De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Het verband tussen levensstijlrisico’s en jeugddelinquentie uitgediept Hanne Op de Beeck.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Het verband tussen levensstijlrisico’s en jeugddelinquentie uitgediept Hanne Op de Beeck."— Transcript van de presentatie:

1 Het verband tussen levensstijlrisico’s en jeugddelinquentie uitgediept Hanne Op de Beeck

2  Toets van Agnews General Strain Theory (GST)  Hypothesen gesteld vanuit GST  ‘Mixed method design’: kwantitatief en kwalitatief onderzoeksluik Jongeren 'buiten'? Een criminologisch debat over jongeren in de publieke ruimte

3  Kwantitatief ◦ ‘Jongeren in Vlaanderen. Gemeten en Geteld’ (JVGG)  1998-1999  N= 4821, 12 tot 21 jaar ◦ JOP-monitor 2  2008-2009  N= 3170, 14 tot 30 jaar  Kwalitatief sterke nadruk op ongestructureerde routines ◦ Diepte-interviews ◦ Jongeren die meerdere/ernstige feiten pleegden (selectie: GI ‘de Kempen’ en ‘de Hutten’)  2010  N=30;14 tot 19 jaar; 5 meisjes, 25 jongens  Vnl. diefstal, vechtpartij/slagen & verwondingen & (ernstig) druggebruik Jongeren 'buiten'? Een criminologisch debat over jongeren in de publieke ruimte

4 Microsocologische/ Sociaal-psychologische factoren: Levensstijlrisico’s … Jeugddelinquentie Persoonlijkheidsfactoren: Lage zelfcontrole/impulsiviteit Beperkte probleemoplossende vermogens … Maatschappelijke factoren: Sociale ongelijkheid Economische condities … ongestructureerde routines Biologische factoren Ecologische factoren

5  Niet-gestructureerde activiteiten  Ongesuperviseerde plaatsen ◦ Vb. rondhangen op straat, uitgaan…  Sterke correlatie met delinquent gedrag ◦ Ook in data van JVGG en JOP-monitor 2: sterke correlaat! Jongeren 'buiten'? Een criminologisch debat over jongeren in de publieke ruimte X GOX OtSign JVGG.993.24-25.27*** (<.001) JOP 2.952.22-14.47*** (<.001)

6  Ongestructureerde routines in de steekproef: ◦ Rondhangen op straat of pleintjes in de buurt (N=20) ◦ Frequent uitgaan (café, dancing, fuiven) (N=14)  Respondenten linken ongestructureerde routines zelf aan delinquent gedrag Jongeren 'buiten'? Een criminologisch debat over jongeren in de publieke ruimte

7 SITUATIE SOCIALISATIE Criminogene situaties Gelegenheid Verleiding Vrienden op straat Waarden, normen, ‘rationalisering’ O.m.: Wikström, 2006 Pauwels, 2007 …

8  Gelegenheid: Geen supervisie op straat “Ik luisterde wel en zo, maar als ik dan op straat ging dan deed ik toch mijn eigen goesting. Er was niemand dat zei ‘doe dit en doe dat’.”  Verleiding: Confrontatie met prikkels “Ik Iuister naar heavy metal enzo, dus gebeurt dat wel vaker zo dat er een maat van mij ook, met lang haar, in het zwart gekleed, dat er al eens zo een keer een jumper dat van een discotheek of ‘t een of ‘t ander komt ‘ja vuile gothic’ en heleboel. Dat begint zo met roepen en heleboel, en ook nog eens zo een duwtje en heleboel […]”  Verleiding: Verveling “Gewoon, allé, meestal na ‘t school… met een paar vrienden van mij, we hadden niets te doen, ‘t was saai… en… ja… (stilte). We gingen gewoon… langs in alle winkels… en we hadden altijd iets bij. Jongeren 'buiten'? Een criminologisch debat over jongeren in de publieke ruimte

9  Vrienden op straat “Ja die vrienden, ja die kende je van… op straat enzo, van euhm, in de buurt of euhm, via via, allé ja, je kent dat wel… dat is… als je één iemand kent, kom je in contact met anderen, omdat, allé ja, diegene die jij kent, die kent die andere, en zo leer jij ook… allé ja, nieuwe mensen kennen enzo, en ja …”  Vrienden op straat “Ja, als je op straat bent, en je bent alleen, in die cité… Het eerste jaar dat je ergens op ’t straat loopt ben je alleen nog…[…]. En dan ja, en bij die vrienden… je hebt vrienden gemaakt, grote vriendenkring, allemaal krapuul uit de buurt samen en dat gaat niet ven… dus dan zit je daar met een aantal en… dan doe je dat een keer, je doet dat […]”  Invloed van vrienden “Ja je ziet,… hmm (stilte) allé ja, je hebt iets nodig ofzo, je ziet je vrienden, die pakken dat gewoon, en je denkt “waarom zou ik daarvoor betalen als zij… ja… als zij gewoon nemen” euhm… zo gaat dat eigenlijk.”  Invloed van vrienden “Allé, ik zat toen in het eerste, allé in het eerste middelbaar, toen (stilte). Ik ging met de bus naar school, en ik leerde mensen kennen, slechte vrienden enzo.[…]. Ik had daar een… ik had daar een paar vrienden… die hebben me van… allé, een paar dingen geleerd, enzo (stilte). Zo ben ik ook begonnen.” Jongeren 'buiten'? Een criminologisch debat over jongeren in de publieke ruimte

