Micha 6:8 Er is jou, mens, gezegd wat goed is, je weet wat de HEER van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God.
Wilt u vandaag uw inventarisatielijst inleveren ??!! Bij voorbaat dank, CKL & Diaconie
Agenda aanstaande week 1/2 zondag 1 juni Ophalen zusters: v/d Bos 09:15 Oppas (Hennie & Gerrie) 09:30 Leesdienst: br. P. Zuidema 14:00 Kerkdienst: ds J.H. Soepenberg maandag 2 juni 19:45 Kerkenraad (breed) donderdag 5 juni 19:30 Gebedskring
Agenda aanstaande week 2/2 zaterdag 7 juni 13:30 Creamiddag "Vrouwen voor Vrouwen“ zondag 8 juni Ophalen zusters: Mulder 09:15 Oppas (Elise & Geertruida) 09:30 Kerkdienst: br. F.H. Folkerts - HA 14:00 Kerkdienst: ds Th.J. Havinga
Creamiddag Vrouwen voor Vrouwen Wanneer: 7 juni tussen half 2 en 5 Waar: Kruiskerk Wat gaan we doen?! Notitieboekjes versieren Kosten: €5,- Voor meer info en opgave zie: het formulier in de hal Groetjes Jannie & Riemkje
Jarige aanstaande week 4 juni Erik Haarsma De informatie over de jarigen van aanstaande week is overgenomen uit de kerkgids. Indien u uw verjaardag niet vermeld wilt hebben op de beamer, geef dat dan door aan de contactpersoon van het BeamTeam.
Contactpersoon BeamTeam: Derk Rouwhorst. Welkom Voorganger: br. P. Zuidema Organist: br. <naam organist> Beamiste: zr. S. Spriensma Contactpersoon BeamTeam: Derk Rouwhorst. De Bijbelteksten in deze presentatie zijn ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004, tenzij anders vermeld. Mededelingen of aankondigingen op de beamer? Stuur voor vrijdag 18.00 uur een e-mail naar: beamteam@gkv-haulerwijk.nl.
Votum en zegengroet On - ze hulp is in de naam van de HE - RE, die he - mel en aar - de ge - maakt heeft. A - men.
Psalm 30: 3, 6, 7 3 Psalmzingt, wie 's HEREN gunst geniet. Zijn naam zij heilig in uw lied. Maakt korte tijd zijn toorn u bang, zijn liefde duurt uw leven lang. De avond daalt met angst en klachten, de ochtend zal met vreugd u wachten.
Psalm 30: 3, 6, 7 6 Hoor, HERE, let op mijn gebed, wees mij een helper die mij redt. Ik zoek uw aangezicht, o HEER, schenk mij uw trouw en liefde weer. Toon mij uw gunst en wees weldadig, kom mij te hulp, hoor mij genadig.
Psalm 30: 3, 6, 7 7 U hebt mijn rouwklacht en geschrei veranderd in een blijde rei. Mijn rouwkleed hebt U weggedaan, een vreugdekleed deed U mij aan. Zo klinkt, o HEER, mijn psalm naar boven. Mijn God, U zal ik altijd loven.
Gezang 155: 1, 2 1 God, enkel licht, voor wiens gezicht niets zuiver wordt bevonden, ziet ons bevlekt, met schuld bedekt, misvormd door duizend zonden.
Gezang 155: 1, 2 2 Der sterren pracht is bij Hem nacht, hoe hel zij schittren mogen, en wij, belaân met euveldaân, wat zijn wij in zijn ogen?
Gezang 155: 3, 4 3 Heer, waar dan heen? Tot U alleen! Gij zult ons niet verstoten. Uw eigen Zoon heeft tot uw troon de weg ons weer ontsloten.
Gezang 155: 3, 4 4 Ja, amen, ja, op Golgotha stierf Hij voor onze zonden, en door zijn bloed wordt ons gemoed gereinigd van de zonden.
Gezang 155: 5 5 Wil, U ter eer, steeds meer en meer 't geloof in ons versterken. Dan zullen wij, gereed en blij, uit liefde 't goede werken.
