Protocollering diagnostiek Vermoeden van zwakbegaafdheid en verstandelijke beperking DAG 2 Protocollering diagnostiek
Terugblik dag 1 Prodia Situering, denkkaders, begrippen Theorie Zwakbegaafdheid en verstandelijke beperking Toepassing Zorgcontinuüm fase 0 – 1 Zorgcontinuüm fase 2 Deel 1 van het diagnostische traject Huiswerkopdracht
Handelingsgericht diagnostisch traject
Handelingsgericht werken Prodia, denkkaders Handelingsgericht werken 7 uitgangspunten/principes Onderwijs- en ondersteuningsbehoeften Transactioneel (wisselwerking, afstemming) De leerkracht doet ertoe Het positieve In constructieve samenwerking Doelgericht Systematisch en transparant
Agenda dag 2 Casus: voorstelling en feedback Vervolg Fase 2: diagnostisch traject Indicering- & adviesfase Handelen en evalueren Concrete tools ter inspiratie Diagnostisch materiaal, e.a. Feedback Terugblik op de tweedaagse Noden en knelpunten
1. Casussen Voorstelling & feedback
Huistaak Casus voorbereiden In eigen multidisciplinair team Bij voorkeur nieuwe casus, zo mogelijk t.e.m. plan onderzoeksfase Of ‘oude’ casus: gegevens opnieuw ordenen en bespreken in team Volgens het Prodia-protocol Gebruik structuur van het huiswerkformulier Op 2e trainingsdag plenair brengen
Huistaak: aanmelding Naam: °datum / leeftijd School: Klas: Hulpvraag? Reden van aanmelding (waarom precies nu)? De eigenaar van de vraag? Welke inspanningen zijn geleverd (grote lijnen)? Wie zijn de nauw betrokkenen? Afspraak voor intakegesprek
Intakefase Doel Uitgangspunten Werkwijze Hulpvraag duidelijk Samenwerkingsrelatie Relevante info Uitgangspunten Subjectief karakter Rol: begeleider Werkwijze Luisteren, doorvragen, structureren Hulpvraag verwoorden in termen van cliënt
Huistaak: intake Analyse aanmeldingsklachten ** Wensen en verwachtingen Veranderdoel diagnostisch traject Attributies Mogelijke oplossingen vanuit wat werkt Probleemanalyse, in de breedte Genomen maatregelen en effecten: concreet Vraagstellingstype? Consensus alle nauw betrokkenen
Strategiefase Doel Uitgangspunten Werkwijze Stappen bepalen Informatie objectiveren Vakkennis, rol expert Werkwijze Reflecteren Kijken wat aan de hand is en hoe ernstig Multidisciplinair
Huistaak: strategiefase Clustering: positieve- en risicofactoren Leerling School- en klassituatie Thuissituatie Taxatie van de ernst van de situatie Op basis van de criteria van Rutter Op basis van positieve- en risicofactoren clustering Diagnostisch scenario
Huistaak: strategiefase Hypothesen Onderkennende? Indicerende / adviserende? Weerhouden hypothesen: onderzoeksvragen Als… dan…-redeneringen Overleg cliënt De onderzoeksvragen De grote lijnen van het onderzoek
Onderzoeksfase Stappen (indien onderzoek nodig) Wat onderzoeken? Hoe onderzoeken? Onderzoek uitvoeren Resultaten verwerken en interpreteren 14 14
Hoe en bij wie onderzoeken? Wat onderzoeken? Hoe en bij wie onderzoeken? Anamnese alle ontwikkelings- gebieden Gesprek ouders, leerkracht, leerling Analyse anamnesemateriaal (m.i.v. intake, dossiers school & CLB, evt. externe rapporten) Huidig functioneren alle ontw. gebieden Analyse huidig materiaal Observaties /medeobservaties in dagelijkse situaties (gezin, klas), evt. vragenlijsten 3. Algemeen intellectueel functioneren Best op meerdere momenten, vnl. bij jonge kdn. Algemene intelligentietest (bij heel jonge of zwakke kinderen een ontwikkelingsschaal) Materiaalanalyse en schoolse gegevens (sterk – zwak) Observaties 15 15
