VERSPREIDING VAN NITRAAT IN HET GRONDWATER IN VLAANDEREN

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
11 Reliëf en kaart 11.1 Hoogtelijn, hoogtezone, hoogtecijfer, kleur
Advertisements

Klimaatrobuustere modellering van evapotranspiratie
Het Meetjesland Situering.
Hoofdstuk 14 Prijsbeleid.
Soorten evenwichten 5 Havo.
West-Vlaamse themadag Natuurbeheer | 4 maart 2006 | KULAK Van regendruppel naar grondwater Bart Vercoutere.
Het verband tussen levensstijlrisico’s en jeugddelinquentie uitgediept Hanne Op de Beeck.
De Avelgemse Scheldemeersen als voorbeeld van een valleigebied:
Risico-onderzoek Nouradine El Baz Afdeling Milieupolitie en bodem Methodologie voor verspreidingsrisico.
Eco(hydro)logische vereisten Natura 2000
Fuseren, samenwerken en concurreren
Ronde (Sport & Spel) Quiz Night !
HOOFDSTUK 12 Media.
Geologie Blz
Naar evenredige toegankelijkheid Voorrangsregels – 5 juli 2013.
Chemical equilibrium Hoofdstuk 13 Cristy, Corine, Paul, Wouter
Bedrijfskolommen en -sectoren
IJmert Kant Epidemiologie Universiteit Maastricht
Terra Tweede Fase vwo © Wolters-Noordhoff bv
Les 5 Elektrische potentiaal in een elektrisch veld
Geologie.
EVENWICHTEN STATISCH EVENWICHT DYNAMISCH EVENWICHT
MEDIALANDSCHAP We onderscheiden: Visuele media Auditieve media
wiskunde als gereedschap voor fysica: in en rond onze atmosfeer
Jong geleerd, fout gedaan?
Data-analyse van regionale en locale meetnetten
HYDROGEOCHEMISCHE MODELLERING VAN DE NITRAATVERSPREIDING
Institute of Nature Conservation Kliniekstraat Brussels Belgium – Piet De Becker Problematiek van nitraat in en rond natuurgebieden in Vlaanderen.
Historiek van de implementatie van de nitraatrichtlijn in Vlaanderen 6 december 2002.
Efficiënt archiefbeheer in een AW-omgeving
Wat vind je in de Databank Ondergrond Vlaanderen ?
Hydrostratigrafische Codering van de Ondergrond van Vlaanderen
H 7 Krachten Deel 3 krachten meten.
Hoofdstuk 7 Anderen motiveren
De productie van ammoniak
Dit wordt het DSH Herent, 7 april Wettelijk kader Decreet van 3 maart 2008 Deadline van 22 mei 2009 voor het “sociaal huis” Minimale vereisten:
Hoofdstuk 7 Motiveren van medewerkers
Ruimtelijke ordening en buisleidingen Kennistafel 30 mei 2007.
Opdracht 1 37 o a) 1,00 cm = 5,0 N ^ c) De lengte van F span is 5,25 cm 1,00 cm = 5 N ^ 5,25 cm = 26,5 N ^ d) De lengte van F voorwerp is 6,49 cm 1,00.
ribwis1 Toegepaste wiskunde Lesweek 01 – Deel B
Mr P.C. Slangen Projectleider Schakelzone Recht
Scaldwinproject: KOLENKALK Voortgang werkzaamheden op 30/11/2010- BRGM Voorbereiding op vergadering van 10/12/2010 F. Crastes de Paulet (BRGM)
1 PROJECT PLANLAST LOKALE BESTUREN Prof. dr. Geert Bouckaert dr. Ellen Wayenberg dr. Wouter van Dooren Projectstuurgroep 7 maart 2006 – 9.30 uur.
AMINAL afdeling Water Laboratorium voor Toegepaste Geologie en
Databank Ondergrond Vlaanderen Situering van een beleidsdomeinoverschrijdend project Van Damme Marleen DOV-coördinator Afdeling Land en Bodembescherming,
Databank Ondergrond Vlaanderen - 29/03/2003 Programma : - demo website DOV - vragen en korte pauze - achtergrond interpretaties. Lithologische beschrijving.
Business Marketing Management
Inhoud volgende toets:
Onze Atmosfeer Paragraaf 3.1: "Een beschermende laag"
Fractale en Wavelet Beeldcompressie
Coderen.
Toekomst Vlaamse thematische modellen Chris De Groot Beleidsmedewerker ALBON Dienst Natuurlijke Rijkdommen 12 juni 2014.
Wat is dat eigenlijk precies? Hoe ernstig is dat?
1 Zie ook identiteit.pdf willen denkenvoelen 5 Zie ook identiteit.pdf.
Sportvisacademie Nederland Leerjaar 1, les 6, niveau 3 en 4
3 Havo H 2 Paragraaf 7+8.
Aardrijkskunde voor de 2e fase VWO 5 en VWO 6. Samenvatting
Donderdag 2 april 2015 Roosterwijzigingen Mededeling directie In verband met de viering van het Suikerfeest kunnen leerlingen maximaal één dag verlof krijgen.
Terugblik BS 1 en 2 Biologie is de studie van organismen (levende wezens)
INCAH Infrastructure Networks Climate Adaptation in Hotspots.
Toelichtingsnota: VOCL in het grond- water en geen bron op het KP Bart VANDENBOSSCHE Afdeling Milieupolitie en Bodem Departement Identificatie van verontreinigde.
De hydraulische parameters van REGIS Ronald Vernes, Willem Jan Zaadnoordijk, Jan Hummelman & Reinder Reindersma.
Hoofdstuk 14 Prijsbeleid.
Programma Voorkennis activeren Uitleg par 1 deel I
Nieuw examenprogramma maatschappijwetenschap-pen
4.6 Omgaan met klimaatverandering
Bodem, water en bouwplan
DATABANK ONDERGROND VLAANDEREN
Hoofdstuk 4 Inkopen en bestellen
Hoofdstuk 4 Inkopen en bestellen
Transcript van de presentatie:

VERSPREIDING VAN NITRAAT IN HET GRONDWATER IN VLAANDEREN Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeologie VERSPREIDING VAN NITRAAT IN HET GRONDWATER IN VLAANDEREN Prof. Dr. K. Walraevens Drs. R. Eppinger Drs. M. Van Camp De indeling van Vlaanderen in hydrogeologisch homogene zones t.a.v. de nitraatverspreiding in het grondwater

Fase 3: Selectie van testsites Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeologie “Onderzoek naar de verspreiding van nitraat in het grondwater in Vlaanderen” in opdracht van AMINAL : Fase 1:Kartering van de hydrogeologisch homogene zones in het ondiep reservoir Fase 2: Selectie van 5 hydrogeologisch homogene zones voor nader onderzoek Fase 3: Selectie van testsites Fase 4: Implementatie van de testsites en terreinwaarnemingen Fase 5: Laboratoriumproeven Fase 6: Hydrogeochemische modellering

2. de verspreiding van nitraat door transport met het grondwater Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeologie Het voorkomen van nitraat in grondwater hangt af van drie belangrijke factoren:  1. de aanvoer van nitraat naar de grondwatertafel, vnl. door uitspoeling van meststoffen vanuit de wortelzone van landbouwgrond  2.  de verspreiding van nitraat door transport met het grondwater  3.  chemische reacties, waarbij nitraat wordt gereduceerd, zodat de verspreiding van nitraat wordt afgeremd of gestopt  factoren 2 en 3 houden verband met de hydrogeologische kenmerken van het reservoir

Hydrogeologische kenmerken bepalend voor: Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeologie Hydrogeologische kenmerken bepalend voor:  - stromingsregime (optredende stroomsnelheden, aanwezigheid van eventuele barrières zoals kleilagen, ...)  - chemische reactiviteit t.o.v. nitraat (reductiecapaciteit of oxideerbaarheid) Nitraatgevoeligheid beperkt zich meestal tot het ondiep grondwaterreservoir  

INDELING IN HYDROGEOLOGISCH HOMOGENE EENHEDEN EN ZONES: Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeologie   INDELING IN HYDROGEOLOGISCH HOMOGENE EENHEDEN EN ZONES:  = afbakening van het voorkomen van ondiepe watervoerende systemen, waar de kenmerken t.a.v. nitraatverspreiding gelijkaardig kunnen worden gesteld

KARTERING VAN HYDROGEOLOGISCH HOMOGENE EENHEDEN EN ZONES Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeologie KARTERING VAN HYDROGEOLOGISCH HOMOGENE EENHEDEN EN ZONES    Hydrogeologisch homogene eenheden:   grote eenheden waarbinnen hoofdkenmerken ondiep grondwaterreservoir m.b.t. nitraatverspreiding homogeen gesteld worden   indeling naar dikte Quartaire afzettingen: - Q > 10 m dik: Quartaire afzettingen bepalen hydrogeologisch homogene eenheid - Q < 10 m dik: onderliggende Tertiaire (of oudere) laag wordt mee beschouwd

Indeling van de hydrogeologisch homogene eenheden

Hydrogeologisch homogene zones (HHZs):    binnen een eenheid werd een verdere indeling doorgevoerd, op basis van geologische/hydrogeologische verschillen (bv. verschillende ouderdom van Paleogene kleilaag die substraat vormt)