Filemon: 1 - 25 1 Van Paulus, gevangene omwille van Christus Jezus, en van onze broeder Timoteüs. Aan onze geliefde medewerker Filemon, 2 aan onze zuster Apfia en onze medestrijder Archippus, en aan de gemeente die bij u thuis samenkomt. 3 Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heer Jezus Christus. 4 Ik dank mijn God altijd wanneer ik u in mijn gebeden noem, 5 want ik hoor vaak over de liefde en de trouw die u de Heer Jezus en alle heiligen toedraagt.
Filemon: 1 - 25 6 Ik bid dat het geloof dat u met ons deelt u een dieper inzicht geeft in al het goede dat ons nader tot Christus brengt. 7 Uw liefde heeft mij veel vreugde en troost gegeven, broeder, want u hebt de heiligen gesterkt. 8 In mijn verbondenheid met Christus heb ik het volste recht u te zeggen wat u moet doen, 9 maar vanwege uw liefde doe ik u liever een verzoek – ik, Paulus, een man van respectabele leeftijd, die gevangenzit omwille van Christus Jezus.
Filemon: 1 - 25 10 Ik zou u om een gunst willen vragen voor Onesimus, die tijdens mijn gevangenschap mijn kind is geworden. 11 Hij was u destijds niet van nut; nu kan hij echter niet alleen mij, maar ook u goede diensten bewijzen. 12 Ik stuur hem naar u terug, hoewel hij me na aan het hart ligt 13 en ik hem graag bij me gehouden had. Dan had hij namens u voor mij kunnen zorgen nu ik omwille van het evangelie gevangenzit.
Filemon: 1 - 25 14 Maar ik heb zonder uw medeweten niets willen ondernemen, want u moet mij niet een gunst verlenen omdat ik u onder druk zet, maar omdat u het zelf wilt. 15 Misschien hebt u hem korte tijd moeten missen om hem voor altijd terug te krijgen, 16 niet meer als een slaaf, maar als veel meer dan dat, als een geliefde broeder. Voor mij is hij dat al, hoeveel te meer moet hij het dus voor u zijn, zowel in het dagelijks leven als in het geloof in de Heer. 17 Dus, als u met mij verbonden bent, ontvang hem dan zoals u mij zou ontvangen.
Filemon: 1 - 25 18 En mocht hij u hebben benadeeld of u iets schuldig zijn, breng het mij dan in rekening. 19 Ik, Paulus, schrijf hier eigenhandig neer dat ik u zal betalen. Ik ga er dan maar aan voorbij dat u mij uw eigen leven schuldig bent. 20 Kom, broeder, bewijs mij deze dienst omwille van de Heer, stel mij omwille van Christus gerust. 21 Ik heb u geschreven in het volste vertrouwen dat u mijn verzoek zult inwilligen, ik weet dat u zelfs meer zult doen dan dat.
Filemon: 1 - 25 22 Ten slotte: maak voor mij een kamer in orde, want ik heb goede hoop dat ik dankzij de gebeden van u allen aan u teruggegeven word. 23 Epafras, die samen met mij omwille van Christus Jezus gevangenzit, laat u groeten, 24 evenals mijn medewerkers Marcus, Aristarchus, Demas en Lucas. 25 De genade van de Heer Jezus Christus zij met u.
Gezang 164 Jezus vol liefde, U wilt ons leiden. Wij prijzen U als onze Heer. Kom met uw kracht, o Heer en vul ons tot uw eer, kom tot uw doel met ieder van ons. Maak ons een volk, Heer, heilig en rein, dat U, Heer, volkomen steeds toegewijd zal zijn.
Gevangen in vrijheid Filemon : 14 Mooi, zo’n persoonlijk briefje van Paulus. Meestal is ‘ie volop in functie: een apostel die aan kerken schrijft. Om problemen op te lossen. Om nog eens flink te benadrukken dat ze zich aan het evangelie moeten houden. Om reclame te maken voor de collecte voor de kerk in Jeruzalem – dat laatste was zo in het stukje waar we op dankdag naar geluisterd hebben.