Hoe en bij wie onderzoeken? Wat onderzoeken? Hoe en bij wie onderzoeken? 4. Sociaal aanpassings- gedrag Bevraging ou’s (interview of vragenlijst) Schoolgegevens (sterk – zwak) Observaties, bv. n.a.v. klinisch-neurologische evaluatie 5. Contextfactoren, ondersteuning en schoolverloop Gesprek ouders, leerkracht, leerling Dossieranalyse Evt. verslagen van externen 6. Gezondheidstoestand, anamnese, biometrie, morfologische kenmerken Klinisch onderzoek met eventueel neurologische evaluatie 16 16
Huistaak: onderzoeksfase Wat onderzoeken? Om hypothese te bevestigen Om hypothese te ontkrachten Hoe onderzoeken? Onderzoeksmethodes Gesprekken, observaties, materiaalstudie, testing… Informanten Ouders, leerling zelf, leerkracht(en)
“Het is met een nieuw idee als met nieuwe schoenen. Men heeft er in het begin meer last dan gemak van.” Cees Buddingh Nederlands letterkundige (1918-1985)
Andere casussen Zelfde stramien
Enkele stellingen… Scholen hoeven het IQ-cijfer van een leerling niet te kennen, enkel het betrouwbaarheidsinterval. 2. Labels zoals ‘zwakbegaafd’ en ‘licht VB’ werken als self-fulfilling prophecy. Leerkachten en ouders passen hun verwachtingen aan op basis van IQ cijfers. Daarom zijn we zeer zuinig op intelligentieonderzoeken. 3. Een breed gemeten IQ van 5 jaar oud is recent genoeg voor een advies BuO, uitgezonderd als het IQ op kleuterleeftijd werd gemeten.
2. Diagnostisch traject Vervolg Indiceringfase Adviesfase Handelen & evalueren
Uitbreiding van zorg: HGD-traject Aanmelding Intakefase Strategiefase Onderzoeksfase Indiceringsfase Adviesfase Handelen en evalueren
4. Indiceringsfase Doel Uitgangspunten Werkwijze Reflectie Op handelen gericht Welke verandering is wenselijk voor deze leerling -> “wat is er aan de hand en wat is nodig”? Uitgangspunten Reflectie Inzichten van verandering en veranderbaarheid Werkwijze Vanuit: Lijst van veranderdoelen Naar: Onderwijs – en opvoedingsbehoeften formuleren
Indiceringsfase: Inhoud Stappen Integratief beeld schetsen (= diagnose) Wat veranderen en waarom? Opvoedings- en onderwijsbehoeften Aanbevelingen
Integratief beeld Indicerende diagnostiek Sterktes en zwaktes Bijv. Ll. Profiel cognitieve vaardigheden Profiel sociaal aanpassingsgedrag Bijv. context: Steunpunten Factoren die invloed hebben op probleem Uit Intake**, strategie- en onderzoeksfase Veranderbare factoren
Integratief beeld en aangrijpingspunten voor handelen Essentie uit intake- en strategiefase Hulpvraag Context vd. aanmelding Probleemclusters, Beschermende factoren, Onderzoeksvragen Essentie uit onderzoeksfase Vaardigheden leerling Sterktes klas Sterktes school Sterktes thuisomgeving Factoren van invloed op het probleem in positieve zin in negatieve zin Veranderbare factoren
Integratief beeld Onderkennende diagnostiek De zes elementen van de onderzoeksfase Resultaten samenbrengen en integreren Complexiteit meenemen Aandacht voor de onderkennende criteria Grenswaarden en betrouwbaarheidsgrenzen Oog voor nuances en context Klinisch diagnostisch oordeel
