De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Toelichtingsnota: VOCL in het grond- water en geen bron op het KP Bart VANDENBOSSCHE Afdeling Milieupolitie en Bodem Departement Identificatie van verontreinigde.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Toelichtingsnota: VOCL in het grond- water en geen bron op het KP Bart VANDENBOSSCHE Afdeling Milieupolitie en Bodem Departement Identificatie van verontreinigde."— Transcript van de presentatie:

1 Toelichtingsnota: VOCL in het grond- water en geen bron op het KP Bart VANDENBOSSCHE Afdeling Milieupolitie en Bodem Departement Identificatie van verontreinigde bodems

2 ● Vaststelling van een verontreiniging met gechloreerde solventen in het grondwater tijdens de uitvoering van het VBO en geen bron op het perceel Artikel 69, §4 van de Ordonnantie stelt: " Als een vermoeden bestaat dat de verontreiniging van een perceel het gevolg is van de verspreiding van verontreiniging vanaf een ander perceel, kan het Instituut de uitvoering verplicht stellen van een gedetailleerd onderzoek op het perceel dat duidelijk geïdentificeerd is als het perceel dat de kern van de verontreiniging bevat." Vermoeden van verontreiniging: gemotiveerd door de conclusies van een VBO waaruit een verhoging blijkt door vergelijking met de resultaten van een al goedgekeurd bodemonderzoek / de conclusies van een GO waaruit blijkt dat de verontreiniging de grenzen van het desbetreffende KP overschrijdt.

3 een GO opsturen met minstens de volgende elementen:  de stromingsrichting van het grondwater (altijd op basis van geotechnische kaarten, per nivellering als site voldoende groot is,...)  Verticale afperking niet nodig, MAAR als er elementen zijn (bv. conc > 10 % oplosbaarheid), die wijzen op een mogelijke zinklaag -> bijkomend onderzoek noodzakelijk  minstens de historiek van het perceel stroomopwaarts om de aanwezigheid na te gaan van een eventuele bron (geen bron? -> contact opnemen met BIM-agent om na te gaan of er andere onderzoeken gekend zijn met solventverontreinigingen stroomopwaarts van het perceel)

4 Bron op het stroomopwaarts gelegen perceel:  Boren ter hoogte van deze bron  Als het resultaat bevestigt dat het om de bron gaat: op basis van art. 69 §4 dient er door het BIM op basis van het GO van het stroomafwaarts gelegen perceel een GO aan het bronperceel gevraagd te worden  De deskundige spreekt zich uit over het type en de leeftijd van de verontreiniging om de persoon te identificeren die belast zal worden met de uitvoering van het onderzoek, conform artikel 69 §4

5 Geen bron op het stroomopwaarts gelegen perceel:  minstens één peilbuis op het stroomopwaarts gelegen perceel plaatsen  Bij concentraties van dezelfde grootorde of hoger kan de deskundige besluiten dat het om een weesverontreiniging gaat (het type moet uiterlijk in het GO bepaald worden)  Uitvoering van een RO op het stroomafwaarts gelegen perceel Opmerking: type van verontreiniging kan later veranderen

6 4 vragen in verband met de bepaling van het verspreidingsrisico  Bestaat er een risico, rekening houdend met de hydrogeologische kenmerken van het terrein, dat de verontreinigende stoffen die in het grondwater of in de bodem zitten binnen de 15 jaar één van de receptoren kunnen bereiken?  De deskundige kan bovenstaande vraag met 'neen' beantwoorden, als de volgende voorwaarden tegelijkertijd vervuld zijn: ›verontreiniging alleen aanwezig in het grondwater; ›de concentraties van de verontreinigende stoffen op de verschillende getroffen percelen zijn van dezelfde grootorde; ›er werd geen kern waargenomen.  Mogelijke conclusie: “Onvoldoende elementen om een conclusie te formuleren”

7 4 vragen in verband met de bepaling van het verspreidingsrisico  Is de verontreinigende stof in zodanige hoeveelheden aanwezig dat ze leidt tot de vorming van puur product in vrije fase waaronder een drijflaag/zinklaag?  deze vraag altijd beantwoorden  Moet een uitbreiding van het volume van het verontreinigde water gevreesd worden in die mate dat aanzienlijk meer middelen moeten worden ingezet voor sanering of risicobeheer?  deze vraag hoeft niet beantwoord te worden (het volume is niet bekend)  Is de verontreinigende stof aanwezig in die hoeveelheden en in die vorm dat een verticaal transport (in het bijzonder via uitloging) kan worden aangetroffen in de onverzadigde zone?  het antwoord op deze vraag zal altijd 'neen' zijn, aangezien het om solventen in de verzadigde zone gaat.

8 8 EINDE Bedankt voor uw aandacht. Zijn er nog vragen of opmerkingen?


Download ppt "Toelichtingsnota: VOCL in het grond- water en geen bron op het KP Bart VANDENBOSSCHE Afdeling Milieupolitie en Bodem Departement Identificatie van verontreinigde."

Verwante presentaties


Ads door Google