Gedrag in organisaties, 10e editie Stephen P. Robbins en Timothy A. Judge Macht en politiek Hoofdstuk 12
Na bestudering van dit hoofdstuk ben je in staat om: 1. Het begrip macht te definiëren en af te zetten tegen leiderschap. De vijf machtsbases te beschrijven en te onderscheiden. Negen tactieken om invloed te krijgen en de invloed ervan te beschrijven. Oorzaken en gevolgen van politiek gedrag te beschrijven Technieken om indruk te maken op iemand toe te passen De invloed van cultuur op opvattingen en politieke tactieken aan te tonen.
Macht Een vermogen van A om het gedrag van B zó te beïnvloeden dat B iets doet wat hij anders niet zou doen
Macht Het potentieel aanwezige vermogen hoeft niet geactiveerd te worden om effectief te zijn. Er is een afhankelijkheidsrelatie voor nodig.
Leiderschap en macht verschillen Verenigbaarheid van doelen. Macht vereist slechts afhankelijkheid, bij leiderschap moeten de doelen van leider en volgelingen enigszins overeenstemmen. Richting van invloed. Macht werkt in alle richtingen. Leiderschap werkt vooral met neerwaartse invloed naar volgelingen. Verschil in onderzoeksfocus. Bij leiderschap draait onderzoek vooral om stijl. Bij macht veelal om tactieken om gehoorzaamheid te verkrijgen.
Machtsbases Persoonlijke macht Formele macht Afgedwongen Expertise Beloning Legitieme Persoonlijke macht Expertise Referentie
Machtstactieken Legitimiteit Rationele overreding Inspirerend appel Consultatie Ruil Persoonlijk appèl Innemendheid Druk Coalities
Coalities Een informele groep die bijeen wordt gehouden door het actieve nastreven van een enkel doel. Er zit macht in het getal. Coalities willen zo groot mogelijk worden. Er zullen meer coalities gevormd worden als taken en middelen sterk interdependent zijn. Hoe routinematiger het werk, hoe sneller er een coalitie gevormd wordt.
Politiek gedrag De activiteiten die niet vereist zijn voor iemands officiële rol binnen de organisatie, maar die de verdeling van voor- en nadelen binnen de organisatie proberen te beïnvloeden.
Factoren die bijdragen aan politiek gedrag Individuele factoren: Self-monitoring Interne locus of control Grote behoefte aan macht
Factoren die bijdragen aan politiek gedrag Organisatiefactoren: weinig vertrouwen rolambiguïteit onduidelijke prestatiebeoordelingssystemen zero-sum beloning bij middelentoewijzing democratische besluitvorming sterke druk tot presteren hoge managers die hun eigenbelang dienen
Gevolgen van politiek gedrag Sterke bewijzen dat de perceptie van politieke spelletjes in de organisatie negatief gecorreleerd is aan werktevredenheid. Stress en angst op het werk nemen toe. Leidt tot lagere prestaties, zoals door de werknemers zelf aangegeven.
Defensief gedrag Inspanning vermijden Beschuldigingen vermijden Te sterk conformeren Zwarte piet doorspelen Je van de domme houden Rekken Aan het lijntje houden Beschuldigingen vermijden Bluffen Op safe spelen Rechtvaardigen Zondebok aanwijzen Verkeerde voorstelling van zaken geven Verandering vermijden Preventie Zelfbescherming
Technieken gebruikt bij impressiemanagement Wit voetje halen Uitvluchten Excuses Zelfpromotie Vleierij Gunsten Associatie
Ethische richtlijnen Vervormen van informatie om een gunstige indruk te wekken: is dit echt het risico waard? Weegt het nut van politiek gedrag op tegen schade aan anderen? Komen politieke activiteiten overeen met normen van eerlijkheid en rechtvaardigheid?