Hoofdstuk 1 Begripsbepaling AO/BIV
Organisaties Organisaties * hebben doelstellingen. Voor het bereiken van die doelstellingen zijn activiteiten nodig. Deze spelen zich af in processen*. Een proces is een reeks achtereen- volgende, samenhangende activiteiten. * Zie volgende slides!!
Organisaties Niveaus binnen organisaties: strategisch niveau → heeft betrekking op vaststellen en bijstellen van beleid; tactisch niveau → heeft betrekking op het aansturen en verantwoorden op procesniveau; operationeel niveau → heeft betrekking op uitvoeringsactiviteiten.
Organisaties Niveaus binnen een organisatie (naar: Jans, 2008)
Bestuurlijke informatievoorziening Om organisaties aan te sturen is voor de verschillende geledingen informatie nodig op: strategisch niveau (directie); tactisch niveau (afdelingshoofden); operationeel niveau (werkvloerniveau). Bestuurlijke informatievoorziening moet hierin voorzien.
Informatie Informatie kan voor een organisatie van betekenis zijn als zij: effectief is, dat wil zeggen: het beoogde effect bereikt; betrouwbaar is, dat wil zeggen: juist, volledig, tijdig en geautoriseerd.
Administratieve organisatie Het geheel van maatregelen en procedures dat leidt tot effectieve en betrouwbare informatie noemen we administratieve organisatie (AO).
Interne controle Het onderdeel binnen AO dat zich met name richt op de betrouwbaarheidseis noemen we interne controle. Interne controlemaatregelen worden onderverdeeld in: – preventieve maatregelen – repressieve maatregelen
Preventieve maatregelen Preventieve maatregelen zijn organisatorisch van aard, bijvoorbeeld: controletechnische functiescheiding vaste procedures budgettering richtlijnen en instructies
Repressieve maatregelen Repressieve maatregelen zijn administratief van aard. Hierbij kun je denken aan ‘harde controles’: verbandcontroles detailcontroles inventarisaties controleberekeningen
Aanvullende begrippen Bevoegdheidscontrole Aanwezigheidscontrole Juistheidscontrole Tijdigheidscontrole Normcontrole Formele controle Materiële controle Positieve controle Negatieve controle
Beveiliging van geautomatiseerde systemen Beveiliging tegen misbruik Fysieke beveiliging van apparatuur (o.a. afsluitbare ruimtes, sprinklerinstallaties, noodstroomvoorziening) Organisatorische beveiliging (o.a. beveiliging software, wachtwoorden, calamiteitenplan, authenticatieprocedures)
Beveiliging bestanden Bestanden worden beveiligd tegen fouten door: toegangscontrole invoercontrole back-up en recovery bestaanbaarheidscontroles
Beveiliging programma’s Programma’s worden beveiligd tegen fouten door: Controle op versienummer Gebruikers- en acceptatietesten Controle op geautoriseerde wijzigingen Toegangscontrole Consolelogboek
Logsystemen Onder een logsysteem wordt verstaan het geautomatiseerd vastleggen van computerhandelingen van een functionaris.
De security officer De security officer is verantwoordelijk voor het beveiligingsbeleid binnen de organisatie voor wat betreft de beveiliging van geautomatiseerde systemen.