10 Aanpak van delinquentie = aanpak van ongestructureerde routines?  Ongestructureerde routines ≠ delinquentie  Ook correlatie tussen ongestructureerde routines en positief welzijn (Op de Beeck, 2010)  Deel van ontwikkelingstaken tijdens de adolescentie (Sabbe, 2011; de Bil, 2011) ◦ rondhangen als ‘levensstijlrisico’ vs. rondhangen als ‘ontwikkelingstaak’  Recht op vrije tijd voor alle kinderen en jongeren: optreden tegen ongestructureerde routines raakt vooral de meest kwetsbaren onder de jongeren (Pleysier, 2008)  Cf. beginslide: andere delinquentiefactoren? Jongeren 'buiten'? Een criminologisch debat over jongeren in de publieke ruimte MAAR

11  Criminologie vandaag: focus op causale mechanismen  “[...] causation is not about regular association but about production of effects, that is, about the process (mechanism) that (i) connects the cause and the effect and (ii) brings about the effect.” (Wikström, 2007:10)  Focus op modererende mechanismen Jongeren 'buiten'? Een criminologisch debat over jongeren in de publieke ruimte

12  Welke invloed maakt dat ongestructureerde routines criminogeen worden? Moderator Ongestructureerde routines Delinquentie BA

13 •Wikström (2006) •Delinquentie = persoonsgebonden factoren x situatiegebonden factoren PersoonPersoon Situatie 100 0 Kans op delinquentie Situationele actietheorie • ( gebrek aan) moraliteit/ delinquentietolerantie • lage zelfcontrole

14 Levensstijlrisico’s, daderschap en slachtofferschap Bron: JOP-monitor Brussel (2010)

15  Eigen moraliteit: sommige ‘types’ van delinquentie zijn een brug te ver “Dat is gewoon… van, ik kan dat niet. Dat is hetzelfde als iemand dat bij iemand van mijn familie doet, bij mijn zussen (stilte). ‘Hoe gaat mijn zus zich eigenlijk voelen?’” “Omdat ik vind… als je die afript, oké, da’s al iets… maar als je die nog zeer doet, da’s nog erger. Dus dat, dat… pff, ik ben geen mens die zegt van ‘ja, die moet jij zeer doen’.” Jongeren 'buiten'? Een criminologisch debat over jongeren in de publieke ruimte

16  In criminologie: vooral nadruk op negatieve invloed van delinquente vrienden  Maar: moraliteit via conventionele vrienden/ lief “Ik heb hem gelaten, omdat, mijn lief wou niet dat ik hem sla.”  Neutraliserende invloed van gestructureerde vrijetijdsbesteding “ Het beste is dat je sport blijft doen, dat zijn heel andere mensen dat daar euhm, zitten, dan dat je ook mensen op straat tegenkomt.” Jongeren 'buiten'? Een criminologisch debat over jongeren in de publieke ruimte

17 Persoonlijkheid ‘ik kan daar niet tegen’ Moraliteit/delinqentietolerantie: - Eigen moraliteit - Conventionele vrienden - Betrokkenheid conventionele activiteiten … Ongestructureerde routines Delinquentie

18  Bevindingen ‘in de marge van doctoraat’  Kwalitatief, specifieke doelgroep  Verschillende invloeden (vb. moraliteit via conventionele vrienden): sterkere empirische toets nodig  Focus op causale mechanismen, niet op correlaten  Ongestructureerde routines = belangrijke verklarende factor in delinquentie  Ongestructureerde routines = ook belangrijke vorm van informele socialisatie voor jongeren

19  de Bil, P. (2011). Me, myself en de rest: identiteitsontwikkeling in het openbaar? In Van Ceulebroeck (red.), De hangman: over jongeren in het straatbeeld (pp. 32- 49). Brussel: Politeia.  Pleysier, S. (2008). ‘Integrale veiligheid’ als dogma? Grenzen aan het heersende veiligheidsdiscours, Tijdschrift voor veiligheid, 7 (1), 34-46.  Op de Beeck, H. (2010). Welbevinden van Vlaamse jongeren. In N. Vettenburg, J. Deklerck & J. Siongers (red.), Jongeren in cijfers en letters. Bevindingen uit de JOP-monitor 2 (pp. 213-238). Leuven: Acco.  Op de Beeck, H. (2011). Strain en jeugddelinquentie. Een dynamische relatie? Een toets van twee centrale mechanismen uit Agnews General Strain Theory. Den Haag: Boom Lemma (Reeks: ‘Het groene gras’)  Pauwels, L. (2007). Buurtinvloeden en jeugddelinquentie: een toets van de Sociale Desorganisatietheorie. Den Haag: Boom Juridische Uitgevers (Reeks: ‘Het groene gras’).  Sabbe, K. (2011). Is rondhangen be-leefd? Op zoek naar de beleving en betekenis van rondhangen bij jongeren. In Van Ceulebroeck (red.), De hangman: over jongeren in het straatbeeld (pp. 13-31). Brussel: Politeia.  Wikström, P.H. (2006). Individuals, settings, and acts of crime: Situational mechanisms and the explanation of crime. In P.H. Wikström & R.J. Sampson (Eds.), The Explanation of Crime: Context, Mechanisms, and Development (pp. 61-107). Cambridge: Cambridge University Press.  Wikström, P.H. (2007). In Search of Causes and Explanations of Crime. In R.D. King & E. Wincup (Eds.), Doing Research on Crime and Justice. 2 nd Edition (pp. 117-140). Oxford: Oxford University Press. Literatuur Contact: hanne.opdebeeck@keki.be


Download ppt "Het verband tussen levensstijlrisico’s en jeugddelinquentie uitgediept Hanne Op de Beeck."

Verwante presentaties


Ads door Google