Hoe en bij wie onderzoeken? Wat onderzoeken? Hoe en bij wie onderzoeken? 1. Anamnese voor alle ontwikkelingsgebieden Gesprek ouders, leerkracht, leerling Analyse anamnesemateriaal (m.i.v. intake, dossiers school & CLB, evt. externe rapporten) 2. Huidig functioneren voor alle ontwikkelingsgebieden Analyse huidig materiaal Observaties /medeobservaties in dagelijkse situaties (gezin, klas), evt. vragenlijsten 3. Algemeen intellectueel functioneren Algemene intelligentietest (bij heel jonge/zwakke kinderen een ontwikkelingsschaal) Materiaalanalyse en schoolse gegevens (sterk – zwak) Observaties Best op verscheidene momenten, vnl. bij jonge kdn. 28 28
Hoe en bij wie onderzoeken? Wat onderzoeken? Hoe en bij wie onderzoeken? 4. Sociaal aanpassingsgedrag Bevraging ouders (of vragenlijst) Schoolgegevens (sterk – zwak) Observaties, bv. n.a.v. klinisch-neurologische evaluatie 5. Contextfactoren, onder- steuning en schoolverloop Gesprek ouders, leerkracht, leerling Dossieranalyse Evt. verslagen van externen 6. Gezondheidstoestand, anamnese, biometrische geg., morfologische kenmerken Klinisch onderzoek met eventueel neurologische evaluatie 29 29
Integratief beeld Wanneer sprake van verstandelijke beperking? Zie theorie (definitie en algemene criteria) “ Brede ontwikkelingsbelemmering, gekenmerkt door significante beperkingen in het intellectueel functioneren én in het sociaal aanpassingsgedrag” Vier criteria: Het intelligentiecriterium Het criterium sociaal aanpassingsgedrag Het ontwikkelingscriterium (Het procescriterium!)
Integratief beeld: onderzoeksresultaten zes elementen Anamnese alle ontwikkelingsdomeinen Analyse huidig functioneren Intellectueel functioneren Sociaal aanpassingsgedrag Context, ondersteuning en schoolverloop Gezondheidsgegevens
Wat veranderen en waarom? Indicering: veranderdoelen bepalen Wel veranderbaar Bv. leervormen, klasmanagement, samenwerking ts school en ouders... Welke veranderingen wenselijk vr ouders, lkr en lln, met welk doel en op welke termijn? Belang van concrete info uit de intake Aandacht voor positieve en beschermende factoren Voorbeeld Maaike, licht VB: gebaat bij visueel, concreet en manipuleerbaar materiaal bij rekenopgaven. Hierdoor meer succes, meer plezier en beter presteren.
Opvoedings- en onderwijsbehoeften Indicering: behoeften/noden van de leerling Instructies nodig die... Opdrachten nodig die... Een leerkracht nodig die... Ouders nodig die… … Ondersteuningsbehoeften leerkracht en ouders: naar adviesfase!
Opvoedings- & onderwijsbehoeften Enkele voorbeelden Indiceringfase Jan heeft er baat bij dat bij uitleg van nieuwe leerstof, de leerkracht checkt of hij de instructie heeft begrepen. Lukas heeft nood aan feedback die hem met zichzelf vergelijkt (adhv grafiekje met eigen vorderingen). Adviesfase De leerkracht heeft nood aan materiaal om tijdens de taallessen voor Toon te kunnen differentiëren, nood aan ondersteuning van collega’s… De ouders hebben nood aan kennis en inzicht in de toekomstmogelijkheden van hun kind met VB, visueel materiaal om complexere taken overzichtelijk te maken...