Paulus privé? Evangelie met persoonlijke inzet Anderen bij betrokken Driehoekje Paulus Onesimus Filemon Maar vandaag lijkt het wel Paulus privé. Een persoonlijke ontboezeming aan het adres van ene meneer Filemon. Niet over kerkkwesties, maar over een slaaf die was weggelopen en hoe het daar nu mee verder moet. Paulus laat zich heel anders in het hart kijken dan we gewend zijn. Vriendelijk, hoffelijk, emotioneel betrokken. Ook dit persoonlijke briefje van Paulus is evangelie. Hopelijk komen we daar zometeen wel achter. Het is een evangelie waar Paulus zich persoonlijk voor inzet. En dat ons raakt in onze persoon. * Drie personen staan centraal in dit kleine briefje. Er staan er nog een stel omheen, en daar merk je aan dat het niet puur privé is. Timoteüs schrijft mee, de vaste compagnon van Paulus. Behalve Filemon staat ook Apfia in het adres – is zij de vrouw van Filemon? En dan een wijdere kring: de gemeente die bij Archippus aan huis samenkomt. Ook aan het eind vinden we nog een stel namen: de groeten van Epafras, Marcus, Aristarchus, Demas en Lucas – de laatste is de dokter die een evangelie opschreef, en het boek Handelingen. Zomaar een kijkje in de entourage van de apostel Paulus. Hij had altijd flink wat mensen om zich heen, overal z’n netwerk. Maar vandaag staan drie personen centraal. Een bijzonder driehoekje. Het begint met Paulus. Meestal, als hij een brief schrijft, presenteert hij zich als “apostel van Jezus Christus”. [KLIK] Dan weet je meteen: een man met een boodschap. En een man om naar te luisteren, want hij is door Jezus zelf gestuurd om met gezag te spreken. Maar nu komt Paulus anders binnen: gevangene omwille van Christus Jezus. Even later komt hij er nog op terug (vers 9): een man van respectabele leeftijd, die gevangen zit omwille van Christus Jezus.
Christus in het midden Christus Paulus apostel => gevangen Onesimus slaaf => kind Christus Filemon heer => broer Het is alsof hij er een beetje mee speelt; alsof hij sympathie wil winnen bij Filemon, omdat hij straks een nogal ingrijpend verzoek heeft. Moet je mij nu eens zien: een man die al wat ouder is, en dan ook nog in de gevangenis. Kun je mij iets weigeren? Maar tegelijk is het volop ernst als Paulus zo zichzelf ziet: een gevangene omwille van Christus Jezus. Nog sterker eigenlijk: een gevangene ván Christus Jezus. Dat is alles wat hij in deze brief over zichzelf kwijt wil. Het enige dat telt. Voor Jezus Christus heeft hij alles over. Voor Hem wil Paulus zelfs in de gevangenis. Gevangen omwille van Jezus, dat is omdat Paulus eerst letterlijk een gevangene ván Jezus is geworden: overrompeld door het licht en de stem uit de hemel. [KLIK] De Heer tegen wie hij zich eerst zo verzet had, aan Hem heeft Paulus zich met huid en haar overgegeven. Helemaal gebonden, verbonden aan de Heer. En juist zo vrij geworden tegenover alles waar een normaal mens in deze wereld zich druk om maakt. Vrij om een deftige meneer Filemon aan te spreken over een slaaf die was weggelopen. Naar die slaaf kijken we als tweede in het driehoekje. Wat gebeurt er met hem, Onesimus? We kunnen om te beginnen ons al weinig voorstellen bij het leven van zo’n slaaf. Vandaag de dag gaat het ook weer vaak over slavernij. Dat is het verleden dat ons nog altijd op de nek zit: als we excuses moeten aanbieden voor wat onze voorvaderen, de Hollandse schippers en plantagehouders hebben gedaan met duizenden of miljoenen mensen uit Afrika. Of als opeens de discussie oplaait over Zwarte Piet: is dat niet enorm discrimerend, nog altijd een neger neerzetten als het knechtje van de witte Klaas? En aan de andere kant is slavernij bittere realiteit in andere landen, als Filippijnse huishoudsters worden uitgebuit in Saudi-Arabië of Egypte, als kinderen gedwongen zijn