Evaluatie pilot Februari 2006-januari 2007
Werkwijze evaluatie n Enquêtes. n Verslagen van studenten. n Gesprekken met de studenten.
Doel evaluatie n Verantwoording. n Inzicht krijgen in effecten en knelpunten. n We sluiten aan bij de bevinding van Veugelers: Wat betreft effecten kan er alleen sprake zijn van een eerste indicatie en aan beoordeling door de betrokkenen zelf (zelfrapportage).(W. Veugelers’ De waarde van een mentor-mentee relatie’, zie map)
Respons enquête n Zeven van de acht mentoren hebben de enquête terug gestuurd. n Een mentee heeft de enquête terug gestuurd.
Beginsituatie n 9 mentoren in de leeftijd van jaar. n 16 mentees in de leeftijd van jaar.
Resultaat pilot n 8 mentoren en 10 mentees hebben een volledig traject doorlopen.
Groep n 11 mentoren in de leeftijd jaar. n 12 mentees in de leeftijd jaar. n Sommige trajecten worden momenteel afgerond, anderen gaan nog tot het eind van het schooljaar door. n Ieder mentor heeft 6-8 gesprekken met zijn/haar mentee.
Thema’s evaluatie n Begeleiding van de mentor. n Organisatie van het mentorproject. n Contact mentor-mentee. n Verwachtingen. n Thema’s. n Resultaten. n Functie.
Begeleiding van de mentor n Voldoende voorbereid op de functie van mentor. n Training was ondersteunend. n Intervisie: was nuttig ‘een vorm van begeleiding waarin je je ei kwijt kon, samen over de positieve ervaringen kon praten, uitwisseling van ervaring waardoor je van en met elkaar leert’.
Organisatie van het mentorproject n In het begin vaag en onduidelijk, lange aanlooptijd. n Bij de matching kunnen de profielen beter op elkaar afgestemd worden. n De doelen waren voor de mentees niet helder: ‘Maak in het begin iets meer duidelijk over het hoe en waarom van het mentorproject. Schep bij het aangaan van de begeleiding ook duidelijkheid over de inzet en de verwachtingen van de mentees’. n Dit punt wordt ook bevestigd door de literatuur: ‘In de succesvolle relaties was het voor beide partijen duidelijk waarom ze daar zaten en wat ze probeerden te bereiken. De gesprekken waren zinvol omdat er naar iets toe werd gewerkt. In het, overigens geringe, aantaal mislukte relaties daarentegen hadden leernemer en mentor geen overeenstemming bereikt over het doel van de mentorrelatie en waren er geen afspraken gemaakt over de kennis die moest worden overgedragen’.(Opleiders in organisaties, zie map)
Contact mentor-mentee n Aantal contactmomenten: variërend van 3-8 keer. n Het organiseren van een eerste afspraak was vaak moeilijk, de mentor moest mailen en bellen om tot een afspraak te komen. Na het eerste contact verliep dit in de meeste gevallen soepeler. De mentor zorgde voor de continuïteit. n Plaatsen: café, thuis, school, station (wordt bevestigd door de literatuur, Vleugelers)
Verwachtingen n Van de mentor: ondersteunen, vraagbaak, ervaringen delen, initiatief van de mentee. n Van mentee: studieondersteuning, dat de mentor haar iets leert, dat de mentor stimuleert, een onafhankelijk iemand te kunnen spreken, ze wisten niet waarover het ging.
Thema’s n Hoe houd je je staande in een klas met mensen die zich met totaal andere zaken bezig houden. n Door welke activiteiten naast school blijf je gemotiveerd. n Verwachtingen van de ouders. n Zoeken naar bevestiging. n Uitstelgedrag. n Omgaan met psychiatrische ziekte, adhd, huiselijk geweld. n Hoe kun je de achterstand van school inhalen. n Stress. n Financiën.
Resultaten n Helpen plannen: letterlijk beter kijken om de opdrachten niet zo groot te zien. n Fijn dat er iemand naar je luistert en die er voor je is. n Het hervinden van de motivatie voor het afmaken van de opleiding. n Steun en aanmoediging: ‘Dit gaf hen de moed om hun eigen weg in te slaan in plaats van te twijfelen of ze het wel of niet moesten doen’ n Een keuze maken; ‘Ze is tot het besluit gekomen dat ze hulp nodig heeft en ze heeft een afspraak gemaakt met de huisarts en gaat sinds kort naar de psycholoog’.
Functie n Voornamelijk supporter en praatpaal.
Verbeterpunten n Vaker intervisie. n Doelen helder. n Meer achtergrondinformatie over de leeftijdgroep, waar zijn zij mee bezig. n MBO-student meer informatie geven. n Het aantal bijeenkomsten tussen mentor en mentee vaststellen (minimum en maximum).
Vormgeving mentorproject studiejaar n Zowel op ROC ASA als ROC Midden Nederland. n Zowel in Utrecht als in Amersfoort. n De HBO studenten gaan naar het ROC toe. n Afspraken met het MBO over aantallen. n Warme contacten op alle niveaus. n Literatuur over de leefwereld van MBO-ers voor studenten. n Een klein ‘onderzoekje’ door studenten over mentoring. n Eventueel onderzoek vanuit het lectoraat.