12 januari 2014 Zoetermeer 1 1Samuël 14. voorgeschiedenis (1Samuël 13):  beginjaren Sauls regering (1Sam.13:1,2) (ruim 1000 v. Chr.) 2.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Hier en hiernamaals.
Advertisements

1 19 jan Urk. 2 de context van 2Korinthe 3  Paulus reageert op beschuldigingen dat hij onbevoegd zou zijn (3:1,2);  Paulus plaatst zijn Evangelie.
Paulus' eerste brief aan Korinthe (20) 23 januari 2013 Bodegraven.
ÉÉN GOD, DE VADER 3 nov Rotterdam.
Betuigd door een vuurkolom.. Exodus 3:2 Daar verscheen hem de Engel des HEREN als een vuurvlam midden uit een braamstruik. Hij keek toe, en zie, de braamstruik.
Genesis 25: 27 Toen de jongens opgroeiden, werd Esau een man, ervaren in de jacht, een man van het veld, maar Jakob was een huiselijk man, die in tenten.
7 april 2013 Zoetermeer 1. 1Korinthe Maar, zal iemand zeggen, hoe worden de doden opgewekt? En met wat voor lichaam komen zij? 2.
27 februari 2014 Bodegraven 1. 1Korinthe 12 1 Ten aanzien van de uitingen des geestes, broeders, wil ik u niet onkundig laten. 2.
2Koningen 7. wanneer: tijd van: waar: 8-ste eeuw voor Chr. Elisa Samaria, hoofdstad tienstammen-rijk.
Bestemming God eren ….
Het Brood des levens Niek vorige week gesproken over je vastheid vinden bij God.
Paulus en Israël Romeinen 9-11.
Waarom zijn er zoveel oorlogen ?
Weten en... beseffen Weten en beseffen zijn twee verschillende dingen. Weten dat de bergen in de Alpen hoog zijn is wat anders dan dit ook te beleven.
9 januari 2013 Bodegraven 1. 1Korinthe 11 1 Wordt mijn navolgers, gelijk ook ik Christus navolg. 2.
En nadat Hij dit gesproken had, werd Hij opgenomen, terwijl zij het zagen, en een wolk onttrok Hem aan hun ogen. Handelingen 1.
1 7 nov Rijnsburg 7 nov Rijnsburg. 2 Hebreeën 7 15 En nog veel duidelijker wordt het, als naar het evenbeeld van Melchisedek een andere priester.
1 17 okt 2013 Rijnsburg 17 okt 2013 Rijnsburg. 2 het voorgaande: Melchisedek voor het eerst ter sprake in 5:6 en 5:10 10 door God aangesproken als hogepriester.
13 maart 2014 Bodegraven 1. 1Korinthe Want gelijk het lichaam één is en vele leden heeft, en al de leden van het lichaam, hoe vele ook, een lichaam.
hebben jullie heilige Geest ontvangen?
Zegen & vloek deel II.
De bloedbruidegom Exodus 4.
GEZEGEND nieuwjaar! wat is dat?.
1. Gereformeerde Synode dr. J.G. Geelkerken 3.
Bij het kolenvuur Johannes
Pasen & Pinksteren op één dag!
"in geen ding bezorgd" 1.
Pasen & Gilgal 1.
Romeinen Maar de gerechtigheid uit het geloof… nl. in Gods onvoorwaardelijke BELOFTE 2.
1. de vorige keer En de ark des HEREN bleef drie maanden in het huis van de Gatiet Obed-Edom, en de HERE zegende Obed- Edom en zijn gehele huis.
NIET: waarom moest Christus sterven? Om op te kunnen staan en zó de dood te overwinnen! 2.
1Korinthe 6 : Korinthe 6 : Alles is mij geoorloofd, maar niet alles is nuttig...
Groot geloof 1.
1 19 dec Rijnsburg 19 dec Rijnsburg. 2 Hebreeën 8 1 De hoofdzaak VAN ONS ONDERWERP is, dat wij zulk een hogepriester hebben, die gezeten is.
De Ben Adam Psalm 8.
13 oktober 2013 Zoetermeer 1. de voorgeschiedenis in Handelingen 21:  Paulus arriveert in Jeruzalem (± 60 AD) 21:17  de ontmoeting met Jakobus e.a.
