KINDERBIJSLAG IN DE VOORZIENINGEN VAN DE FEDERALE SOCIALE BESCHERMING Hugo Bogaert Informatiesessie over kinderbijslag RKW – 30 oktober 2012
Voor alle duidelijkheid: SOCIALE ZEKERHEID = prestaties van het type verzekering, dus als bijdragen betaald worden mag men er zeker van zijn dat, binnen een solidariteitsmechanisme, de prestatie betaald wordt als het risico zich voordoet SOCIALE BIJSTAND = prestaties die betaald worden wegens de staat van behoefte van personen voor wie de sociale zekerheid niet tussenkomt SOCIALE ZEKERHEID + SOCIALE BIJSTAND = voorzieningen van sociale bescherming
SOCIALE ZEKERHEID Definitie = zeven pijlers die overeenstemmen met zeven soorten prestaties rust- en overlevingspensioen werkloosheid verzekering tegen arbeidsongevallen verzekering tegen beroepsziekten gezinsbijslag verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen jaarlijkse vakantie
SOCIALE ZEKERHEID Alle of bepaalde prestaties van de regelingen/sectoren: regeling voor werknemers: personen die met een arbeidsovereenkomst worden/werden tewerkgesteld; bijdragen worden door de werkgevers betaald, regeling voor zelfstandigen: personen die hun eigen baas zijn (ondernemers) of waren; bijdragen worden door hen betaald; regeling voor de overheidssector: personen die onder een statuut worden/werden tewerkgesteld + personen die met een contract worden/werden tewerkgesteld waarbij ze in het budget van de instelling worden ingeschreven of via bijdragen (RSZPPO).
SOCIALE ZEKERHEID VOOR WERKNEMERS WERKLOOS-HEID PENSIOENEN ZIEKTE- INVALIDITEIT VAKANTIE KINDER-BIJSLAG BEROEPS-ZIEKTEN ARBEIDS-ONGEVALLEN PIJLERS WERKNEMERS WERKGEVERS VERZEKERINGS- PLICHTIGEN zijn verzekerd bij betalen bijdragen (niet voor kinderbijslag) betalen bijdragen RSZ Rijksdienst voor Sociale Zekerheid RVA Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening RIZIV Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeits-verzekering RVP Rijksdienst voor Pensioenen RJV Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie RKW Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers FBZ Fonds voor de Beroepsziekten FAO Fonds voor Arbeidsongevallen OISZ verdeelt verdeelt betaalt betaalt betaalt betaalt behandelt de aanvragen en betaalt HVW Hulpkas voor Werkloosheids-uitkeringen HZIV Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering andere verdeelt verdeelt of of BIJZONDERE VAKANTIEFONDSEN VOOR BEPAALDE SECTOREN KINDERBIJSLAG-FONDSEN PRIVE- INSTELLINGEN VAKBONDEN LANDSBONDEN (ZIEKENFONDSEN) PRIVE-VERZEKERINGEN betalen betalen betalen betalen betalen WERKLOZEN ZIEKEN GEPEN-SIONEERDEN ARBEIDERS MET VAKANTIE KINDEREN SLACHTOFFERS SLACHTOFFERS GERECHTIGDEN
SOCIALE ZEKERHEID VOOR WERKNEMERS Systeem: aantal elementen die volgens bepaalde principes elkaar wederzijds beïnvloeden Financieel: globale bijdrage te betalen aan de RSZ die de middelen tussen de pijlers verdeelt volgens de behoeften, Vaststellen van rechten: permanente uitwisseling van gegevens via de KSZ (de verschillende socioprofessionele situaties geven recht op kinderbijslag, de toekenning van kinderbijslag heeft een invloed op bepaalde rechten in de ZIV- en overlevingspensioenregelingen etc.) 6
NETWERK VAN DE SOCIALE ZEKERHEID in een telematisch netwerk instelling per tak INNING VAN DE SOCIALEZEKERHEIDS- BIJDRAGEN SOCIALE ZEKERHEID VOOR ZELFSTANDIGEN SOCIALE ZAKEN RIJKS-REGISTER WERKLOOSHEID KRUISPUNTBANK RKW ZIEKTE- EN INVALIDITEITS- VERZEKERING VAN DE SOCIALE ZEKERHEID ARBEIDS- ONGEVALLEN PENSIOENEN BEROEPSZIEKTEN JAARLIJKSE VAKANTIE Primair netwerk: openbare instellingen van sociale zekerheid Secundair netwerk: meewerkende privé-instellingen
ZESDE STAATSHERVORMING: SOCIALE ZEKERHEID IN DE TOEKOMST Pijler werkloosheid: nieuwe gewestelijke bevoegdheid voor de activering van werklozen en uitbreiding van de bevoegdheid voor arbeidsbemiddeling. Pijler ziekte-invaliditeit: naast homogenisering van de huidige bevoegdheden (o.a. ziekenhuisbeleid), overdracht van mobiliteitshulpmiddelen naar de Gemeenschappen/GGC. Pijler kinderbijslag: overdracht naar de Gemeenschappen/GGC. 8
SOCIALE BIJSTAND leefloon (of door een OCMW betaalde daaraan gelijkwaardige hulp) inkomensgarantie voor ouderen gewaarborgde gezinsbijslag tegemoetkomingen aan personen met een handicap
ZESDE STAATSHERVORMING: SOCIALE BIJSTAND IN DE TOEKOMST Overdracht naar de Gemeenschappen/GGC: Tegemoetkomingen voor hulp aan bejaarden met een handicap Gewaarborgde gezinsbijslag 10
