Nieuwe tijden, oude waarden Margo Trappenburg (iBMG/USBO) Gebaseerd op het NWO project The Robustness of Medical Professional Ethics, in samenwerking met Medard Hilhorst en Jolanda Dwarswaard Meer informatie via www.margotrappenburg.nl
Dilemma 1: kiezen in het ziekenhuis Patiënt 1 is zieker. Patiënt 2 heeft een voorrangscontract via zijn verzekeraar. Wie moet de arts eerst behandelen?
Dilemma 2: Kiezen in het verpleeghuis. Patiënte 1 klaagt en zeurt nooit. Zij heeft geen familie in de buurt. Patiënte 2 vraagt veel aandacht en heeft assertieve kinderen. Aan wie moet de verzorgende vooral aandacht besteden?
Oude waarde I: Medische zorg moet worden verdeeld naar medische behoefte. World Medical Association: “In circumstances where a choice must be made between potential patients (….) that choice must be made on medical criteria and made without discrimination.”
Gij zult niet discrimineren Niet op huidskleur … Niet op geloof .. Niet op geslacht .. En ook niet op verzekeraar of op mate van assertief gedrag.
Dilemma 3: Eerlijk zijn of niet? Patiënte vraagt informatie over uw instelling en over een andere instelling. Wat doet u? Opscheppen? Reclame maken? Eerlijk vergelijken?
Oude waarde II. Zorgverleners zijn collega’s en geen concurrenten. “At the time of being admitted as a member of the medical profession: I solemnly pledge myself to consecrate my life to the service of humanity; (…) The health of my patient will be my first consideration; (….) My colleagues will be my brothers; I will not permit consideration of religion, nationality, race, party politics or social standing to intervene between my duty and my patient.”
Gedragsregels voor artsen 1936 “Iemand, die geen roeping voelt voor het geneesheerschap, kan het niet ten volle goed uitoefenen. Geneesheer zijn wil zeggen dienaar zijn, dienaar van den zieken mensch.” “Een beroep als het onze moet niet met dat van een handelsman over één kam geschoren kunnen worden; een medicus die graag reclame maakt doet beter, evenals zijn collega, wien het alleen om geld verdienen te doen is, in den handel te gaan, waar zijn karakter en gaven meer tot hun recht kunnen komen dan in de medische praktijk.” “Zoo nadrukkelijk mogelijk moeten wij aanstonds als onze meening hier neerschrijven, dat wanneer een arts, in welke mate of in welk opzicht dan ook, er toe meewerkt om de aandacht van het publiek op zich te vestigen, hij een daad begaat die strijdt met de eerste beginselen van de medische ethiek.”
Wat gebeurt er met deze waarden? Vraagsturing Prestatiemeting, transparantie. Concurrentie Reclame, pr, marketing
Scenario 1 We nemen aan dat het nooit de bedoeling was dat die oude waarden zouden verdwijnen. We houden er gewoon aan vast en beschouwen het nieuwe stelsel als franje.
Op de website van de NPCF: “Onlangs ontving de NPCF een bericht dat een ziekenhuis voorrang geeft aan verzekerden van een voorkeursverzekeraar. Verzekerden van deze zorgverzekeraar worden binnen een paar dagen geholpen. (..) Het ziekenhuis mag afspraken maken met zorgverzekeraars over levertijden. (…) Het mag er echter niet toe leiden dat andere verzekerden langer moeten wachten op hun behandeling.”
Minister Hoogervorst over voorkruipzorg: Zorgverzekeraars maken afspraken met aanbieders. “Dat is geen voorrang, maar recht op zorg. Voor verzekerden van andere zorgverzekeraar hebben de afspraken van Zorg en Zekerheid geen gevolgen. Zij moeten daardoor niet langer op zorg wachten. de afspraken van Z en Z betreffen immers extra productie ….” (TK 25 170 nr. 36)
De Nederlandse burger … 91 % vindt het onwenselijk als mensen die meer betalen betere zorg krijgen (SCP rapport 2004) 88 % vindt dat de koningin ook gewoon in de rij moet staan voor zorg (NIPO enquête Quest 2007)
Reclame in de zorg … Staat nog in de kinderschoenen Veel koudwatervrees Kunnen we het geld voor marketing en p.r. niet veel beter besteden aan zorg? (Financieel Dagblad, 28-6-2006)
Scenario 2. We nemen de politiek serieus en gaan echt proberen om de zorgsector te veranderen in een markt. Met in begrip van (bijna) alles wat daarbij hoort …
Professionals in de zorg … Kunnen we niet meer vertrouwen, de grens tussen voorlichting en reclame is flinterdun geworden. Moeten opscheppers worden. Moeten eindeloos worden gecontroleerd (met alle cijfers over prestaties kan immers worden gesjoemeld).
Patiënten … Moeten mondig en assertief zijn. Geduld, bescheidenheid, tevredenheid en oog voor de belangen van andere mensen zijn achterhaalde deugden. Zijn dom als ze vertrouwen op de aangeboden zorg.
Wordt het scenario 1 of 2? Dit hangt voor een belangrijk deel af van de houding van managers en bestuurders in de zorg. Deze groepen zijn uit zichzelf geneigd ‘pro-actief’ met alles mee te denken: anticiperen op nieuwe ontwikkelingen, boot niet missen, door alle hoepels heen springen enz. Kan dat anders?