Indicering: aanbevelingen formuleren Meest wenselijke aanbevelingen Argumenten pro Argumenten contra Maatregelen op school: Maatregelen in de klas: Maatregelen thuis: Inspanning leerling zelf: Externe hulp: Minimaal noodzakelijke aanbevelingen School: Klas: Thuis: Leerling zelf:
Ondersteuning bieden Ontwikkelingspsychologie Leerpsychologie Zone van naaste ontwikkeling Belangrijke principes: Betrokkenheid en actieve inbreng vh kind Responsiviteit vd omgeving op initiatieven vh kind Samen activiteiten doen Leerpsychologie Opsplitsen van complexe vaardigheden in kleine deelstappen Aanbieden en geleidelijk afbouwen van diverse hulpbronnen Systematisch gebruiken van bekrachtigers Inspiratie halen uit deze denkkaders, vb: Zone naaste ontwikkeling. Belang klachtanalyse: uitzoeken wanneer het klachtgedrag minder erg is, wat net wel nog lukt en wat net niet, concreet en scherp… …
Ondersteuning bieden Cognitieve informatieverwerkingsbenadering Bevorderen van Zelfstandigheid (intrinsieke) Motivatie en zelfsturing Eigen inbreng en verantwoordelijkheid
Aan de slag! Uitwerken indicering bij eigen casus Integratief beeld Onderkenning Veranderdoelen Onderwijs- en opvoedingsbehoeften Aanbevelingen Maximaal wenselijk Minimaal noodzakelijk Telkens argumenten pro en contra
Adviesfase Doel Uitgangspunten en werkwijze Komen tot akkoord integratief beeld en advies Concrete afspraken maken Uitgangspunten en werkwijze Cliënt komt actief op de voorgrond Cliënt kiest tussen aangeboden alternatieven en neemt de beslissing Gezamenlijk gesprek
Inhoud adviesfase Stappen Informeren Integratief beeld Veranderdoelen Onderwijs- en opvoedingsbehoeften leerling Ondersteuningsbehoeften ouders & leerkracht** Aanbevelingen Luisteren naar cliënt en overleggen Afspreken omtrent interventies en evaluatie Verslaggeving
Aan de slag! Uitwerken adviesfase bij eigen casus Informeren Luisteren en overleggen Afspreken omtrent interventies en evaluatie Verslaggeving
Gemotiveerd verslag G-verslag belangrijk als maatregelen nodig zijn in gewoon onderwijs! Inhoud: Persoonsgegevens leerling Gemotiveerde conclusie na multidisciplinaire diagnostiek De sterktes en kwaliteiten van de leerling De onderwijs- en opvoedingsbehoeften vd leerling De ondersteuningsbehoeften vd lkracht en ou’s De afgesproken ondersteunende maatregelen op school en de begeleiding op school door CLB of externen; Redactiedatum, geldigheidsdatum en afspraken m.b.t. evaluatie.
Enkele stellingen… 4. Classificatie is pas nodig bij een vraag naar school op maat. 5. Indicatiestelling is belangrijker dan classificatie. 6. Een conclusie over ‘verstandelijke beperking’ moet altijd steunen op onderzoek dat effectief multidisciplinair is uitgevoerd.
