De waterlelie Ik heb de witte water-lelie lief, daar die zo blank is en zo stil haar kroon uitplooit in 't licht. Rijzend uit donker-koelen vijvergrond,

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Anonieme Gedichten Simon & Garfunkel Bridge over Trouble Water
Advertisements

De schaduw van Jan Harrie Geelen Querido.
Kleine engelen Foto’s, tekst en geluid!.
Plaatje vrienden op een bank
Schilderijen Hoi! Ik ben Schattebout. Ik ga schilderijen laten zien. Het zijn zoekplaatjes. Elk plaatje heeft een verhaal. Verhaaltjes over God, die één.
Herkenning? Rot voelen? Leegte opvullen?
Ik wens je De kracht van god.
Kerstviering kleuterbouw
Xtreme 2011 Get Alive!. Wie laat je binnen,als je Jezus binnenlaat?
Psalm 104:1-31 NBV.
Betuigd door een vuurkolom.. Exodus 3:2 Daar verscheen hem de Engel des HEREN als een vuurvlam midden uit een braamstruik. Hij keek toe, en zie, de braamstruik.
Laatste zondag van het kerkelijk jaar
Powerpoint gemaakt door
… en wat wil Jezus van jou?
Er is een Kindeke. Er is een Kindeke Er is een Kindeke geboren op d’ aard; Er is een Kindeke geboren op d’ aard;
Samenstelling en fotobewerking: Alberto
Waarom is Jezus aan het kruis gestorven?!
Jeugddienst 11 januari Thema: Jezus vertrouwen = Feestje bouwen
DE GOEDE WEEK verzamelviering.
THEMA GENIET MAAR DRINK MET MATE
Voor hen die nog een moeder hebben is dit heel mooi.
Welkom in de ochtenddienst! zondag 6 januari uur | ds A. Dominee Liturgie Psalm 100:1-4 Psalm 25:2 Genesis 1:1-10 Gezang 1:1-6 Genesis 1:11-20.
Davids gouden geheim Wanneer ben je tevreden? Waar vind je je geluk? Wanneer voel je je veilig?
Studiedag “Screening versus roeping?” MCNL – Amersfoort
En God zag alles wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed. Gen
Bij het kolenvuur Johannes
Welkom in deze kerkdienst
Godsdienst 1 1.
WELKOM OP TOV!.
WELKOM TOV’ERS.
Welkom op TOV!.
Thema voor vanavond is:
Ik nodig je uit tot een nieuw begin.
De aarde.
‘voor de kinderen’.
Geluid aan.
Er was eens een meisje die had 4 vrienden
Oost-Vlaanderen (in Oost-Vlaams dialect)
Verlangen naar licht.
Een brandend hart.
De stem van God 2x Jozef: -Mattheus 2 vers Genesis 45 vers 1-7.
Lucas 15: 11 En Hij zeide: Iemand had twee zonen
Heeft het christendom nog een toekomst?
"Als ogen spreken" Introductie. Wie is Jezus voor jou? En daarbij de vraag: Wie ben ik, jij?
Ds. Ds : Mw. M.Reinders de Haan
Zondag 2 HC Franeker 13 september 2009
Welkom 3e Lijdenszondag 2015.
Psalm 139.
Zingen Vers 1 God is mijn licht, mijn heil: wie zou ik vrezen?
Protestantse gemeente
Om soms eens dieper over na te denken
Pasen 2015 Groep 5, 6, 7 en 8 ‘t Bolwerk.
Welkom 7de Lijdenszondag 2015.
Wat een waarheid schuilen er in deze woorden
Preek 1 Koningen 17: Louis Hersent
Beelden van de kerk.
“de liefde van God”.
Welkom.
Welkom Voorganger: Ds. F. Westermann Ouderling van dienst: K. Muis Muziek: Huisband Schriftlezing: Mattheus 26: 69 t/m 75.
Er bloeit iets op! Kerstproject Er is een roos ontloken uit barre wintergrond, zoals er was gesproken door der profeten mond. En Davids oud geslacht.
Samen in de Naam van Jezus - Kerst 2015
Thema 1. Is God een lieve oude man? Een man die zich achter een wolk verstopt en af en toe naar beneden gluurt? Of is de wolk zelf God?
DoeMeeDienst GemeenteGroeiGroep 28 februari 2016 Thema: Als kinderen andere wegen gaan…. Welkom!
Welkom Samenkomst bij de begrafenis van Geurt Wisselink.
Thema: Je bent geliefd… wees een zegen! Zondag 23 november 2014.
Kerstviering 2011 ‘de hoogste tijd’.
Wat heeft een eenzaam en bang schaap nodig?. Zoek je ook naar liefde, warmte, bemoediging en bescherming? Verlang je naar een goede relatie? Is er iemand.
Het Roze Strikje Hoeveel hou je van haar... ? hou je van haar... ?
Red de verlorenen! Lucas 10,30-37 "Een man reisde van Jeruzalem naar Jericho. Onderweg werd hij door rovers overvallen. Zij rukten hem de kleren van het.
Hoeveel hou je van haar... ? Als je een vrouw bent, ben ik zeker dat dit je zal interesseren... En ben je een man, dan ken je zeker een vrouw die echt.
Transcript van de presentatie:

