Psychologische diagnostiek bij kinderen en jeugdigen Drs. Hanneke Visser – van Balen Capaciteitsgroep Ontwikkelingspsychologie
Kenmerkend voor diagnostiek bij kinderen Te maken met kind, maar ook met ouders en leerkrachten (wie heeft er een probleem?) Kinderen zijn volop in ontwikkeling Instrumentkeuze Verhouding spelen-presteren
Het hypothesen- toetsend model 1. Aanmelding 2. Klachten inventariseren 3. Clusteren van probleemgedrag 4. Hypothesen formuleren 5. Psychodiagnostisch onderzoek (hypothesen toetsen) 6. Conclusies en advies
Waarom HTM? Systematisch werken om ‘kokerkijken’ te voorkomen
4 soorten hulpvragen Wat is er met dit kind aan de hand? (onderkennend) Wat is de oorzaak van het probleemgedrag? (verklarend) Hoe kan dit kind geholpen worden? (indicerend) En daaraan voorafgaand soms nog: Hoe moet ik verwoorden wat ik ervaar? (verhelderend)
Casus: Corine Leeftijd: 8;6 jaar School: groep 1-2-3-4-4 Gezin: moeder (36), vader (37), Marleen (14), Jan- Jaap (10), Corine (8) (ouders gescheiden) Aanmelder: moeder Setting: afdeling Psychologie van een streekziekenhuis
1. Reden van aanmelding Hoofdpijnklachten Bedplassen (enuresis nocturna)
2. Klachten inventariseren Het gesprek…
3. Clusteren Cognitief functioneren Werkhouding Sociaal functioneren Emotioneel functioneren Lichamelijk functioneren hoofdpijn, enuresis nocturna
4. Hypothesen opstellen Op grond van de literatuur! Hoofdpijn – migraine Enuresis nocturna – lichamelijke oorzaak Hoofdpijn - cognitieve overeising
Hoofdpijn/enuresis nocturna – faalangst laag zelfbeeld Hoofdpijn/enuresis nocturna -ervaren stressvolle familieomstandigheden
5. Het psychodiagnostisch onderzoek Cognitieve overeising: WISC-III Faalangst: ZAT, VAK, observatie Laag zelfbeeld: ZAT, CBSK, tekeningen, dierkeuzetest Ervaren familieomstandigheden: FRT
Zinnen Aanvul Test (ZAT) Bijvoorbeeld: Ik…….. Het leukste vind ik….. Op school……. Meisjes…… Ik houd niet van…..
Competentie Belevingsschaal voor Kinderen (CBSK) Schalen: 1. Schoolvaardigheden 2. Sociale acceptatie 3. Fysieke verschijning 4. Sportieve vaardigheden 5. Gedragshouding 6. Zelfwaardering
Bijvoorbeeld: Sommige kinderen zijn tevreden over hoe ze eruit zien Maar… Andere kinderen zijn niet tevreden over hoe ze eruit zien Een beetje waar voor mij? Helemaal waar voor mij?
Vragenlijst voor Angst bij Kinderen (VAK) Schalen: 1. Falen en kritiek 2. Het onbekende 3. Verwondingen of kleine dieren 4. Gevaar en dood 5. Medische zaken
Bijvoorbeeld: Niet bang, een beetje bang of erg bang? Voor de klas iets moeten vertellen Straf krijgen van moeder Geesten of spoken Slangen Ziek worden op school
Familie Relatie Test (FRT) Bender Gestalt Test
Dierkeuzetest Bijvoorbeeld: Vlieg – tijger – slang – rijpaard Hond- stier – vlo – duif Konijn – ooievaar – koe – arend Beer – hengst – gans - pauw
Problemen bij toetsing Schijnbaar tegenstrijdige resultaten ‘Net op het randje’ Interpretatie van projectief materiaal Weging van resultaten….
6. Conclusies en advies