Handelen en evalueren Rol en samenwerking van betrokkenen Globale evaluatie en cyclisch verloop Niet limitatief overzicht van mogelijk handelen
Rol en samenwerking School Leerling (ZB/VB) Ouders CLB Buitengewoon onderwijs (BuBao en BuSo) Regulier onderwijs BaO: curriculumdifferentiatie Sec: 1e leerjaar B en BVL GON en ION Leerling (ZB/VB) Ouders CLB Externe partners
Ondersteuningsmodel ( prof. B. Maes studiedag 12/1/2012) Bepaal gewenste individuele doelen Op vlak van: onafhankelijkheid, sociale participatie, welbevinden, schoolse en functionele vaardigheden 2. Identificeer ped-did ondersteuningsnoden van kind om onderwijs te kunnen volgen met peers 3. Welke ondersteuning is nodig (waar, door wie)? Binnen reguliere school – in andere school – buitenschoolse hulp 4. Soorten ondersteuning vr maximale participatie
Ondersteuningsmodel ( prof. B. Maes studiedag 12/1/2012) 4. Soorten ondersteuning vr maximale participatie aan klas- en groepsactiviteiten met peers - systematisch aanleren van vaardigheden aanpassingen in klasomgeving (regels en afspraken, inrichting, tijdsverloop, groeperingsvormen…) didactische aanpassingen (vereenvoudiging curriculum, materiaal, methode, modaliteiten vr input & output, meer tijd, coöperatieve leergroepen, instructiewijze, technologie…) ondersteuning sociale interacties (info voor medell, interacties met peers coachen…) extra ondersteuning door medell of volwassenen eventueel individuele begeleiding/therapie
Enkele stellingen… 7. Bij een vraag van een school naar een IQ-onderzoek vragen we steeds meteen naar de verwachting van de leerkracht: denk je aan BuO? 8. Bij een vraag over een leerling die niet goed meekan, gaan we eerst uitproberen wat werkt in zijn context ipv. een IQ af te nemen. 9. Leerlingen met een verstandelijke beperking horen thuis in BuO.
3. Diagnostisch materiaal en tools
Diagnostisch materiaal Zie www.prodiagnostiek.be Bayley Scales of Infant Development (BSID-II), 2004 Kaufman Intelligentietest vr Adolescenten & Volwass. (KAIT), 2004 Leidraad vr Taxatie van Ontwikkelingsproblemen bij Kleuters, 2005 Pediatric Evaluation of Disability Inventory (Pedi-nl), 2005 Snijders-Oomen Niet-verbale Intelligentietest (SON-R 2j.6–7j.11), 1998 Snijders-Oomen Niet-verbale Intelligentietest (SON-R 6-40), 2011 Sociale Redzaamheidsschaal-Z (SRZ), 2004 Sociale Redzaamheidsschaal-Z-i (SRZ-i), 2004 Sociale Redzaamheidsschaal-Z-Plus (SRZ-P), 2004 Vineland-Z, 2003 WAIS, WISC-III, Wechsler Non-verbal, WPPSI-R en WPPSI-III Zie fiches
Diagnostisch materiaal Eerder nieuw? Schalen sociaal aanpassingsgedrag Voldoen voorlopig Pedi-nl: € 265 complete set Globale normen Vineland-Z: € 60,50 handleiding + € 36 formulieren Enkel subgroep-normen Trapsgewijs gebruiken Andere: SRZ: Sociale Redzaamheidsschaal-Z SRZ-i: idem, interviewversie SRZ-P = plus: idem, vr. hoger functionerend V.B. tot randnormaalbegaafd 51 51
Theorie: begrippen Sociaal aanpassingsgedrag “de effectiviteit en de mate waarin iemand beantwoordt aan de eisen van de persoonlijke onafhankelijkheid en sociale verantwoordelijkheid verwacht volgens leeftijd en cultuur” Bevat drie groepen vaardigheden Conceptuele Sociale Praktische 52 52