De waterlelie Ik heb de witte water-lelie lief, daar die zo blank is en zo stil haar kroon uitplooit in 't licht. Rijzend uit donker-koelen vijvergrond, heeft zij het licht gevonden en ontsloot toen blij het gouden hart. Nu rust zij peinzend op het watervlak en wenst niet meer . . . Frederik van Eeden

De moeder de vrouw   Ik ging naar Bommel om de brug te zien. Ik zag de nieuwe brug. Twee overzijden die elkaar vroeger schenen te vermijden, worden weer buren. Een minuut of tien dat ik daar lag, in 't gras, mijn thee gedronken, mijn hoofd vol van het landschap wijd en zijd - laat mij daar midden uit de oneindigheid een stem vernemen dat mijn oren klonken. Het was een vrouw. Het schip dat zij bevoer kwam langzaam stroomaf door de brug gevaren. Zij was alleen aan dek, zij stond bij 't roer, en wat zij zong hoorde ik dat psalmen waren. O, dacht ik, o, dat daar mijn moeder voer. Prijs God, zong zij, Zijn hand zal u bewaren. Martinus Nijhoff

De moeder het water Ik ging naar moeder om haar terug te zien De moeder het water Ik ging naar moeder om haar terug te zien. Ik zag een vreemde vrouw. Haar blik was wijd en leeg, als keek zij naar de verre overzijde van een water, niet naar mij. Ik dacht: misschien _ toen ik daar stond op het gazon, pilsje gedronken in de kantine van het verpleegtehuis, de tijd ging langzaam in die godvergeten eenzaamheid _ misschien zou ’t goed zijn als nu Psalmen klonken. Het was mijn moeder, het lijfje dat daar roer- loos stond in ’t gras, alleen haar dunne haren bewogen nog een beetje in de wind, als voer zij over stille waatren naar een oneindig daar en later, haar God. Er is geen God, maar ik bezwoer Hem Zijn belofte na te komen, haar te bewaren. Rutger Kopland

Weg Ik ga naar Willemsdorp en zie de nieuwe brug Weg Ik ga naar Willemsdorp en zie de nieuwe brug. Dit is mijn doel, want aan de overzijde ligt niet meer wat ik zoek en wie ik zocht is weg. Wat bindt de automobilist van nu nog aan de smalle brug waarop hij hoopvol bromde? Eens reed ik richting Brabant in de wind; een brommer had ik, en als doel een meisje. Een binnenschip voer onder mij, de was hing uit; had dat een vrouw gedaan? Misschien kwam uit haar mond wel psalmgezang; in mijn geheugen echter waait verliefd een wind waardoor ik niets verstond. Het water is te breed, de weg te hoog: wie zegt dat woorden tot de hemel reiken? Wanneer ik roep, staat in Moerdijk niets stil. Ik zwijg ook zonder mij gaat alles over. Ad Zuiderent

Nacht Dieper naar voren kan ik mij niet buigen over de wereldrand, spaarzaam verlicht. Met het gelaat op blinde duisternis gericht kan ik mij van Gods glans niet overtuigen. De verste nadering betracht ik in de vele gedachten die ik naar dat hol gebied uitzend; talrijke keren niet, doch ik verlies mij in dit koppig spelen en in de pijn die tot een lust verdooft om hun verminkte wederkomst waaraan 'k een wreed en zeker teken hecht van Gods bestaan: dat ginds een wand is waar wat in hem gelooft en tot zijn licht vliegt blindelings op stuit. Doch wellicht hoort hij in de stilste nachten het zieke ritselen van mijn gedachten die zich te pletter fladderen op zijn ruit. Leo Vroman

Al die mooie beloften De grazige weiden, de stille wateren, ik heb ze gezocht en inderdaad gevonden, ze waren nog mooier dan mij was beloofd, prachtig. En in dit liefelijke landschap de zoon van de maker, aan een boom genageld, maar geen spoor van geweld of verzet, alleen maar vrede, rust. Zijn lege ogen kijken het landschap in, om zijn mond spelen eeuwige vragen, waarom dan, wie ben je, waar was je, e.d. Zonder verwijt, hij moet hebben geweten wat er zou gaan gebeuren. Ik heb geen antwoord. Rutger Kopland

Je bent me zo nodig Je bent me zo nodig Je bent me zo nodig Je bent me zo nodig. Ik weet het wel dat de Heer mijn herder is en dat Hij mij niets laat ontbreken, maar wanneer jij mij dat niet bent, weet ik niet wat mijn leven nog kan zijn. Wanneer Hij jou niet geeft, geeft Hij mij niets, want wat mij niet gereikt wordt door jouw hand is dood voordat ik het ooit krijgen zou. Dat kan niet, zeg je, want dan stel je mij voor Hem, een verantwoordelijkheid die ik niet dragen kan. Weet je dat zeker? Lees de psalm. Wie dorst schenkt Hij in overvloed zijn wijn. Maar, liefste, wie anders dan jij is mij zijn beker. Gabriël Smit

