Onderwijsondersteuner en/in (een) netwerk Intervisie 18 maart
▪ DUO Journal Club – “leren” via netwerk… ▪ (Beleidsondersteunende) Taken van OO zijn meestal (1)“uniek” (solo) en meestal van uit (2) “achtergrond”: expertise, (bij/aan)sturen, kwaliteit en procedures bewaken, sensibilisering… ▪ Daarvoor andere instrumenten nodig dan b.v. leidinggeven, initiatiefnemen… ▪ “Interactie met derden” is instrument: intern (teamwork) en extern (network). ▪ Opm: Functie || Ervaring || HRM || Situatie Onderwijsondersteuner en/in (een) netwerk || Intervisie 18 maart ACHTERGROND
Waar is je netwerk (1) Onderwijsondersteuner en/in (een) netwerk || Intervisie 18 maart “Expert”: advies verlenen Administratieve en onderwijskundige ondersteuning: POC’s, decanale diensten, praktijkassistentie, projectmedewerking, vertegenwoordiging en medewerking in raden, structuren, studietraject- begeleiding, ISP’s, PR, docenten- begeleiding,… Cursussen, planning, evaluaties, networking,… Uitvoeren Ontwikkelen Studenten Docenten Decanaatsmedewerkers Dienstmedewerkers Interne organen en structuren Externe organen, structuren, verenigingen Administratie Projecten, initiatieven Gebruikers, klanten (“stakeholders”) Netwerk
Waar is je netwerk (2) Onderwijsondersteuner en/in (een) netwerk || Intervisie 18 maart Vaste structuren (lid vanwege je functie): POC’s, decanaat, VWSSB, diversiteitsteam, subcommissies en werkgroepen,… Variabele structuren (geen “lid”): studentenvereniging, assistentengeleding, alumninetwerk, facultatieve raden, tijdelijke projecten, administraties of diensten, vormingsinitiatieven, cursussen, intervisies,… Personen: collega’s, studentenvertegenwoordigers, docenten, lotgevallen uit andere faculteiten, universiteiten
WAAR JE NETWERK GEBRUIKEN 1. Verbreden en ontwikkelen van je kennis en ervaring (vergroten “dossier”kennis) 1. Bijleren (bv. zij-instroom Gent) 2. Ervaringen en ideeën uitwisselen (bv. syllabi IrW) 2. Bijsturen en toetsen (efficiënter werken) 1. Sneller inspelen op noden/vragen (bv. zij-instroom KHK) 2. Gevolgen voorspellen (bv. examenplanning) 3. Informatie verspreiden (strategischer werken) 1. Sensibilisering (bv. diversiteitsbeleid) 2. Voorbereidend (bv. nultolerantie) Onderwijsondersteuner en/in (een) netwerk || Intervisie 18 maart
MAAR…! Netwerk opbouwen: 1. Tijd voor maken 2. Structuur moet het toelaten 3. Duurt lang 4. Toeval 5. Politiek en betrouwbaarheid 6. Confronterend, demotiverend Onderwijsondersteuner en/in (een) netwerk || Intervisie 18 maart
TIPS (?) 1. “Minderheden” niet vergeten – kleine, soms “onbelangrijk” ogende partijen kunnen soms verfrissende ideeën / visies / informatie hebben. 2. Toekomstgericht zijn: studenten (alumni van morgen), ABAP (proffen van morgen), programmadirecteurs (bestuurders van morgen) 3. Naar de basis kijken/luisteren (studenten en docenten) 4. Diversiteit in je netwerk bouwen 5. (LinkedIn principe) Ieder lid van ‘jouw netwerk’ heeft ook zijn eigen netwerk 6. Geduldig, maar immer aanwezig 7. Niet te hard gaan Onderwijsondersteuner en/in (een) netwerk || Intervisie 18 maart