Theorie: begrippen Sociaal aanpassingsgedrag Conceptuele vaardigheden (communicatie) Luisteren en begrijpen / Spreken / Lezen & schrijven Sociale vaardigheden (socialisatie) Relatie t.o. anderen / Spel en vrije tijd / Sociale adaptatie Praktische vaardigheden Zelfzorg / Zorg voor thuis / Leven in de gemeenschap Bijkomend soms breder: Motoriek Storend gedrag 53 53
Diagnostisch materiaal Onderzoek naar sociaal aanpassingsgedrag Gebruik van schalen vooraf gekend Bij voorkeur tijdens huisbezoek Context Concretisering ifv indicering Vorm: meestal gestructureerd interview Rekening houden met gewoonten, kansen, cultuur Observeren, inleven Relevant voor indicering Cultuurgeladenheid: inleven 54 54
Pediatric Evaluation of Disability Inventory PEDI -NL Pediatric Evaluation of Disability Inventory Wassenberg –Severijen & Custers Pearson 2005
Pedi-nl - Vaststellen van functionele beperkingen of vertragingen DOEL - Vaststellen van het inhoudelijke gebied waarop de beperking of vertraging betrekking heeft - Veranderingen op betreffende domeinen nagaan - Evaluatie van interventies
Pedi-nl - Oudere kinderen met geringere functionele vaardigheden DOELGROEP - Kinderen van 6 maanden tot 7,5 jaar - Oudere kinderen met geringere functionele vaardigheden - Kinderen met aangeboren of verworven stoornissen
Pedi-nl: beschrijving Domeinen 1. Zelfverzorging Eten Tanden poetsen Haren kammen Neus snuiten Wassen Aankleden Toiletbezoek ... 58 58
Pedi-nl: beschrijving Domeinen 2. Ambulantie Transfers Bv. In en uit een stoel komen Verplaatsen in verschillende omgevingen Voortbewegen Bv. Bewegen over de grond, trapgebruik Ook aspecten van afstand, snelheid en veiligheid 59 59
Pedi-nl: beschrijving Domeinen 3. Sociaal functioneren Omgaan met anderen binnen de leefomgeving Functioneel begrip Functionele expressie Deelname aan spel Deelname aan het huishouden 60 60
Pedi-nl: beschrijving Schalen 1. Functionele vaardigheden = weergave van betekenisvolle onderdelen van complexe functionele activiteiten Geen feitelijke vaardigheid in alle situaties, wel overtuiging van beheersing in de meeste situaties Vaardig (score 1), niet vaardig/beperkt (score 0) 61 61
Pedi-nl: beschrijving Schalen 2. Verzorgersassistentie = hoeveelheid hulp die kinderen nodig hebben om functionele activiteiten uit te voeren (5) (4) (3) (2) (1) (0) Onafhankelijk Toezicht Minimale Matige Maximale volledige hulp hulp hulp hulp Zelfredzaamheid Zelfredzaamheid groot gering 62 62
Pedi-nl: beschrijving Schalen 3. Aanpassingen = aanpassingen die het kind gebruikt bij de dagelijkse uitvoering van functionele activiteiten Geen aanpassingen Kindgerichte aanpassingen (bv. Kinderbestek, luiers,..) Revalidatieaanpassingen (bv. looprek, ...) Uitgebreide aanpassingen (bv. Rolstoel, spraakcomputer,..) 63 63
Pedi-nl AFNAME Respondent is betrokken bij dagelijks functioneren Respondent heeft gelegenheid gehad tot observeren Gestructureerd interview* ALLE items worden ingevuld Afnameduur: 45 à 60 minuten
Pedi-nl 65 SCORING Samenvattende scores Normscores: positie in relatie tot leeftijdsgenoten (6m -7.5j) Schaalscores: indicatie van de prestatie van relatief gemakkelijk tot relatief moeilijke items (ook > 7.5j) Samenvattende score per domein 65 65
Pedi-nl: normen 66 Beoordeling CAP: positief! Sterkte = algemene normen Kind vergelijken met normale populatie (leeftijdgenoten) Geen enkele andere proef naar sociaal aanpassingsgedrag heeft algemene populatienormen! Twee soorten Relatieve normen: standaarddeviatie van gemiddelde Absolute normen: leeftijdsequivalenten Nederlandse normen Er zijn voor dit domein geen instrumenten met Vlaamse normen Leeftijdsgroepen (6 m – 7.5 j) Normscores voor 14 leeftijdsgroepen per 6 m 66 66
