Meetinstrumenten voor effectiviteit BSI OQ Korte klachten lijst (Lange en Appelo) 4k’s Trimbos kwadranten Rom
“Brief Symptom Inventory” Verkorte versie van de SCL-90 53 items 9 subschalen (met 4 tot 6 items) “Hoeveel last de afgelopen week inclusief vandaag” Antwoordcategorieën 0 – 4 Scoring (gemiddelde) 0 – 4 (of T-score)
BSI Subschalen Lichamelijke klachten (SOM) Cognitieve problemen (COG) Interpersoonlijke gevoeligheid (INT) Depressieve stemming (DEP) Angst (ANG) Hostiliteit (HOS) Fobische angst (FOB) Paranoïde gedachten (PAR) Psychoticisme (PSY) Totaal score (TOT)
Lichamelijke klachten (SOM) Duizeligheid of moeite je evenwicht te bewaren
Cognitieve problemen (COG) Concentratie problemen
Interpersoonlijke gevoeligheid (INT) Gauw gekwetst of geraakt zijn
Depressieve stemming (DEP) Je somber voelen
Angst (ANG) Zomaar plotseling bang worden
Hostiliteit (HOS) Woede-uitbarstingen die je niet kan beheersen
Fobische angst (FOB) Bepaalde dingen, plaatsen of activiteiten vermijden omdat je er angstig van wordt
Paranoïde gedachten (PAR) Het gevoel dat anderen misbruik van je maken als je niet oppast
Psychoticisme (PSY) Het idee dat een ander je gedachten kan beïnvloeden
Aanvullende items Weinig eetlust Moeite met in slaap vallen Gedachten aan sterven of aan de dood Je schuldig voelen
Algemene indicatoren BSI Totaalscore Aantal aanwezig symptomen (score > 0) Ernst aanwezige symptomen
OQ-45 Outcome Questionnaire Voordelen OQ: Korte schaal Brede meetpretentie Zowel +items als -items
Drie subschalen Klachten en symptomen (SD) Interpersoonlijk functioneren (IR) Maatschappelijk functioneren (SR) En: Totaalscore (TOT)
Symptom Distress - SD Ernst van de klachten en symptomen Vooral depressie en angst, maar ook middelen misbruik Een hoge score betekent veel last; een lage score weinig last of ontkenning van symptomen. Voorbeeld items: 10. Ik ben angstig 36. Ik ben nerveus 42. Ik voel me neerslachtig
Interpersonal relations - IR Interpersoonlijk functioneren Functioneren in relatie met partner/ gezin/ familie/vrienden Een hoge score betekent dat de respondent problemen heeft op deze gebieden; een lage score afwezigheid en, sterker nog, tevredenheid over de relatie met naasten. Voorbeeld items: 7. Ik ben ongelukkig in mijn huwelijk/relatie 17. Ik heb een onbevredigend seksleven
Social Role - SR Functioneren op werk/opleiding In hoeverre men in staat is maatschappelijke “verplichtingen” te vervullen op werk, thuis in het huishouden of in een opleiding. Conflicten op het werk, een hoge werkdruk ervaren, inefficiënt functioneren leiden tot een hoge score. 14 Ik werk/studeer te veel 44. Ik ben zo kwaad op het werk/op school dat ik iets kan doen waarvan ik spijt zou kunnen krijgen
Korte Klachten Lijst 13 items (0 – 4) Aangeven “hoeveel last u ervan heeft” (0 = geen – 4 = heel erg) + 14. “Andere klachten, nl….” Totaal score 0 – 52 Alpha = .79 tot .85 Geen tijdspanne Kort-door-de-bocht
Items Angsten Concentratieproblemen Geheugenproblemen Depressiviteit Lichamelijke klachten Prikkelbaarheid Relatieproblemen Zelfmoordgedachten of –pogingen Eetstoornissen (Neiging) uzelf (te) beschadigen Seksuele problemen Slaapproblemen Verslavingen, nl…
Vier K’s Klachten Kwaliteit van leven Kosten Klantsatisfactie kkl In hoeverre heeft het lijden onder uw klachten de laatste maand negatieve invloed gehad op uw … werk / sociale leven / gezinsleven Kosten Zorgconsumptie en arbeidsverzuim Klantsatisfactie Welke rapportcijfer geeft u (tot nu toe) voor de manier waarop PsyQ met u en uw problemen is omgegaan
Kwadranten Trimbos Klinische resultaten: • Ernst (bv BDI) • Functioneren op (bv Gaf) • Kwaliteit van leven op (bv Mansa) Patiëntwaardering: • Waardering (bv subschalen van de CQIndex) • Ervaren mismatch (bv CANSAS of QLC) Kosten en opbrengsten: • Variabele kosten t.o.v. de geopende DBc • Verandering van woon- en leefsituatie • in deelname arbeidsproces Zorgproces: • Datum intake (dossier) • Datum start behandeling • Ja/nee Behandelovereenkomst • Uitgevoerde evaluaties • Gemelde incidenten
Discussie Overwegingen bij keuze instrument Meetpretentie Informatiewaarde Omvang Beschikbaarheid in het publieke domein Standarisatie van instrumenten of scoring?