om werkdagen van 12 of 14 uur te maken. Maar het blijft ver bij ons vandaan. Misschien heeft Onesimus het als slaaf niet eens zo beroerd gehad. Maar toch: het feit dat iemand anders over jou beschikt. Dat je altijd klaar moet staan om andermans wensen te vervullen. Dat je er flink van langs krijgt als je een steek laat vallen. Dat je wel verliefd kunt worden, maar niet zelf mag beslissen met wie je trouwt. Dat je behandeld wordt als minder dan een mens – want zo ging dat in de Griekse oudheid, de tijd waar Paulus het staartje van meemaakte. Onesimus zal de eerste niet zijn die er uit wilde breken; weggelopen slaven waren er veel meer. En ze liepen flink gevaar: hun meesters lieten natuurlijk een signalement verspreiden om hun kostbare werkkracht terug te krijgen. Hoe is deze slaaf Onesimus terechtgekomen bij Paulus die gevangen zit? We horen er niets over. Maar in die ontmoeting is er iets bijzonders gebeurd. Zulke bijzondere dingen gebeuren nog steeds, in de krant van vrijdag kon je er een groot verhaal over lezen, over een hippe jonge vrouw uit New York die helemaal geen christen wilde worden, maar tegen de kracht van genade kon ze niet, de ontmoeting met Jezus werd haar teveel. Zo zal het Onesimus zijn vergaan: alleen een plek gezocht om onder te duiken, maar daar bij Paulus, werd hij een ander mens door Jezus Christus. Hoor eens hoe teer Paulus er over spreekt: “die tijdens mijn gevangenschap mijn kind is geworden”. Moet je je voorstellen: de kinderloze Paulus. En nu maakt hij mee hoe er op zijn oude dag een kind geboren wordt, een mens opnieuw geboren, en hij mag er bij staan. Deze slaaf wordt een kind, een baby-christen. Als slaaf heb je alleen economische waarde. Maar nu is er iemand die intens van je houdt. Twee iemanden: de oude Paulus met z’n handboeien om, en de altijd levende Heer die je vrijkoopt en je losmaakt uit je boeien. De derde in het driehoekje: Filemon. Hoe goed Paulus hem persoonlijk kent, weten we niet. Het was vast een deftige en rijke meneer. Dat merk je aan hoe Paulus hem benadert: voorzichtig en hoffelijk, met een schrijfstijl die bij de hogere kringen past. Met respect, omdat hij een verzoek heeft dat eigenlijk te ver gaat. Misschien was Onesimus de enige slaaf niet, had hij er nog een stel om zijn bedrijf en zijn huishouden te runnen. Niet zomaar iemand, die Filemon. Maar als Paulus hem aanspreekt in dit briefje, wordt hij iemand anders. Niet de man met een hoge maatschappelijke status, maar “onze geliefde medewerker”. Op dat geliefd zijn doet Paulus een beroep, de liefde van Jezus Christus die Filemon door het geloof ontvangt – en in dat geloof dat Filemon en Paulus met elkaar delen, mag Paulus een beroep doen op liefde en trouw van Filemon. De gevangene Paulus treedt verrassend vrij op, en de vrije meneer Filemon zit vast aan Christus door het geloof, en dat vraagt iets van hem. Een driehoekje: gevangene – slaaf – vrije. Maar met elk van de drie gebeurt iets. Jezus komt er tussenstaan, midden in het driehoekje. Dat verandert alles aan de verhouding tussen deze drie. En verandert het ook alles tussen ons? Kunnen wij voor onszelf ook zulke driehoekjes opstellen als tussen Paulus, Onesimus en Filemon? Lijkt misschien wat gewaagd om zomaar over te stappen van toen naar nu. Maar ik het zei het al: dit persoonlijke briefje van Paulus is niet privé. In het concrete geval van de weggelopen slaaf ziet Paulus de kracht van Christus naar voren komen die alles anders maakt: je identiteit, wie je bent als mens, hoe je in je maatschappelijke functie staat en hoe je onderlinge verhoudingen zijn. Onze eigen driehoekjes dus – maar het kan ook om meer of minder dan drie mensen gaan. Bijvoorbeeld het gezin waar je uit komt. Of het gezinnetje dat je nu begint te vormen.