Pedi-nl: evaluerend vermogen Geschikt om veranderingen in het functioneren over de tijd te meten. Nog studies naar responsiviteit
Vineland-Z Sociale redzaamheidsschaal voor kinderen en jeugdigen met een verstandelijke beperking De Bildt & Kraijer Uitgeverij (Pits) Pearson 2003
Vineland-Z: Beschrijving DOEL - Sociaal aanpassingsgedrag: totaal niveau + profiel van vaardigheden - Via een interview met ouder, verzorger, begeleider DOELGROEP Kinderen en jongeren (5-18 jaar) met licht/matig/ernstig verstandelijke beperking
Vineland-Z: Beschrijving SCHALEN (225 items) 1. Communicatie (67 items) receptief – expressief – geschreven taal “luistert minstens een ogenblik als de ouder tegen hem praat” “ maakt de juiste gebaren om ‘ja’, ‘neen’, of ‘ik wil’ uit te drukken “schrijft minstens 10 woorden uit het hoofd in blokletters of lopend schrift” 70 70
Vineland-Z: Beschrijving SCHALEN (225 items) 2. Dagelijkse vaardigheden (92 items) persoonlijk – huishoudelijk - maatschappelijk “eet zelf met een lepel” “ helpt op verzoek met extra karweitjes” “zegt op verzoek welke datum het is” 71 71
Vineland-Z: Beschrijving SCHALEN (225 items) 3. Socialisatie (67 items) interpersoonlijke relaties – spel en vrije tijd – sociale vaardigheden “onderscheidt de ouder of verzorger van anderen” “ houdt zich aan spelregels van eenvoudige spelletjes” “beëindigt een gesprek zoals het hoort” 72 72
Vineland-Z Interview ~ gesprek (items niet voorlezen) AFNAME Interview ~ gesprek (items niet voorlezen) Peilen naar wat kind/jongere feitelijk doet Vragen stellen die concrete gedragsbeschrijving uitlokken Voorbereiding Afnameduur: 20 à 60 minuten
Vineland-Z AFNAME Items: per domein gerangschikt volgens moeilijkheidsgraad Interviewer start bij geschatte ontw. niveau 3 itemscores: 0 neen of nooit 1 soms of gedeeltelijk 2 ja, gewoonlijk (N niet van toepassing) (WN weet niet) 74 74
Vineland-Z 75 AFNAME - SCORING Ondergrens: hoogste 7 opeenvolgende items met score 2 (alle items beneden ondergrens score 2!) Bovengrens: laatste 7 opeenvolgende items met score 0 Zie handleiding p. 30 – 49 voor uitleg per item Item 26 ‘gebruikt lidwoorden in uitdrukkingen of zinnen’ voorbeelden ‘een hond’, ‘de bal’. Als slechts één van de lidwoorden goed gebruikt wordt, is de score 1. Scoor 2 bij dove personen die gebarentaal gebruiken; deze kent geen lidwoorden 75 75
Vineland-Z 76 ruwe score per domein + totaalscore ruw omzetting in SCORING ruwe score per domein + totaalscore ruw omzetting in standaardcijfers 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 (M= 6.33; SD = 1.33) decielen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 76 76
77 77
Vineland-Z 78 4 vergelijkingsgroepen INTERPRETATIE 4 vergelijkingsgroepen * POP-VB : volledige populatie verstandelijk beperkte kinderen en jongeren * L, M, of E/D: licht, matig, of ernstig verstandelijk beperkte kinderen en jongeren 78 78
Vineland-Z INTERPRETATIE -> Waarschijnlijkheidsuitspraken over niveau van verstandelijk beperkt functioneren op basis van standaardcijfers normgroep POP-VB Zie protocol VB p. 34 Tabel Vb. * behaalde standaardscore = 7 -> licht verstandelijk beperkt 79 79
