Openbaar bestuur Maarten Allers COELO Centrum voor onderzoek van de economie van de lagere overheden
Ombuigingen 2015 Totaal 18,3 miljard euro Kleinere overheid 6,1 = een derde
Ombuigingen Kleinere overheid Taakstelling Rijk, agentschappen en ZBO’s 1,5 mrd Nationale politie 0,2 Verhoging griffierechten 0,2 Defensie 0,5 Stoppen ISV/BLS 0,2 Publieke omroep 0,2 Gemeentefonds/provinciefonds 1,4 Overig (37 posten) 1,9 Totaal 6,1
Taakstelling Rijk, agentschappen en ZBO’s A kaasschaaf van 1,5% per jaar 0,7 mrd B korting door taakvermindering 0,8 mrd A Standaardisering en samenwerking bedrijfsvoering Clustering van uitvoerende diensten Centralisering huisvesting ministeries Tijdelijke kosten door afvloeiing ambtenaren B Over vermindering van taken of versoberingen wordt inhoudelijk niets vermeld!
Kortingen gemeenten en provincies Gemeentefonds/provinciefonds 1,3 mrd (herstel “trap op, trap af”) Efficiencykorting GF 0,1 (regionale uitvoeringsdiensten) Samen 7% korting op fondsen Stoppen ISV/BLS 0,2 Budgetten stedelijke vernieuwing en woningbouw
Overige kortingen gemeenten (niet onder Kleinere overheid) Wajong 0,2 mrd Wsw 0,4 Reintegratie 0,4 (gemeenten en UWV) AWBZ 0,1 (dagbesteding naar WMO) Jeugdzorg 0,3
Gemeenten relatief zwaar gekort Gemeentefonds + overige kortingen: bijna 3 mrd Extra kostenposten gemeenten: Beroep op lokaal armoedebeleid zal toenemen Beperking Wajong en WSW Koopkracht lage inkomens daalt fors Wellicht te weinig geld bij nieuwe taken
Inrichting openbaar bestuur Voorstellen heroverwegingswerkgroep overgenomen: Minder bestuurders en volkvertegenwoordigers Minder ambtenaren Beperking tot kerntaken “Je gaat er over of niet” Per onderwerp hoogstens twee bestuurslagen actief Randstadprovincie + Infrastructuurautoriteit
Inrichting openbaar bestuur Geen opschaling gemeenten Provincies en waterschappen blijven bestaan Waterschapsbestuur gekozen door gemeenteraden Provincies beperkt tot ruimte, economie en natuur verkeer en vervoer? gesloten huishouding? Verdergaande decentralisatie
Redenen voor decentralisatie valide? • “Taken zo dicht mogelijk bij de burger” • “Minder ambtenaren nodig” Decentralisatie vooral bij: Sociale zekerheid Zorg Lastige beleidsterreinen Weinig ruimte voor eigen beleid gemeenten
Voordelen van decentralisatie • Maatwerk mogelijk (Oates theorema) • Grotere betrokkenheid burger Innovatie door experimenten Disciplinering door maatstafconcurrentie Dit werkt alleen bij lokale autonomie Die is bij voorgestelde decentralisaties erg beperkt Decentralisatie zonder autonomie: Mogelijk voordeel door goedkopere uitvoering Is eigenlijk geen decentralisatie maar uitbesteden
Probleem bij verdergaande decentralisatie Kleine gemeenten kunnen extra taken soms niet aan Gevolg: drang tot opschaling Doet voordelen decentralisatie teniet Steeds minder steeds grotere bestuurlijke eenheden Geen decentralisatie maar centralisatie Decentralisatie bijt in eigen staart En: Opschaling kan geld gaan kosten!
Dus: voorzichtig met decentralisatie Decentralisatie die schaalvergroting nodig maakt kan tot hogere lasten leiden Mogelijke doelmatigheidswinst decentralisatie kritisch beschouwen Schaalvergroting vermindert ook andere voordelen van decentralisatie Minder maatwerk mogelijk, doordat gemeenten heterogener zijn, en onderling minder verschillen