Routine Outcome Monitoring & QuestManager
Achtergrond 1 Vragenlijstproject Amsterdam (1994) VU GGZ Buitenamstel PCA-Quest – QuestManager (1998)
Achtergrond 2 Routine Outcome Monitoring Leiden (2001) LUMC Rivierduinen Webbased QuestManager (2005) Rivierduinen Techxx
Achtergrond 3 Samenwerking universiteit en GGZ: Uiteindelijk doel: Dataverzameling problematisch model voor ROM software (QuestManager) Uiteindelijk doel: één standaard voor ROM uniformiteit in software en meetinstrumenten gezamelijk gegevensbestand
ROM Routinematig ernst van de klachten vaststellen Gebruikmaken van gevalideerde meetinstrumenten Generieke en stoornisspecifieke vragenlijsten Registratie van de behandeling + effect
Doelstelling Individuele uitkomst ter ondersteuning van de behandeling RCT techniek toepassen in klinische setting Geaggregeerde data voor wetenschappelijk onderzoek en kwaliteitsbewaking (benchmarking)
SAS-ROM bij G7 Samenwerking van 7 GGZ instellingen (Rivierduinen, SBG, Noor-holland Noord, Breburg, Reinier van Arkel, Delftland, Adhesie) Stemmingsstoornissen Angststoornissen (Somatoformen stoornissen) Behandeling volgens zorgprogramma’s Stepped care Evidence based Geprotocolleerd Gemeten “Vicino” / PrimQuest Screening Monitoring 1ste lijn Collaborative care
Opzet G7 Diagnostiek volgens de MINI-plus Beoordelingsschalen: MADRS CGI GAF Zelfrapportage vragenlijsten: BSI MASQ SF36 Stoornisspecifiek
Baseline Meting Stap Introductie en uitleg MINI Beoorde- ling schalen Vragen-lijsten Aantal 1-3 4-12 Duur 5 min 15-45 min 5-10 min 20-60 min Duur: Maximaal 2 uur
Vervolgmeting (na 3 mnd) Stap Intro Beoorde-lings-schalen Vragen-lijsten Aantal 1-3 4-12 Duur 5 min 5-10 min 20-60 min Duur: Maximaal 1 uur
Schematisch: Intake Treatment 1 Treatment 2 FU MINI BSI SF-36 BDI-II DAS13 DAPP-SF BSI SF-36 BDI-II DAS13 BSI SF-36 BDI-II DAS13 BSI SF-36 BDI-II DAS13
Resultaten weergeven Simpel én informatief Drie presentatie vormen In tabel Grafisch In tekst (voor rapportage)
Soorten resultaten Voor elke vragenlijst: Score op (sub)schalen vergeleken met twee normgroepen patiënten normalen Beloop over de tijd voor meerdere meetmomenten Vergelijking van twee meetmomenten
Uitkomst (tabel)
Beloop (tabel)
Beloop (grafiek)
Discussie Behandelaars vs. testmedewerkers Beoordelingsschalen vs zelf-rapportage Op de instelling vs. thuis