Auteurscontractenrecht & billijke vergoeding Prof. mr D.J.G. Visser
Aanleiding Kabinet vernieuwt auteurscontractenrecht Persbericht Ministerraad 8 juli 2010 Wv. naar Raad van State (2 á 3 maanden). Daarna moeten de Ministeries (Justitie, OCW en EZ) de reactie v/d RvS verwerken. Wv. op z’n vroegst in december naar Kamer & Concl. A-G 6 sept. 2011 zaak C-277/10 (Luksan)
Voorgeschiedenis Voorontwerp auteurscontractenrecht d.d. 1 juni 2010 Belangrijkste verschil: Afschaffing overdraagbaarheid en beperking licenties tot vijf jaar zijn verdwenen.
Wat is het probleem? Bij de auteursovereenkomst is de auteur vaak de zwakkere partij.
The Poor Author and the Rich Bookseller. Washington Allston, 1811.
Wat is de oplossing?
1. Billijke vergoeding “Daarom regelt het kabinet dat de maker een recht krijgt op een billijke vergoeding voor het verlenen van exploitatiebevoegdheid”.
2. Gezamenlijk advies “De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap kan op gezamenlijk verzoek van verenigingen van makers en exploitanten de hoogte van de billijke vergoeding vaststellen”.
3. Bestsellerbepaling “Daarnaast moet de maker een hogere vergoeding kunnen claimen als zijn werk een onverwacht succes blijkt te zijn en de oorspronkelijk overeengekomen vergoeding in geen verhouding meer staat tot de opbrengst voor de exploitant”.
4. Proportionele vergoeding “Bij filmwerken blijft de huidige wijze van rechtenoverdracht gehandhaafd. Nieuw is dat de belangrijkste makers recht krijgen op een proportionele vergoeding als zij hun rechten overdragen aan de producent van het filmwerk”.
1. Billijke vergoeding (ex tunc) 2. Vaststelling OCW op gezamenlijk advies 3. Bestsellerparagraaf (ex nunc) 4. Proportionele vergoeding bepaalde filmauteurs.
1. Billijke vergoeding (= iustum pretium!) Niet nieuw in het auteursrecht: bij allerlei wettelijke vergoedingsrechten bestaat het al. (Leenrecht, Thuiskopie, Reprorecht, Sena). In het filmauteursrecht bestaat het ook al (maar stelt het in de praktijk niks voor). Maar in het privaatrechtelijke contractenrecht is het spectaculair: de introductie van de iustum pretium (de billijke prijs).
Voorontwerp 2010: Artikel 25c lid 1 “De maker heeft recht op een billijke vergoeding voor het verlenen van een exclusieve licentie voor het geheel of een gedeelte van het auteursrecht”. Dit zal zijn uitgebreid naar rechtenoverdrachtsituaties.
Hoe moet dat gaan werken? De hoop is dat er gezamenlijke adviezen komen die OCW kan afzegenen. Maar wat als die er niet komen? Dan moet de rechter (evt. na de geschilencommissie) gaan beslissen.
Het Duitse voorbeeld § 11 Urheberrechtsgesetz Das Urheberrecht schützt den Urheber in seinen geistigen und persönlichen Beziehungen zum Werk und in der Nutzung des Werkes. Es dient zugleich der Sicherung einer angemessenen Vergütung für die Nutzung des Werkes.
§ 32.1 Angemessene Vergütung Der Urheber hat für die Einräumung von Nutzungsrechten und die Erlaubnis zur Werknutzung Anspruch auf die vertraglich vereinbarte Vergütung. Ist die Höhe der Vergütung nicht bestimmt, gilt die angemessene Vergütung als vereinbart. Soweit die vereinbarte Vergütung nicht angemessen ist, kann der Urheber von seinem Vertragspartner die Einwilligung in die Änderung des Vertrages verlangen, durch die dem Urheber die angemessene Vergütung gewährt wird.
§ 32.2 Angemessene Vergütung Eine nach einer gemeinsamen Vergütungsregel (§ 36) ermittelte Vergütung ist angemessen. Im Übrigen ist die Vergütung angemessen, wenn sie im Zeitpunkt des Vertragsschlusses dem entspricht was im Geschäftsverkehr nach Art und Umfang der eingeräumten Nutzungsmöglichkeit, insbesondere nach Dauer und Zeitpunkt der Nutzung, unter Berücksichtigung aller Umstände üblicher- und redlicherweise zu leisten ist.
Waar bestaat die zwakkere positie van de auteur precies uit? Kennisachterstand? (Uitgever is ‘repeat player’ met meer (juridische) kennis) Te veel aanbod? Er zijn te veel auteurs en te veel acteurs en ze ‘willen’ te graag.
Wat zullen de gevolgen zijn? Kan de economische wet van vraag en aanbod door een juridische wet opzij worden gezet? Te hoge prijs: vraaguitval, minder transacties, minder werk. Onzekerheid over de prijs (ivm herzieningsmogelijkheid): vraaguitval, minder transacties, minder werk.
2. Vaststelling OCW op gezamenlijk advies Waarom zo ingewikkeld? Vanwege het mededingingsrecht. (Zie Reinsma in Spoor-bundel) Gaan die gezamenlijke adviezen er komen? In Duitsland kwam er één.