Indeling van de hydrogeologisch homogene eenheden en zones Hydrogeologisch homogene zones Code Beschrijving van dagzomende lagen 00 Quartaire poldergebieden (verzilt) 10 Quartaire duinafzettingen 20 Pleistocene valleien of voormalige valleigebieden met een dik quartair dek (>10m) 21 Vlaamse Vallei en aangrenzende valleizones 22 Maasvallei (Maasgrind) 23 Hoogterrasafzettingen 30 Dun quartair dek (<10m) boven tertiaire kleilagen 32 Dun quartair dek boven Ieperse klei + Lid van Kortemark 33 Dun quartair dek boven Paniseliaanklei 34 Dun quartair dek boven Bartoonklei 35 Dun quartair dek boven Rupelklei 40 Het pleistocene Complex van de Kempen 50 Overgangszone Quartair – Tertiair (Plio-Pleistocene afzettingen) 51 Zanden van Brasschaat (+ Merksplas) 52 Zanden van Mol 60 Neogene zandafzettingen onder dun quartair dek 61 Formatie van Lillo en Poederlee 62 Formatie van Kasterlee (+ Kattendijk) 63 Formatie van Diest 64 Formatie van Berchem en Bolderberg

Hydrogeologisch homogene eenheden Hydrogeologisch homogene zones Code Beschrijving van dagzomende lagen 70 Paleogene zandafzettingen onder dun quartair dek 71 Formatie van Brussel 72 Onder-Oligocene zandafzettingen (Formaties van Tongeren en Bilzen) 73 Ledo-Paniseliaan 74 Zanden van Egem 75 Zanden van Mons-en-Pevèle (+ Mont Héribu, indien zandig) 76 Landeniaan 77 Heersiaan 78 Formatie van Eigenbilzen 80 Mesozoische afzettingen onder dun quartair dek 82 Krijtafzettingen 90 Paleozoische afzettingen onder dun quartair dek Sokkelgesteenten

De afbakening is gebaseerd op: -       analoge en digitale kaarten -       boorbeschrijvingen uit archieven -       vakliteratuur

Gegevensbronnen: Digitale kaart van de tertiaire grensvlakken (digitaal, OC-GIS-Vlaanderen, 2001, niet volledig) Oude geologische kaart van Vlaanderen (analoog, BGD, 1890-1905) Digitale topografische kaart (digitaal, OC-GIS-Vlaanderen, 1996) Grondwaterkwetsbaarheidskaart van Vlaanderen (digitaal, OC-GIS-Vlaanderen, 2000) Bodemassociatiekaart van Vlaanderen (digitaal, OC-GIS-Vlaanderen, 1996) Verziltingskaart (analoog, Prof. De Breuck et al, 1973) Kaart van de dikte van het Quartair (data ANRE, onvolledig) Kaart van de quartaire afzettingen van de Vlaamse Vallei (analoog, Prof. Dr. De Moor, 1984) Geologie van de Kempen (geologische beschrijvingen en schetsen van Wouters & Vandenberghe, 1994) Boorbeschrijvingen van de Belgische Geologische Dienst Boorbeschrijvingen, archief Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeologie

REDOXZONES IN FUNCTIE VAN DE DIEPTE:    I. Oxische zone: O2 aanwezig (wordt verbruikt bij redoxprocessen)  II. Anoxische zone: 1. NO3- reductie  N2 (NH4+) 2. Mn(IV) oxiden reductie  Mn2+ 3. Fe(III) oxiden en hydroxiden reductie  Fe2+ 4. Sulfaatreductie  sulfiden 5. Methanogenese

CONCLUSIES UIT REDOXZONERING:   - zolang als O2 aanwezig is, kan nitraatreductie niet optreden - in te sterk reducerende condities (op te grote diepte), bvb. waar Fe2+ in oplossing gaat:  onmogelijk te bepalen of hier NO3- verontreiniging bestaat ter hoogte van watertafel  alleen putten in de oxische zone laten toe te besluiten tot aan- of afwezigheid van nitraatverontreiniging op die plaats

NITRAATGEVOELIGHEID VAN HHZs    gevoeligheid van HHZ voor nitraatverontreiniging hangt samen met de diepte waarop nitraat kan doordringen in de bodem Hoe dieper het nitraat doordringt, hoe gevoeliger.