Verbonden en bevrijd Eigen driehoekjes Vader Kind Moeder Werknemer Klant Directeur Een vader, een moeder en een kind. Het basisdriehoekje. Wat beteken je daarin voor elkaar? Wat kan daarin misgaan? Hoe kun je elkaar vastzetten op een plek in het driehoekje? De vader die er nooit was, altijd aan het werk. De moeder die overbezorgd was en je niet vrijliet. Het kind dat nooit geknuffeld werd en daarom altijd nog een boos gevoel heeft van “niemand houdt van me, nou dan hoef ik ook van niemand te houden”. [KLIK] Vul er je eigen driehoekje maar voor in, ’t kan ook heel anders zijn, misschien wel een heel gelukkig driehoekje. En dan deze vraag: wat gaat er gebeuren als Jezus er tussen komt staan, midden in het driehoekje? Dan ben je niet alleen meer ouder of kind, maar dan ben je allereerst “mens in Christus”. Opnieuw geboren, verbonden aan Jezus, zijn gevangene en juist daardoor helemaal vrij. Hoe kun je dan opnieuw beginnen met elkaar? De moeder die haar kind niet meer als een verlengstuk van zichzelf ziet, maar als een mens die op eigen benen mag leren staan. Een vader die zich niet op afstand hoeft te houden, bang om emoties te tonen, maar die van Jezus leert wat liefde is en het nu ook aan zijn kind kan geven. Een kind dat leert schuilen aan het Vaderhart van God, dat daar overvloed aan liefde krijgt dat alle tekorten vult, dat nu niet meer met een pantser van boosheid de wereld te lijf hoeft, maar kan leren om open te staan en liefde te ontvangen. Of een ander driehoekje. Deze is niet zo makkelijk te maken, en ook een beetje gevaarlijk, als je een zakelijk verhaal gaat koppelen aan de christelijke gemeente. Maar dat was wel wat Paulus deed met Filemon. Dus vooruit: een bedrijf waarvan de een eigenaar-directeur is, de ander werknemer, en de derde klant. Economisch liggen de rollen vast, je weet waar de belangen liggen, en je probeert er alle drie uit te halen wat er voor jou in zit. Dan kan het ook wel eens flink botsen. Wat gebeurt daar als Jezus er tussen komt, midden in het driehoekje? Hoe ga je dan als baas je personeel benaderen? Wat betekent het voor je opstelling als werknemer, loop je de kantjes eraf of heb je hart voor de zaak? Hoe gedraag je je als klant – ga je voor de laagste prijs, of reken je ook mee dat je een open, transparante en duurzame relatie met elkaar kunt opbouwen en dat je daar op lange termijn meer aan hebt? Hoe je de driehoekjes ook invult: Jezus wordt bepalend voor wie wij zijn als mens, en bepalend voor onze verhouding tot elkaar. Dat is het grote punt dat Paulus live laat zien in zijn briefje aan Filemon. Welke plek je ook hebt in het leven, welke rol en welke status je bezit in de maatschappij: verbonden zijn aan Jezus Christus maakt alles anders. Je blijft niet meer vastzitten in je rol of functie. Als vrije en autonome mens die graag je eigen koers bepaalt, laat je je gevangen nemen door Jezus. Als slaaf die met handen en voeten geketend is aan verwachtingen van mensen, aan taken en plichten die je boven het hoofd groeien, aan ervaringen en trauma’s van vroeger die je nog altijd stempelen – als slaaf mag je een nieuwe start maken als kind, als pasgeboren baby die geliefd is door God in Jezus Christus. Als leidinggevende mag je oog krijgen voor mensen die onder je geplaatst zijn, om ze niet langer te zien als handige instrumenten om jouw doel mee te bereiken, maar als gelijkwaardige medemensen, als broers en zussen in het ene gezin van God de Vader. De driehoekjes worden flexibel: je kunt van de ene plek wisselen naar de andere plek. Als Jezus Christus je identiteit wordt, dan kun je om de beurt een kind zijn dat hulp zoekt en een moeder die kan troosten; de ene keer een dienstbare knecht die zichzelf opzij zet, de andere keer een opvoeder die grenzen trekt. En altijd in die ene richting waarin je nu leeft: de Heer. * Nog een paar woorden over hoe dat dan werkt: Christus in het midden van je leven, en dat dan alles anders wordt. Paulus’ briefje aan Filemon is er een mooi voorbeeld van. De basis is verbonden zijn in Christus: dat refrein komt steeds terug. Met zijn woorden weeft Paulus een web – om Filemon te vangen? Dat kun je net niet zo zeggen, in het laatste vers dat we vanmorgen lazen laat Paulus hem juist vrij om zijn keuze te maken. Zo kan het dus ook nog: gevangene zijn van Jezus, en dan de ander vrij laten.