3. Bestsellerparagraaf Disproportionaliteitsregel
Artikel 25d lid 1 (Voorontwerp 2010) De rechter kan de overeenkomst op grond waarvan de maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst een exclusieve licentie heeft verleend op het verzoek van de maker te zijnergunste wijzigen, indien de vergoeding die hij ontvangt gelet op de wederzijdse prestaties een ernstige onevenredigheid vertoont in verhouding tot de opbrengst van de exploitatie van het werk.
“De rechter houdt hierbij tevens rekening met de aard en de overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de overeenkomst tot stand is gekomen, de wederzijds belangen van partijen en de overige omstandigheden van het geval”.
§ 32a Weitere Beteiligung des Urhebers (1) Hat der Urheber einem anderen ein Nutzungsrecht zu Bedingungen eingeräumt, die dazu führen, dass die vereinbarte Gegenleistung unter Berücksichtigung der gesamten Beziehungen des Urhebers zu dem anderen in einem auffälligen Missverhältnis zu den Erträgen und Vorteilen aus der Nutzung des Werkes steht, so ist der andere auf Verlangen des Urhebers verpflichtet, in eine Änderung des Vertrages einzuwilligen, durch die dem Urheber eine den Umständen nach weitere angemessene Beteiligung gewährt wird. Ob die Vertragspartner die Höhe der erzielten Erträge oder Vorteile vorhergesehen haben oder hätten vorhersehen können, ist unerheblich.
“Vorteilen eines Dritten” (2) Hat der andere das Nutzungsrecht übertragen oder weitere Nutzungsrechte eingeräumt und ergibt sich das auffällige Missverhältnis aus den Erträgnissen oder Vorteilen eines Dritten, so haftet dieser dem Urheber unmittelbar nach Maßgabe des Absatzes 1 unter Berücksichtigung der vertraglichen Beziehungen in der Lizenzkette. Die Haftung des anderen entfällt.
‘Ernstige onevenredigheid’ ‘Onvoorzien’? Economische consequenties contractenrechtsonzekerheid? Meewegen verliezen op andere projecten? Hoe en in hoeverre?
4. Proportionele vergoeding bepaalde filmauteurs Recht op royalty i.p.v. lump-sum. Royalty waar over? Over de netto-winst? Wat is de invloed op de vaste vergoeding? Vroeger 100, nu 80 en bij succes 120? Gaat de filmauteur ook proportioneel meedelen in verliezen? Auteur/acteur wordt mee ondernemer. Wil hij dat?
Conclusie A-G Trstenjak in Luksan 6 sept. 2011, zaak C-277/10) Filmregisseur is auteur, maar: Auteursrecht mag bij de filmproducent ontstaan (i.p.v. bij de regisseur). 14bis BC. Maar dan heeft de regisseur wél aanspraak op ‘billijke vergoeding’. Dat volgt uit art. 17 lid 1, tweede volzin, jo. lid 2 van het “Handvest van de grondrechten van de Europese Unie”.
Art. 17 - Recht op eigendom 1. Eenieder heeft het recht de goederen die hij rechtmatig heeft verkregen in eigendom te bezitten, te gebruiken, erover te beschikken en te vermaken. Aan niemand mag zijn eigendom worden ontnomen, behalve in het algemeen belang in de gevallen en onder de voorwaarden waarin de wet voorziet en mits zijn verlies tijdig op billijke wijze wordt vergoed. Het gebruik van de goederen kan worden geregeld bij de wet voorzover het algemeen belang dit vereist. 2. Intellectuele eigendom is beschermd.
Ov. 9 Auteursrecht-richtlijn (9) Bij een harmonisatie van het auteursrecht en de naburige rechten moet steeds van een hoog beschermingsniveau worden uitgegaan, omdat die rechten van wezenlijk belang zijn voor scheppend werk. De bescherming van deze rechten draagt bij tot de instandhouding en ontwikkeling van de creativiteit in het belang van auteurs, uitvoerend kunstenaars, producenten, consumenten, cultuur, industrie en het publiek in het algemeen. De intellectuele eigendom is dan ook als een geïntegreerd deel van de eigendom erkend.
Vermoeden van overdracht mag ook. ‘Billijke vergoeding’ vergoeding voor filmauteurs is dan verplicht. Omdat het een ‘ontneming’ ‘in het algemeen belang’ is die ‘tijdig’ en ‘op billijke wijze’ moet worden vergoed. Hoe, dat moeten de lid-staten zelf weten. “Proportionele vergoeding” is niet vereist.
Vraag: Is iedere wettelijke beperking op het auteursrecht nu een ‘ontneming’ van eigendom ‘in het algemeen belang’ die ‘tijdig’ en ‘op billijke wijze’ moet worden vergoed? T.a.v. de Thuiskopieheffing suggereert de A-G dat de billijke vergoeding daarvoor zo moet worden gezien. (ov. 163).
Terug maar het wetsvoorstel
Wat zullen de gevolgen zijn? Kan de economische wet van vraag en aanbod door een juridische wet opzij worden gezet? Te hoge prijs: vraaguitval, minder transacties, minder werk? Onzekerheid over de prijs (ivm herzieningsmogelijkheid): vraaguitval, minder transacties, verplaatsing naar buitenland, minder werk?
Gaat ’t door? Wat denkt u? Wat vindt u ervan? Wat is billijk? Wat is realistisch? Wat werkt?