In gebieden waar nitraten slechts tot op een beperkte diepte doordringen, kan dit te wijten zijn aan twee factoren: 1. grote oxideerbaarheid van de lagen, zodat nitraatreductie reeds op een beperkte diepte optreedt; in dit geval wordt nitraat uit het milieu verwijderd   2. beperkte verticale neerwaartse grondwaterstroming, bvb. door het voorkomen van een kleilaag op een beperkte diepte

hoe dieper het nitraat kan doordringen: - hoe groter de impact op de waterlagen zal zijn tot op die diepte - hoe langer de verwijdertijd is - hoe groter de afstanden zijn waarover nitraat kan worden getransporteerd.    hoe gevoeliger

Drie klassen werden onderscheiden:   <10 meter: weinig gevoelig >10 en <20 meter: matig gevoelig >20 meter: zeer gevoelig De potentiële nitraatcontaminatiediepte onder het maaiveld is het product van een aantal processen en randvoorwaarden die de uitbreiding van de nitraatcontaminatie in watervoerende lagen bepalen (concept HHZs)

Parameterevaluatie met betrekking tot de nitraatgevoeligheid van HHZs Hydraulische doorlatendheid Hydraulische gradient Sterk geoxideerd tijdens afzetting Dikte onverzadigde zone Dikte oxidatiezone (waterverzadigd) Afwezigheid van effectieve reductiecapaciteit Totaal punten 00-Polderafzettingen 1 3 10-Duingebieden 2 14 21-Vlaamse Vallei 11 22-Maas-Rijnafzettingen 23-Hoogterrasafzettingen 16 32-Quartair dek op Ieperse klei 7 33-Quartair dek op Paniseliaan klei 34-Quartair dek op Bartoon klei 35-Quartair dek op Rupeliaan klei 40-Complex van de Kempen 51-Formatie van Brasschaat 8 52-Formatie van Mol 12 61-Formatie van Lillo en Poederlee 62-Formatie van Kasterlee 62-Formatie van Kattendijk 63-Formatie van Diest 63-Formatie van Diest in heuvelgebieden 17 64-Formatie van Berchem (en Bolderberg) 64-Formatie van Bolderberg in heuvelgebieden 13

HHZ 71-Formatie van Brussel 2 1 10 Hydraulische doorlatendheid Hydraulische gradient Sterk geoxideerd tijdens afzetting Dikte onverzadigde zone Dikte oxidatiezone (waterverzadigd) Afwezigheid van effectieve reductiecapaciteit Totaal punten 71-Formatie van Brussel 2 1 10 71-Formatie van Brussel in heuvelgebieden 3 16 72-Onder-Oligoceen 12 73-Ledo-Paniseliaan 9 73-Ledo-Paniseliaan in heuvelgebieden 15 74-Zanden van Egem (Mont-Panisel) 74-Zanden van Egem in heuvelgebieden 75-Zanden van Mons-en-Pevèle 75-Zanden van Mons-en-Pevèle in heuvelgebieden 76-Landeniaan 77-Heersiaan 14 78-Formatie van Eigenbilzen 11 82-Krijtafzettingen 90-Paleozoicum

Evaluatie: 0         - verwaarloosbaar 1         - weinig/klein 2         - matig 3         - zeer goed/groot/sterk   Totaal: <9 weinig nitraatgevoelig 9-13     matig nitraatgevoelig >13 zeer nitraatgevoelig

Als zeer gevoelig werden volgende hydrogeologisch homogene zones vastgesteld: HHZ 22: Maas- en Rijnafzettingen HHZ 23: Hoogterrasafzettingen HHZ 76: Landeniaan HHZ 77: Heersiaan HHZ 82: Krijtafzettingen

Een aantal andere zones zijn zeer gevoelig, voor zover het de heuvelstreken betreft in deze zones. Het gaat om volgende zones: HHZ 63: Formatie van Diest HHZ 71: Formatie van Brussel HHZ 73: Ledo-Paniseliaan HHZ 74: Zanden van Egem HHZ 75: Zanden van Mons-en-Pévèle

Selectie van 5 hydrogeologisch homogene eenheden en zones voor nader onderzoek     Selectiecriteria: 1. Risico op nitraatvervuiling: mestdruk 2. Ruimtelijke uitbreiding: representatief voor een groot deel van Vlaanderen 3. Belang van ondiep grondwaterreservoir 4. Geografische verspreiding

De keuze viel uiteindelijk op: 1. De Vlaamse Vallei + kustvlakte en bijrivieren (HHZ21 in HHE20): testsite Adegem 2. Dun Quartair dek boven Ieperse klei (HHZ32 in HHE30): testsite Torhout 3. Zanden van Mol (HHZ52 in HHE50): testsite Mol 4. Zanden van Kasterlee (HHZ62 in HHE60): testsite Peer 5. Brusseliaan (HHZ71 in HHE70): testsite Kampenhout