? AANDACHTSPUNTEN Brandwonden: eerst water de rest komt later Minimaal 15’ afkoelen met water Vastgekleefde kledij laten zitten Smeer geen zalf ELK BEGIN VAN BRAND MOET GEMELD WORDEN AAN DE BRANDWEER

VOORBEELDVRAAG 1 Hoe worden de zijden van de branddriehoek benoemd? a) brandbestrijding, brandpreventie en evacuatie b) zuurstof, brandbare stof en blusmiddel c) zuurstof, brandbare stof en ontstekingsbron ANTWOORD c

VOORBEELDVRAAG 2 Hoe verhouden het vlampunt en de zelfontbrandingstemperatuur van een stof zich ten opzichte van elkaar? a) ze zijn gelijk b) de temperatuur van het vlampunt is hoger c) de temperatuur van het vlampunt is lager ANTWOORD c

VOORBEELDVRAAG 3 Wat kan je zeggen over de gasconcentratie boven de bovenste explosiegrens? a) de gasconcentratie is te laag en een explosie is niet mogelijk b) de gasconcentratie is te hoog en een explosie is niet mogelijk c) de gasconcentratie is voldoende en een explosie is mogelijk ANTWOORD b

VOORBEELDVRAAG 4 Op welke stoffen hebben branden van klasse D betrekking? a) gassen b) metalen c) vaste stoffen ANTWOORD b

VOORBEELDVRAAG 5 Waarmee mag een vloeistofbrand nooit geblust worden? a) met water b) met poeder c) met schuim ANTWOORD a