Web van waarden Vertrouwen / trouw Liefde => ontferming “Het goede” => dan weet je wat je te doen staat Intussen geeft Paulus wel vrij duidelijk aan waar hij Filemon wil hebben: die weggelopen slaaf Onesimus komt bij hem terug, maar laat hij dan niet weer in z’n oude rol als meester schieten, maar laat hij christelijke liefde tonen als de ene broer tegen de andere. Met een web van woorden neemt Paulus hem mee in die verandering. Je kunt ook zeggen: een netwerkje van waarden. Diezelfde waarden mogen wij ontdekken in ons leven vandaag, als het een leven is waar Jezus middenin komt staan. De eerste waarde: vertrouwen gekoppeld aan trouw. In het Grieks wat Paulus schrijft, zit dat mooi samen in het ene woord pistis. Het basiswoord van vertrouwen dat je aan Christus schenkt als je zijn evangelie aanneemt. Of beter: het vertrouwen dat Christus bij je oproept, en waarmee Hij je aan Hem verbindt zodat alles van Hem ook van jou wordt. Dat basisvertrouwen roept meteen een houding op van trouw naar anderen: zoals je God leert kennen in het evangelie van Jezus, God op wie je aankunt, zo ga je zelf ook worden in de verbondenheid met Jezus. Een mens die leeft vanuit de waarheid, en die daar aan vast wil houden naar andere mensen toe. De tweede waarde: liefde. Filemon kent dat woord maar al te goed – ze hielden in de eerste christelijke gemeentes liefdemaaltijden, direct aansluitend bij het Avondmaal. Daar deelde je alles met elkaar: wie rijk was, nam eten mee waar de arme van kon eten. [KLIK] Blijf met die liefde doorgaan, zegt Paulus tegen Filemon. Je krijgt straks je ex-slaaf Onesimus terug als broer aan de ene tafel van Christus. Laat je liefde voor hem doorgaan, ook als het Avondmaal met de liefdemaaltijd weer voorbij is, in het leven van elke dag. Paulus geeft een speciale kleur aan deze liefde, om te laten zien hoe diep die gaat. Twee keer gebruikt hij een speciaal woord, dat de bijbel bijna alleen voor God gebruikt, maar nu ook voor mensen onderling. Een woord dat “ontferming” betekent, en dan als een heel diep gevoel van bij elkaar betrokken zijn, begaan zijn met de ander, diep in je lijf voelen als het slecht gaat en zo graag willen dat het goed gaat. Een onderbuikgevoel, maar dan positief. “Hij ligt me na aan het hart”, zo staat in onze vertaling van vers 12. Met zijn eigen diepe gevoel voor Onesimus, de weggelopen slaaf, geeft Paulus een voorbeeld dat Filemon mag oppikken. Een voorbeeld dat wij mogen oppikken. Om niet langs elkaar heen te leven, maar in de diepte mee te voelen en mee te gaan met elkaar. De derde waarde: het goede. Eerst stelt Paulus het heel algemeen, in vers 6. Of Filemon een dieper inzicht mag krijgen in al het goede dat ons nader tot Christus brengt. Daar kan Filemon alvast over nadenken: het goede hoort bij Jezus, en als jij bij Jezus hoort, dan komt het goede daar meteen bij. In vers 14 vult Paulus het concreet in: u moet mij een gunst verlenen … omdat u het zelf wilt. Voor dat woordje “gunst” staat er eigenlijk: het goede van jou. In deze speciale situatie, met die weggelopen slaaf die weer terugkomt, weet je zelf wel wat goed is – het goede van jou – en daar kies je dan ook voor, om dat te doen. Neem deze drie waarden maar eens mee, de komende week in: trouw, liefde, het goede. Pak ze er nog eens bij als je voor concrete keuzes staat. Kleur met deze waarden de driehoekjes in, de relaties waar je in leeft. Laat deze kernwoorden door je heen gaan: trouw, liefde, het goede; en merk dan hoe ze je sturen, hoe de Geest van Christus je stuurt om steeds meer je identiteit in Jezus te krijgen. Dat mogen we worden, ieder in ons eigen leven: een gevangene van Jezus Christus, een slaaf die kind mag worden, een vrij mensen die wil kiezen voor het goede.