Vineland-Z 80 80
Vineland-Z 81 Verschillen binnen profiel INTERPRETEATIE Verschillen binnen profiel Verschillen tussen twee opeenvolgende beoordelingen 81 81
Betrouwbaarheid, Validiteit Vineland-Z: Normen Nederlandse normen Niet vr de algemene populatie, wel vr groepen verstandel. beperking Leeftijdsgroepen (5-18j) POP-VB; Licht; Matig; Ernstig/Diep COTAN-beoordeling: goed Betrouwbaarheid (interne consistentie, tussenbeoor-delaar, test-hertest) Validiteit (bv. samenhang SRZ) Betrouwbaarheid, Validiteit 82 82
Diagnostisch materiaal Het CHC-model Stellingen CHC is… …sleuren met veel meer materiaal …niet het geldige IQ hebben …knoeien met onderdelen van instrumenten …niet aanvaard door externen (VAPH…) …veel te moeilijk … CHC in de PRAKTIJK
CHC-model voor intelligentie 84
Diagnostisch materiaal Het CHC-model Waarom? Verschil tussen instrumenten Niet laten leiden door samenstelling test Omvattend kader Gril? Evolutie inzichten Laatste twee decennia Intelligentie IS multifactorieel Meer achtergrond? Zie tekst en map CAP / Lessius
Diagnostisch materiaal Het CHC-model Vuistregels bij vermoeden verstandelijke bep. Gf en Gc moeten, best met 2 subtests Ook minstens 2 andere brede CV, best met 2 subtests Dit betekent voor jonge kinderen WPPSI-III: kern afnemen, geeft het IQ Aanvullen met zinnen nazeggen WPPSI-R Dit betekent voor leerlingen tot 16j WISC-III: kern afnemen, geeft het IQ Aanvullen met analogieën SON / matrix redeneren WNV
Diagnostisch materiaal Het CHC-model Werkwijze Zie documenten syllabus Werkwijze: stap voor stap Tabel WISC-III / WPPSI-III: leemten in tests zichtbaar Werkbrochure: verwerking en profiel Intern rapport: handig overzicht Extraatjes zoals materialenlijst Met dank aan Gisleen Rauws en Walter Magez
Diagnostisch materiaal Het CHC-model CHC is… …een extra blaadje papier in valies …het geldige IQ hebben …basisinstrumenten intact laten …dus aanvaard door externen (VAPH…) …wat omzettingswerk, maar met handige schema’s … recht doen aan de cognitieve vaardigheden vd leerling
Tools -> Gemotiveerd Verslag Bv. Model van VCLB Gent -> Protocol ter verantwoording bij overstap naar BuO Heel wat goed-practices in het veld, geïnspireerd door HGW/HGD
Tools ( prof. B. Maes studiedag 12/1/2012) Thuisbegeleiding De Tandem (uitgever: Garant) Naar de gewone kleuterschool: Als kiezen minder vanzelfsprekend wordt Prijs: €6,90 Naar de gewone kleuterschool: Begeleiding bij integratie en inclusie Prijs: €10,50 Naar de gewone kleuterschool: Praktische tips voor integratie en inclusie Prijs: € 9,50
Tools ( prof. B. Maes studiedag 12/1/2012) Mortier, K. (2010). Het creëren van ondersteuning voor kinderen met een beperking in klassen van het regulier onderwijs: van een expertmodel naar een partnerschapsmodel. Doctoraat UGent. De Vroey, A. (2002). Polyfonie in de klas: een praktijkboek voor inclusie. ACCO, Leuven. Starterspakket inclusief onderwijs. Een bank vooruit. Brochure over inclusief onderwijs ism 'Ouders voor inclusie' en vakgroep Orthopedagogiek UGent. Uigegeven bij Gezin en Handicap.
Nuttige websites http://boeketje-onderwijs.skynetblogs.be www.sig-net.be www.koc.be www.gripvzw.be/leerkrachten ** www.vzwcoma.be www.basislink.nl www.vaph.be
5. Feedback, noden & knelpunten
Reflectie bij dit protocol Notitieblad Feedback Implementatienoden Knelpunten
Afsluiting