Romeinen 15:29-33 Slot en zegenbede
15:29 En ik weet…… Weten: ‘wij weten’… 2:2 En wij weten dat het oordeel van God in overeenstemming met de waarheid is over hen die zulke dingen doen.
15:29 En ik weet…… ‘wij weten’… 3:19 Wij weten nu dat alles wat de Thora zegt, zij dat spreekt tot hen die onder de Thora zijn, opdat elke mond gestopt wordt en de hele wereld doemwaardig wordt voor God.
15:29 En ik weet…… ‘wij weten’… 5:3 En dat niet alleen, maar wij roemen ook in de verdrukkingen, omdat wij weten dat de verdrukking volharding teweegbrengt
15:29 En ik weet…… ‘wij weten’… 6:6,7 Dit weten wij toch, dat onze oude mens met Hem gekruisigd is, opdat het lichaam van de zonde tenietgedaan zou worden en wij niet meer als slaaf de zonde zouden dienen.
15:29 En ik weet…… ‘wij weten’… 6:9 Want wij weten dat de Thora geestelijk is, maar ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde.
15:29 En ik weet…… ‘wij weten’… 8:22 Want wij weten dat heel de schepping gezamenlijk zucht en gezamenlijk in barensnood verkeert tot nu toe.
15:29 En ik weet…… ‘wij weten’… 8:28 En wij weten dat voor hen die God liefhebben, God alle dingen doet samenwerken ten goede, voor hen namelijk die overeenkomstig Zijn voornemen geroepen zijn.
En ik weet dat ik, als ik naar u toe kom, met de volle zegen van het Evangelie van Christus zal komen. volle zegen?
Volle zegen van het evangelie van Christus… zegeningen in de Efezebrief
oproep en ik roep jullie ertoe op, broeders, door onze Heere Jezus Christus en door de liefde van de geest, om samen met mij te strijden in de gebeden tot God voor mij
door onze Heer Jezus Christus Vrede naar God toe Rom.5:1 Roemen in God Rom.5:11 Genade regeert Rom.5:20,21 Genadegift van God is eonisch leven Rom.6:23
door de liefde van de geest liefhebben: dienen vrucht van de geest vrijheid
om samen met mij te strijden in de gebeden naar God toe voor mij
gebeden naar God toe voor mij Paulus’ evangelie de roeping boven
dat ik verlost mag worden van de weerspannigen in Judea en dat mijn dienstbetoon, dat aan Jeruzalem, de heiligen welgevallig is (31) de weerspannigen in Judea: de zonen van de weerspannigheid, met blindheid geslagen
dienstbetoon aan Jeruzalem: Paulus’ openheid over giften
zodat ik in vreugde naar u toe kom door de wil van God en bij u tot rust zal mogen komen (vers 32)
En moge de God van de vrede met u allen zijn. Amen.