Lied 20: 1, 2, 4, 7 1 Laat ons nu vrolijk zingen! Komt, heft uw liedren aan voor Hem, wie alle dingen altijd ten dienste staan. Ik wil de Heer daarboven lofprijzen hier op aard, ja, Hem van harte loven, die veilig mij bewaart.
Lied 20: 1, 2, 4, 7 2 Hoe goed is 't hun die bouwen op Isrels vaste rots, hun die zich toevertrouwen de trouwe handen Gods. Zij hebben 't heil verkregen, de allerschoonste schat; God leidt hen op zijn wegen, hun voet wordt moe noch mat.
Lied 20: 1, 2, 4, 7 4 Hij is de Heer, de trouwe, die niemand onrecht doet. Wie maar aan Hem zich houden, die geeft Hij alle goed. Moet iemand onrecht lijden, de Heer staat aan zijn kant. Hij doet te allen tijde aan elk zijn woord gestand.
Lied 20: 1, 2, 4, 7 7 Ik arme en geringe, hoe zou ik voor uw troon U lof en dank toezingen? Gij zijt zo groot, zo schoon. Maar omdat Gij mijn leven duldt voor uw aangezicht, mag ik, o Heer, U geven de weerglans van uw licht.
Opwekking 687: 1 - 4 1 Heer, wijs mij uw weg en leid mij als een kind dat heel de levensweg slechts in U richting vindt. Als mij de moed ontbreekt om door te gaan; troost mij dan liefdevol en moedig mij weer aan.
Opwekking 687: 1 - 4 2 Heer leer mij uw weg die zuiver is en goed. Uw woord is onderweg als een lamp voor mijn voet. Als mij het zicht ontbreekt, Het donker is; leid mij dan op uw weg, de weg die eeuwig is.
Opwekking 687: 1 - 4 3 Heer leer mij uw wil aanvaarden als een kind dat blindelings en stil U vertrouwt, vrede vindt. Als mij de wil ontbreekt Uw weg te gaan; spreek door uw woord en Geest mijn hart en leven aan.
Opwekking 687: 1 - 4 4 Heer toon mij uw plan; maak door uw Geest bekend hoe ik U dienen kan en waarheen U mij zendt. Als ik de weg niet weet, de hoop opgeef; toon mij dat Christus heel mijn weg gelopen heeft. Toon mij dat Christus
Beheer en Administratie & Verplichtingen kerkverband Collecte Beheer en Administratie & Verplichtingen kerkverband
Gezang 115: 1, 2 1 Nooit kan 't geloof teveel verwachten, des Heilands woorden zijn gewis. 't Faalt aardse vrienden vaak aan krachten, maar nooit een vriend als Jezus is. Wat zou ooit zijne macht beperken? 't Heelal staat onder zijn gebied. Wat zijne liefde wil bewerken, ontzegt Hem zijn vermogen niet.
Gezang 115: 1, 2 2 Die hoop moet al ons leed verzachten. Komt, reisgenoten, 't hoofd omhoog! Voor hen die 't heil des Heren wachten, zijn bergen vlak en zeeën droog. O zaligheid, niet af te meten, o vreugd, die alle smart verbant! Daar is de vreemdlingschap vergeten en wij, wij zijn in 't vaderland!
Amen A - men, a - men, a - men.
We hopen u de volgende dienst weer te zien. Tot ziens We hopen u de volgende dienst weer te zien.