KINDERBIJSLAG: OORSPRONKELIJKE BEDOELINGEN EN BEHAALDE DOELSTELLINGEN geboortecijfer doen stijgen aanvulling op het loon volgens de gezinslast armoede bestrijden ↔ universele rechten 11
GEBOORTECIJFER DOEN STIJGEN? 1946: alle weeskinderen Recht-hebbenden 2012 1.135.351 1936: alle arbeidsongevallen en beroepsziekten 1968: werklozen, gedetineerden, nieuwe categorieën die geen verband houden met werk 1945: arbeidsongeschikten 1930: alle actieve werknemers Rechthebbenden 1931 459.458
WERKELIJKE IMPACT ►Vrijwillig initiatief van bepaalde werkgevers Rechtgevende kinderen van de regeling voor werknemers 306.000 ‘1929 ► Algemeen via wettelijke verplichting 04-08-1930 802.567 ‘1931 Geboortes in België 2012 1931 1.998.826 13
voor de overheidssector AANVULLING OP HET LOON? Invoering van de 1937 regeling voor zelfstandigen 1965: specifieke regeling voor de overheidssector 1971 Invoering van de regeling voor GGB (Gewaarborgde Gezinsbijslag) 1930: kinderbijslag
EFFICIENT MIDDEL TEGEN ARMOEDE? Indien kinderbijslag geschrapt zou worden, zou 10,86 % meer rechtgevende kinderen onder de armoedegrens leven(*) 15 % → 26 % arme kinderen (*) De armoedegrens ligt hier op 60 % van het gemiddeld equivalent inkomen. 15
4 KINDERBIJSLAGREGELINGEN Regeling voor werknemers: 74,02 % kinderen; € 4.309.657.548 Regeling voor de overheidssector: 17,81 % kinderen; € 1.004.590.527 Regeling voor zelfstandigen: 7,50 % kinderen; € 420.985.206 Regeling voor gewaarborgde gezinsbijslag: 0,66 % kinderen; € 50.643.364 16
11 sociale verzekeringsfondsen ZELFSTANDIGEN Nationale Hulpkas 14 privékinderbijslagfondsen en 2 speciale fondsen WERKNEMERS RKW Globale organisatie van de betalingen op federaal niveau Instellingen van de overheidssector GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG RKW RSZPPO AMBTENAREN RKW Instellingen van de overheidssector
GEVOLGEN Anticumuluatieregels zijn vereist om te vermijden dat kinderen kinderbijslag krijgen in verschillende regelingen Preventiemechanismen zijn vereist om te vermijden dat twee maal betaald wordt: kadaster = gegevensbank van de Rijksdienst Als een gezin in een regeling betaald wordt die niet bevoegd is → de wettelijk bevoegde regeling betaalt de niet bevoegde regeling terug ! verschillende bedragen voor dezelfde gezinssituatie → debetten of regulariseringen voor de gezinnen 18
GEVOLGEN → Efficiënt toekenningssysteem: (bijna) alle kinderen krijgen kinderbijslag in België → Complex toekenningssysteem door de toepassing van de anticumulatiemechanismen die vereist zijn doordat er verschillende regelingen zijn → Discussie over de juistheid van de anticumulatiemechanismen: het huidige systematisch dragen van de lasten door de regelingen voor werknemers/de overheidssector ↔ de regeling voor zelfstandigen 19
HUIDIGE VOORZIENINGEN VS. RECHT VAN HET KIND Twee soorten kinderbijslagregelingen: 3 professionele regelingen: huidige/vroegere activiteit met betalen van bijdragen → recht op kinderbijslag: sociale verzekering residuaire regeling (gewaarborgde gezinsbijslag): geen recht in de professionele regelingen + staat van behoefte → recht op kinderbijslag: sociale ondersteuning ↨ Systeem waar het kind of de persoon die het kind opvoedt (ten laste heeft) van rechtswege houder van het recht is doordat het/hij in België woont. 20
DE SPLITSING VOLGENS DE ZESDE STAATSHERVORMING
Overdracht van de bevoegdheid aan de Gemeenschappen Voor Brussel: bevoegdheid van de GGC Recht op kinderbijslag verankerd in de grondwet
KINDERBIJSLAG 3 fases Fase voor de splitsing: de regeling voor zelfstandigen afstemmen op de regeling voor werknemers = verplichte voorwaarde Overgangsfase na de splitsing: facultatief voor alle bevoegd geworden deelstaten: betaling door het huidig betaalcircuit Definitieve fase na de splitsing: invoering door de deelstaten van een structureel betaalcircuit
Gewone schaal kinderbijslag 1ste kind: werknemers: € 88,51 ↔ zelfstandigen: € 82,78 Gewone schaal kinderbijslag + sociale toeslag 1ste kind gepensioneerde werknemers: € 133,57 ↔zelfstandigen: € 109,14 24
PROBLEMATIEK VAN DE LEEFTIJDSTOESLAG Werknemers: enig of oudste kind gewone schaal = lagere leeftijdstoeslag (in vergelijking met kinderen die toeslagen ontvangen) Zelfstandigen: geen leeftijdstoeslag voor enig of jongste kind gewone schaal Gevolg: in bepaalde gezinnen is de totale bijslag (basisschaal + leeftijdstoeslag) hoger in de regeling voor zelfstandigen 25
Bedragen gelijkschakelen ≠ gelijke behandeling o.a.: werknemers: betaling aan de moeder ↔ zelfstandigen: betaling aan de vader werknemers: gewone wezenschaal ↔ zelfstandigen: verhoogde schaal of niets 26