Genesis Genesis Hierna gebeurde het, dat God Abraham op de proef stelde. Hij zeide tot hem: Abraham, en deze zeide: Hier ben ik.
David, een profeet psalm 16.
Tien treden terug Jesaja 38. tien treden terug Jesaja 38.
Wie is mijn naaste? Lucas
Marcus Marcus En toen Hij weder uit het gebied van Tyrus vertrokken was En Jezus ging vandaar en trok Zich terug naar de omgeving.
Ga mij niet voorbij... Lucas 18: 31 – 42.. Ga mij niet voorbij... Lucas 18: 31 – 42.
Kom Hoger #5 Hij moet groter worden!
Vaders & ouwe jongens Moeders & ouwe taarten.
1 Gen 37:3 En Israël (Jacob) had Jozef lief boven al zijn zonen, omdat hij hem een zoon des ouderdoms was; en hij maakte hem een pronkgewaad. 4 Toen zijn.
Wanneer heb je een echt, levend, geloof?
Welkom in de samenkomst
Wie het laatst lacht... Genesis
24 augustus 2014 Tollebeek. 'DE TWAALF ARTIKELEN VAN HET ALGEMEEN ONGETWIJFELD CHRISTELIJK GELOOF'... Die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd,
Christen zijn in de maatschappij Hilversum, 9 november
31 augustus 2014 Zoetermeer 1. de vorige keer... Handelingen 20  Paulus' derde 'zendingsreis'  is op doorreis naar Jeruzalem  passeert Efeze (waar.
1 2 oktober 2014 Rijnsburg 2 oktober 2014 Rijnsburg.
Geest beweegt nog steeds gelovigen
1 16 jan Rijnsburg 16 jan Rijnsburg. 2 de vorige keer:  "de hoofdsom van het gezegde" (8:1)  de aankondiging van een nieuw verbond (8:8)
Lucas 15: 11 En Hij zeide: Iemand had twee zonen
12 sept 2013 Bodegraven 1. 2  vooraf lezen: 1Kor.7:12 t/m 24  indeling 1Korinthe 7  1 t/m 9: over het huwelijk  10 t/m 16: over echtscheiding  16.
Verander je wereld 2 Samuel 11:1-2 Bij het aanbreken van het voorjaar, de tijd waarin koningen gewoonlijk ten strijde trekken, stuurde David opnieuw een.
Wegwijzer naar Jezus Handelingen 8:26-40
13 november 2014 Bodegraven 1. 2 de vorige keer: 1Kor.15:29-34 indien er geen doden opgewekt worden...  vs 29: waarom dopen?  vs.30-32: waarom doodsgevaren.
De jonge Samuël was... hoofdstuk 1: uit een onvruchtbare vrouw geboren hoofdstuk 2: eerstegeborene, priesterlijk 3.
10 januari 2013 bijbelstudie nr. 3 Vanaf hoofdstuk 1:19.
2 juni 2013 Rotterdam 1. Galaten 4 21 Zegt mij, gij, die onder de wet wilt staan, luistert gij niet naar de wet? 2.
27 okt Zoetermeer 1. voorgeschiedenis  Paulus bezoekt de tempel (21:27)  'ontwijding van de heilige plaats' (21:28)  bijna vermoord (21:31) 
Ehud een man die links was.
De Hebreeën-brief (6) donderdag 18 april 2013 vanaf Hebreeen 31.
15 december 2013 Rotterdam 1. Caesarea – een haven, een poort 2.
30 juni 2013 Zoetermeer 1. 2 Handelingen 14:27 27 En daar aangekomen, riepen zij de gemeente bijeen en gaven verslag van al wat God met hen gedaan had,
26 sept 2013 Bodegraven 1. 1Korinthe 8 1 Wat het offervlees aangaat, wij weten, dat wij allen kennis bezitten. De kennis maakt opgeblazen, maar de liefde.
2 13 Daarop zeide Mozes tot God: Maar wanneer ik tot de Israelieten kom en hun zeg: De God uwer vaderen heeft mij tot u gezonden, en zij mij vragen:
Les 10 Respecteer je ouders
Transcript van de presentatie:

12 januari 2014 Zoetermeer 1 1Samuël 14

voorgeschiedenis (1Samuël 13):  beginjaren Sauls regering (1Sam.13:1,2) (ruim 1000 v. Chr.) 2

voorgeschiedenis (1Samuël 13):  beginjaren Sauls regering (1Sam.13:1,2) (ruim 1000 v. Chr.)  de Filistijnen waren ten strijde verzameld. Mikmas De Filistijnen nu hadden zich verzameld om tegen Israel te strijden, drieduizend wagens, zesduizend ruiters en voetvolk talrijk als het zand aan de oever der zee. Zij trokken op en legerden zich te Mikmas, oostelijk van Bet-awen. 1Samuël 13:6 Mikmas De Filistijnen nu hadden zich verzameld om tegen Israel te strijden, drieduizend wagens, zesduizend ruiters en voetvolk talrijk als het zand aan de oever der zee. Zij trokken op en legerden zich te Mikmas, oostelijk van Bet-awen. 1Samuël 13:6 3

4

voorgeschiedenis (1Samuël):  beginjaren Sauls regering (13:1,2) (ruim 1000 v. Chr.)  de Filistijnen waren ten strijde verzameld.  het land werd geplunderd door drie groepen plunderaars (13:17); 5

voorgeschiedenis (1Samuël):  beginjaren Sauls regering (13:1,2) (ruim 1000 v. Chr.)  de Filistijnen waren ten strijde verzameld.  het land werd geplunderd door drie groepen plunderaars (13:17);  het land was goeddeels ontwapend (geen zwaarden en speren). Smeden waren niet toegestaan (13:19). Dus moesten alle Israelieten naar de Filistijnen gaan om ieder zijn zeis, zijn ploegschaar, zijn bijl of zijn sikkel te laten scherpen... 1Samuël 13:20 Dus moesten alle Israelieten naar de Filistijnen gaan om ieder zijn zeis, zijn ploegschaar, zijn bijl of zijn sikkel te laten scherpen... 1Samuël 13:20 6

1Samuël 14 1 Op zekere dag zeide Jonatan, de zoon van Saul, tot zijn wapendrager: Kom, laten wij oversteken naar de wachtpost der Filistijnen aan gindse zijde. Maar zijn vader deelde hij het niet mee. 7

1Samuël 14 1 Op zekere dag zeide Jonatan, de zoon van Saul, tot zijn wapendrager: Kom, laten wij oversteken naar de wachtpost der Filistijnen aan gindse zijde. Maar zijn vader deelde hij het niet mee. 8

1Samuël 14 2 Saul nu zat aan de grens van Gibea onder de granaatappelboom te Migron. En het krijgsvolk dat bij hem was, telde ongeveer zeshonderd man. 9

1Samuël 14 3 Achia, de zoon van Achitub, de broeder van Ikabod, de zoon van Pinechas, de zoon van Eli, de priester des HEREN te Silo, droeg de efod. Het volk nu wist niet, dat Jonatan weggegaan was. 10

1Samuël 14 3 Achia, de zoon van Achitub, de broeder van Ikabod, de zoon van Pinechas, de zoon van Eli, de priester des HEREN te Silo, droeg de efod. Het volk nu wist niet, dat Jonatan weggegaan was. 11

1Samuël 14 4 Tussen de bergpassen, waarlangs Jonatan zocht over te steken naar de wachtpost der Filistijnen, was aan weerszijden een rotspunt: de ene heette Boses, de andere Senne. 12

1Samuël 14 5 De ene punt stond als een zuil in het noorden tegenover Mikmas, de andere in het zuiden tegenover Geba. heerlijkheid vernedering 13

1Samuël 14 6 Jonatan nu zeide tot zijn wapendrager: Kom, laten wij oversteken naar de wachtpost van deze onbesnedenen. Misschien zal de HERE voor ons handelen, want de HERE kan evengoed verlossen door weinigen als door velen. 14

1Samuël 14 6 Jonatan nu zeide tot zijn wapendrager: Kom, laten wij oversteken naar de wachtpost van deze onbesnedenen. Misschien zal de HERE voor ons handelen, want de HERE kan evengoed verlossen door weinigen als door velen. 15

1Samuël 14 7 Toen zeide zijn wapendrager tot hem: Doe al wat uw hart begeert; ga uw gang, ik ben met u wat ook uw hart begeert. 16

1Samuël 14 8 Jonatan zeide: Zie, wij steken naar die mannen over en vertonen ons aan hen. 17

1Samuël 14 9 Indien zij tot ons zeggen: Blijft staan, tot wij bij u komen; Dan blijven wij staan waar wij zijn en klimmen niet tot hen op; 18

1Samuël maar indien zij zeggen: klimt tot ons op; Dan zullen wij opklimmen, want dan heeft de HERE hen in onze macht gegeven. Dit zal voor ons het teken zijn. 19

1Samuël Toen zij beiden zich aan de wachtpost der Filistijnen vertoonden, zeiden de Filistijnen: Zie, Hebreeen komen te voorschijn uit de holen waarin zij zich verborgen hadden. 20

1Samuël De mannen van de wachtpost riepen Jonatan en zijn wapendrager toe: Klimt tot ons op, dan zullen wij u leren. Hierop zeide Jonatan tot zijn wapendrager: Klim achter mij op, want de HERE heeft hen in de macht van Israel gegeven. 21

1Samuël De mannen van de wachtpost riepen Jonatan en zijn wapendrager toe: Klimt tot ons op, dan zullen wij u leren. Hierop zeide Jonatan tot zijn wapendrager: Klim achter mij op, want de HERE heeft hen in de macht van Israel gegeven. 22

1Samuël Toen klom Jonatan op handen en voeten naar boven, met zijn wapendrager achter zich aan. En zij werden door Jonatan neergeveld; zijn wapendrager maakte hen af achter hem. 23

