De toekomst van de industrie Jules Theeuwes SEO - UvA SIC Lezing, Vakbondsmuseum 6 november 2001
De Lezingenreeks 13 februari: J. van der Windt, FNV Bondgenoten 3 april: A. Kraaijeveld, FME-CWM 4 september: H.J. Tankink, EZ
Monitor november 2001 cijfers: de aanstormende recessie beleid: Verkenning Economische Structuur Noord Brabant versus Amsterdam
Beleidsadviespaper november 2001 de industrie is: –nieuw –productief –broodnodig knelpunten –regionaal: bestuur en cultuur –nationaal: imago en werk –internationaal: productiviteit en concurrentie
Twee adviezen arbeidsmarkt van de industrie –onderwijs en opleiding –privaatpublieke samenwerking –vergrijzing en vervangingsvraag –vraag naar talenten internationale concurrentie en productiviteit –motor van de export pruttelt –productiviteitsgroei hapert
Internationale concurrentiepositie aandeel wederuitvoer stijgt explosief van 20% in 1990 tot 40 % in versus 60 eurocent Nederland distributieland niet de exportprijs, misschien het exportpakket
Tabel 1.1Gemiddelde jaarlijkse stijging toegevoegde waarde (volume), % [1] [1] [1] In deze en alle volgende tabellen en grafieken die zijn afgeleid van de Nationale Rekeningen zijn de recentste jaren voorzien van een sterretje. Dit geeft aan dat de cijfers van deze jaren een voorlopig karakter hebben en nog niet als definitief beschouwd mogen worden. [2] [2] Dit betreft zeer voorlopige gegevens samengesteld op basis van recente schattingen door het CBS, gepubliceerd in het ‘Conjunctuurbericht september 2001’ en de maandelijkse Industriële productiestatistieken. [3] [3] De extreme waarde voor 1997 is de definitieve waarde berekend door het CBS aan de hand van de opgaven van zowel prijzen als volume-indicatoren (bv. het aantal barrels ruwe olie) door de olieproducenten zelf in hun officiële productiestatistieken. Volgens het CBS is waarschijnlijk de lage toegevoegde waarde t.o.v. de productiewaarde in deze sector (2,3 mld. vs. 23 mld.) mede debet aan de volatiliteit van deze tijdreeks. Tabel 1.1Gemiddelde jaarlijkse stijging toegevoegde waarde (volume), % [1] [1] [1] In deze en alle volgende tabellen en grafieken die zijn afgeleid van de Nationale Rekeningen zijn de recentste jaren voorzien van een sterretje. Dit geeft aan dat de cijfers van deze jaren een voorlopig karakter hebben en nog niet als definitief beschouwd mogen worden. [2] [2] Dit betreft zeer voorlopige gegevens samengesteld op basis van recente schattingen door het CBS, gepubliceerd in het ‘Conjunctuurbericht september 2001’ en de maandelijkse Industriële productiestatistieken. [3] [3] De extreme waarde voor 1997 is de definitieve waarde berekend door het CBS aan de hand van de opgaven van zowel prijzen als volume-indicatoren (bv. het aantal barrels ruwe olie) door de olieproducenten zelf in hun officiële productiestatistieken. Volgens het CBS is waarschijnlijk de lage toegevoegde waarde t.o.v. de productiewaarde in deze sector (2,3 mld. vs. 23 mld.) mede debet aan de volatiliteit van deze tijdreeks. [1] [1] Dit betreft zeer voorlopige gegevens samengesteld op basis van recente schattingen door het CBS, gepubliceerd in het ‘Conjunctuurbericht september 2001’ en de maandelijkse Industriële productiestatistieken. [2] [2] De extreme waarde voor 1997 is de definitieve waarde berekend door het CBS aan de hand van de opgaven van zowel prijzen als volume-indicatoren (bv. het aantal barrels ruwe olie) door de olieproducenten zelf in hun officiële productiestatistieken. Volgens het CBS is waarschijnlijk de lage toegevoegde waarde t.o.v. de productiewaarde in deze sector (2,3 mld. vs. 23 mld.) mede debet aan de volatiliteit van deze tijdreeks. [1] [1] Dit betreft zeer voorlopige gegevens samengesteld op basis van recente schattingen door het CBS, gepubliceerd in het ‘Conjunctuurbericht september 2001’ en de maandelijkse Industriële productiestatistieken. [2] [2] De extreme waarde voor 1997 is de definitieve waarde berekend door het CBS aan de hand van de opgaven van zowel prijzen als volume-indicatoren (bv. het aantal barrels ruwe olie) door de olieproducenten zelf in hun officiële productiestatistieken. Volgens het CBS is waarschijnlijk de lage toegevoegde waarde t.o.v. de productiewaarde in deze sector (2,3 mld. vs. 23 mld.) mede debet aan de volatiliteit van deze tijdreeks. Jaarlijkse stijging productiviteit
Productiviteitsontwikkeling internationaal –Denemarken 1,5% –Frankrijk 1,1% –Duitsland 2,3% –Italië 1,6% –VS 1,5% –Nederland 1,0%