Ik ben de kleine dochter van Jaïrus Ik ben de kleine dochter van Jaïrus, Ik lig hier op een veel te grote baar. De dood zit in mijn ogen en mijn haar, dat, nu de krul eruit is, zonder zwier is. Ik mis mijn pop, die nu zij niet meer hier is, slaapt als ik slaap, de vingers in elkaar. Ik weet dat twee en twee te zamen vier is, maar nu ik dood ben, is dat niet meer waar. Waarom had ik daar straks ook weer verdriet? Er zou een man die toveren kon, komen, mij beter maken, maar toen kwam hij niet. De mensen op het dak en in de bomen gingen naar huis, maar ik blijf van hem dromen. Morgen ben ik de eerste die hem ziet. Ed Hoornik

In de oudste lagen van mijn ziel In de oudste lagen van mijn ziel, waar hij van stenen is gemaakt, bloeit als een gaaf, ontkleurd fossiel de stenen bloem van uw gelaat. Ik kan mij niet van u bevrijden er bloeit niets in mijn steen dan gij. De oude weelden zijn voorbij maar niets kan mij meer van u scheiden. Maria Vasalis

Ooit Het is niet meer in dagen of in weken dat ik de spanne die ons scheidt, dat ik de eeuw dat ik je kwijt ben reken, wie meet de leegte van de tijd? En wie weet of de tijd die is verstreken niet telkenmale weer verglijdt. Wie weet keert ook de tijd die is vergleden eens tegen elke reden om en worden lijnen die elkaar nooit sneden alsnog als door een wonder krom, zodat ik je in een volmaakt verleden opnieuw in leven tegenkom. Ontneem mij nimmer dit subliem vertrouwen waar ieder aards begrip voor zwicht, dat steeds mijn levenslijn nog met de jouwe in één fataal verlengde ligt en wij elkaar ooit weer zullen aanschouwen van aangezicht tot aangezicht. Jean Pierre Rawie

Preek op Terschelling ‘Want zij waren vissers’. Matth Preek op Terschelling ‘Want zij waren vissers’. Matth. 4:18 Raak mij niet tot in het hart met uw starend vragen; mij, in kleren zwaar en zwart aan de wand geslagen, vissers, met uw stroef gebed en uw simpele wetten; als bij 't meer Genésareth komend van de netten. Die het woord 'Komt achter mij' eenmaal hoorden spreken, vissers waren zij, als gij. En de vis is teken. Vis en Visser ken ik niet, die voor u moet bidden. Die mijn zwarte armoe ziet, Hij zij in uw midden Ida Gerhardt

Steeds Steeds achter de weer hoopvol opgelaten vliegers aan lopend van mijn eigen woorden, heeft mij ook dat niet duidelijk gemaakt wat of ik hier al meer dan vijftig jaar nu eigenlijk te zoeken heb of waar het om begonnen is, zo er ooit iets mocht wezen als een berekend meesterplan (en dat is meer dan ik geloven kan), maar onvoorstelbaar naamloze, jij die bekleed werd en omkleed met zoveel namen waar niemand meer van weet of weten wil, laat soms me even merken dat je er bent, niet in een blinkend inzicht, bliksemflits, maar als een lichtheid in mij ademend. Hans Andreus

Laatste gedicht Dit wordt het laatste gedicht wat ik schrijf, nu het met mijn leven bijna is gedaan, de scheppingsdrift me ook wat is vergaan met letterlijk de kanker in mijn lijf, en, Heer (ik spreek je toch maar weer zo aan, ofschoon ik me nauwelijks daar iets bij voorstel, maar ik praat liever tegen iemand aan dan in de ruimte en zo is dit wel de makkelijkste manier om wat te zeggen), - hoe moet het nu, waar blijf ik met dat licht van mij, van jou, wanneer het vallen, weg in het onverhoeds onnoemelijke begint? Of is het dat jij me er een onverdicht woord dat niet uitgesproken hoeft voor vindt? Hans Andreus

Poëzie is spaarzaam met woorden

De dichter beschikt niet over het woord maar staat in dienst van het (W) woord  

Poëzie moet verklankt en beluisterd worden  

Poëzie haalt haar zeggingskracht uit de vorm  

Poëzie brengt het onzegbare ter sprake  

Dichterlijke taal nodigt uit tot dialoog  

De dichter spreekt niet in eigen naam

Ik ben een snaar op Uwe harp, En wacht naar ’t roeren van Uw vingren, Om ook mijn klank, doorheen ‘t gerank, Van Uwe symfonie te slingeren.                                Felix Timmermans