1Samuël Deze eerste nederlaag nu, die Jonatan en zijn wapendrager hun toebrachten, kostte hun ongeveer twintig man, over een lengte van ongeveer een halve vore van een juk land. 24

de actuele situatie... (1Sam.14:14)  een goed begin! – het halve werk  Jonathan had op eenzame hoogte de overwinning behaald  het volk wist nog van niets... 25

1Samuël Toen kwam er schrik in de legerplaats, op het veld en onder al het volk. Ook de wachtpost en de plunderaars schrokken, en de aarde beefde, zodat het werd tot een schrik Gods. 26

1Samuël Toen kwam er schrik in de legerplaats, op het veld en onder al het volk. Ook de wachtpost en de plunderaars schrokken, en de aarde beefde, zodat het werd tot een schrik Gods. 27

1Samuël Toen de uitkijkposten van Saul te Gibea in Benjamin dit zagen (en zie, de menigte liep sidderend heen en weer) 28

1Samuël zeide Saul tot het volk dat met hem was: Stelt een onderzoek in en ziet, wie van ons is weggegaan. Zij stelden dan een onderzoek in, en zie, Jonatan en zijn wapendrager ontbraken. 29

1Samuël Toen zeide Saul tot Achia: Breng toch de ark Gods hier. Want de ark Gods bevond zich in die tijd bij de Israelieten. 30

1Samuël Maar terwijl Saul tot de priester sprak, werd het rumoer in de legerplaats der Filistijnen gaandeweg sterker, zodat Saul tot de priester zeide: Trek uw hand terug. 31

1Samuël Saul nu en al het volk dat bij hem was, verzamelden zich; en toen zij op de plaats van de strijd kwamen, zie, het zwaard van de een was tegen de ander, een zeer grote verwarring. 32

1Samuël Bovendien voegden de Hebreeen, die reeds lang bij de Filistijnen waren en verspreid met hen in het leger waren opgetrokken, zich bij de Israelieten, die bij Saul en Jonatan waren. 33

1Samuël Ja, toen alle mannen van Israel die zich op het gebergte van Efraim verborgen hadden, hoorden, dat de Filistijnen op de vlucht waren geslagen, sloten ook zij zich bij hen aan in de strijd. 34

1Samuël Zo verloste de HERE op die dag Israel. De strijd strekte zich uit tot voorbij Bet-awen. 35

1Samuël Toen de mannen van Israel op die dag bedreigd werden, had Saul het volk een vervloeking doen uitspreken: Vervloekt is de man, die spijs eet voor de avond en voordat ik mij op mijn vijanden gewroken heb. Daarom gebruikte niemand van het volk enig voedsel. 36

1Samuël Toen de mannen van Israel op die dag bedreigd werden, had Saul het volk een vervloeking doen uitspreken: Vervloekt is de man, die spijs eet voor de avond en voordat ik mij op mijn vijanden gewroken heb. Daarom gebruikte niemand van het volk enig voedsel. 37

1Samuël En het gehele volk kwam bij een bos en er was honig op het veld. 38

1Samuël Toen het volk bij het bos kwam, zie, daar vloeide honig, maar niemand bracht de hand aan de mond, want het volk vreesde de eed. 39

1Samuël Jonatan echter had niet gehoord, dat zijn vader het volk had doen zweren. Hij strekte de stok die hij in de hand had, uit en doopte de punt in de honigraat; daarop bracht hij de hand aan de mond en zijn ogen stonden weer helder. 40

1Samuël Jonatan echter had niet gehoord, dat zijn vader het volk had doen zweren. Hij strekte de stok die hij in de hand had, uit en doopte de punt in de honigraat; daarop bracht hij de hand aan de mond en zijn ogen stonden weer helder. 41

42 9 De bevelen des HEEREN zijn recht, verblijdende het hart; het gebod des HEEREN is zuiver, verlichtende de ogen. (...) 11 Zij zijn (...) en zoeter dan honig en honigzeem. Psalm 19 (St.Vert.) Vergl. Efeze 1:18 9 De bevelen des HEEREN zijn recht, verblijdende het hart; het gebod des HEEREN is zuiver, verlichtende de ogen. (...) 11 Zij zijn (...) en zoeter dan honig en honigzeem. Psalm 19 (St.Vert.) Vergl. Efeze 1:18

1Samuël En iemand uit het volk nam het woord en zeide: Uw vader heeft het volk uitdrukkelijk doen zweren: vervloekt is de man, die heden spijs eet; daarom is het volk uitgeput.. 43

1Samuël Toen zeide Jonatan: Mijn vader heeft het land in het ongeluk gestort; ziet eens, hoe helder mijn ogen staan, nu ik een weinig van deze honig geproefd heb. 44

1Samuël Hoeveel te meer, wanneer het volk heden vrij had kunnen eten van de buit zijner vijanden, die het behaald heeft! 45