OEFENVRAGEN 2 renaissance Havo4 - Vwo4 Bij De Bespiegeling Havo-boek: trailer blz.16 t/m 19
In de renaissanceperiode werden weer klassieke beelden gehouwen en in de schilderkunst werd veel realistischer gewerkt (denk ook aan de realistische kleuren, de anatomie van de afgebeelde personen, de exacte afbeeldingen en aan het perspectief) Vraag 1: Benoem drie aspecten die bijdragen aan het realisme van afbeelding 1. Vraag 2: Leg uit waarom de Heilige Lucas de patroon van het schildersgilde is geworden. < Afb.1 Jan Gossaert St.Lucas schildert het portret van Maria
Vraag 3: Leg uit wat sfumato is. Een van de beroemdste schilderijen uit de periode van de renaissance is ongetwijfeld de Mona Lisa, door Leonardo da Vinci. Het schilderij heeft een bijzondere, schemerige sfeer, die mede wordt veroorzaakt door het sfumato. Vraag 3: Leg uit wat sfumato is. < Afb.2 Leonardo da Vinci Mona Lisa, 1503-1507
Beiden worden vaker ‘uomo universalis’ genoemd. Naast Leonardo da Vinci is Michelangelo een beroemde kunstenaar uit de renaissance. Beiden worden vaker ‘uomo universalis’ genoemd. Vraag 4: Leg uit wat met uomo universalis wordt bedoeld. Michelangelo schilderde o.a. Het plafond van de Sixtijnse Kapel, in Rome. Hij deed er, met tussenpozen, twee jaar over. Vraag 5: noem drie redenen waarom Michelangelo, ondanks hard werken zo lang over de plafondschilderingen deed. < afb.3 het laatste oordeel, detail plafondschilderingen Sixtijnse Kapel 1508-1512
Op afbeelding 4 is David, een beeld van Michelangelo uit 1501 te zien Op afbeelding 4 is David, een beeld van Michelangelo uit 1501 te zien. Hij maakte het beeld in opdracht van de stadsstaat Florence. Vraag 6: Leg uit waarom het onderwerp van het beeld op afb.4 zeer in de smaak viel bij de opdrachtgever. < afb.4 David Michelangelo, 1501
Een opvallend kenmerk van veel renaissance bouwkunst is het gebruik van Klassieke stijlelementen. Bekijk afbeelding 5 hieronder, de kerk Santa Maria Novella. Vraag 7: Benoem vier Klassieke stijlkenmerken die je ziet op afbeelding 5 afb.5 >
Afb.6 > Bekijk afbeelding 6 hiernaast. De muurschildering door Masaccio heet de Heilige Drie-eenheid, en is gemaakt met de frescotechniek. Vraag 8: Leg uit wat of wie de Heilige drie-eenheid is en waar die zich in de fresco bevindt. Vraag 9: Leg uit hoe de regels van het perspectief zijn toegepast in deze fresco. Vraag 10: waar zou je als toeschouwer moeten staan om een perspecti- visch juist beeld te krijgen? Vraag 11: Leg uit hoe de fresco-techniek werkt.
Voor het grondplan van de Sint Pieterkerk in Rome zijn in de renaissance een aantal ontwerpen gemaakt. De kerk moest worden vergroot en er kwam een koepel op. Achtereenvolgens zie je, van links naar rechts hieronder het ontwerp van Bramante (a), Raphael (b) en Michelangelo (c). Vraag 12: Welke van de drie grondplannen beantwoordt het beste aan de uitgangspunten van de renaissance? Leg je antwoord uit. Vraag 13: het ontwerp van Michelangelo is eigenlijk een compromis van beide andere ontwerpen, waarbij Bramantes ontwerp van een langere ‘entree’ werd voorzien. Leg dit uit. b c Afb.7a >
Er werd ontworpen op basis van een van te voren vastgesteld systeem van regels vanuit de Romeinse bouwkunst (verhoudingen, vormkeuze, bouwvolume). Men wilde de perfecte klassieke bouwkunst evenaren. Vraag 14: Welke Romeinse bouwmeester werd door renaissance-architecten intensief bestudeerd? Leg uit hoe je dit aan de kerk hieronder op afbeelding 8 kunt zien. < afb.8