Vertaling, cultuur en wetenschap Vertalen wordt volwassen. Vertalers en vertaalopvattingen in Nederland, 1950-2000 “En de vertalingen zelf dan? De plaats van interne poëtica in een profiel.” Vertaling, cultuur en wetenschap 2010-2011 3 januari 2011
Gillaerts: Vertaalpoëtica “min of meer samenhangend geheel van opvattingen over het vertalen en vertalingen” (p. 130) proces, product, functie interne vertaalpoëtica vertaalpraktijk externe vertaalpoëtica: uitspraken over vertalen
Gillaerts: Vertaalpoëtica Caveat: “construct” van de onderzoeker Begrippenapparaat: dilemma: adequaat t.o. acceptabel Situering: snijpunt van vertaaltraditie, literaire conventie en socio-culturele context van ontvangende cultuur
Interne poëtica Kort voorbeeld ter introductie: Pé Hawinkels: fragment Antigone
Poëtica Opposities: Toury: extratextuele intratekstuele normen reflectie gedrag Dorleijn: tekstgericht institutioneel Hermeneutiek cultuursociologie
Poëtica Dorleijn: ‘bij nader inzien kan tekstanalyse een rol spelen in institutioneel onderzoek’ (p. 6) analyse van niet-literaire, literatuurbeschouwelijke teksten analyse van literaire teksten zelf
Poëtica Dorleijn: bij a gaat het om ‘de institutionele valenties van de elementen die in de teksten worden genoemd’ (p. 6) en gaat het om het ‘gedrag’, i.e. classificeren, andere hiërarchie aanbrengen, legitimeren en positioneren (p. 7) methode: discoursanalyse (opdracht 1 werkcolleges)
Interne poëtica Dorleijn: En dan bij b, de literaire teksten zelf: ‘het schrijven van een gedicht is in de kiem een positioneringsdaad’ (p. 11) ‘het gaat niet om de interpretatie van de tekst (…) maar om het gebruik van aspecten van de tekst tbv een onderzoeksvraag (niet ‘what does it mean’ maar ‘what has it meant’) (p. 16) tekstkenmerken als ‘positioneringsmiddel’ (p. 14) Vraag: Heeft een tekst alleen een strategische functie?
Interne poëtica Tekstvergelijking Twee principiële vragen: DT BT; DT DT1, 2, … Twee principiële vragen: Waarom zou je het doen? Hoe kun je het het beste doen?
Interne poëtica Waarom? Het gaat om wat iemand doet, niet om wat hij zegt dat hij doet. Gedrag draagt bij aan positionering, heeft een positioneel-strategische dimensie.
Interne poëtica Problemen Focus: Vertaling als vorm van symbolische productie Vergroot subjectiviteit Vergelijking heeft eigen dynamiek Methodologie Relatie externe – interne poëtica ‘Doet ‘ie wel wat ‘ie zegt?’ – zinvol?
Interne poëtica Hoe? Tekstvergelijking als vertaalwetenschappelijke exercitie: Corpus Doel Begrippenapparaat Methode Relevantie
Interne poëtica Hoe? Tekstvergelijking als vertaalwetenschappelijke exercitie: Corpus Is in principe een gegeven. Uitgangspunt: keuze uit oeuvre Focus: hervertaling ‘omstreden’ vertaling ‘eigen’ auteur
Interne poëtica Hoe? Tekstvergelijking als vertaalwetenschappelijke exercitie: Mogelijk doel: Norm Strategie Interpretatie
Interne poëtica Hoe? Tekstvergelijking als vertaalwetenschappelijke exercitie: Begrippenapparaat Toury: adequaatheid acceptabiliteit (brontekstgerichtheid doeltekstgerichtheid) Holmes: exotiseren naturaliseren Linguïstisch, intertekstueel, socio-cultureel Venuti: foreignization domestication
Interne poëtica Hoe? Tekstvergelijking als vertaalwetenschappelijke exercitie: Methode Repertory Distinctive feature
Interne poëtica Hoe? Tekstvergelijking als vertaalwetenschappelijke exercitie: Relevantie Uitgangspunt altijd: onderzoeksvraag (subvraag)