Quiz hoofdstuk 6.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
een oude dag die moeilijk te financieren lijkt
Advertisements

niets is zeker, dát is zeker!
H1 wikken en wegen Paragraaf 1+2.
 (het wordt niet makkelijk…)
Inkomen les 17 Begrippen & 81 t/ 84
Kennis & Cash voor werkgevers! Welkom! Marleen van Boheemen.
Verzekeren.
7.1: Van de wieg tot het graf
7.1: Van de wieg tot het graf
Herhaling H4  Iedereen gaat staan  Lees en luister naar de vraag  Kies het voor jouw juiste antwoord doordat je het groene of rode kaartje toont.
verplicht sociaal verzekerd
17.3 t/m 17.5 Sociale zekerheid, herverdeling, sociale verzekeringen en sociale voorzieningen.
HERHALING Reader Werk.
Vraaggerichte arbeidsbemiddeling
Welvaart Hoofdstuk 4.
Hoe kun je Geloven? 1.
Hoofdstuk 6: Werk en uitkeringen
Geld tekort en geld over
Ik hou van Holland spel!.
Ik hou van Holland spel!.
Welvaart Hoofdstuk 4.
Inkomen les 20 Begrippen & opgave 100 t/m Begrippen Collectieve lasten Geheel van belastingen en sociale premies.
Inkomen les 18 Begrippen & 85 t/m Begrippen Collectieve regelingen Regelingen die gelden voor alle mensen van een bepaalde groep.
Inkomen les 19 Begrippen & 92 t/m 99
Inkomen les 19a Begrippen & 95 t/m Begrippen AKW Algemene Kinderbijslagwet: wet die regelt dat mensen met kinderen tot 18 jaar een uitkering krijgen.
Sociale Zekerheid Verzekering en voorziening
Samenvatting Intro Samenvatting:
Paragraaf 1 Kennen: De verschillen tussen de formele en informele sector Verschillen tussen een individuele en een collectieve arbeidsovereenkomst Welke.
1 Welkom Conferentie ‘De persoonlijke aanpak werkt!’
Prinsjesdag Opening nieuw werkjaar Staten Generaal
Hoofdstuk 4 Waarom werken?
Uitleg paragraaf 4.4 Klas: 2M5.
Hoeveelheidsaanpassing II
1 © GfK 2014 | Supermarktkengetallen | augustus 2014.
Algemene Ondernemersvaardigheden
7.1: Van de wieg tot het graf
Dag voor de zorg Zaterdag 14 september 2013 Workshop Alfaconstructie.
Verzekeraar De verzekeringsmaatschappij. 4.1 Wie betaalt de schade? © Noordhoff Uitgevers 2011.
4.1 Pijn in je eigen portemonnee? ↗ Verzekerde ↗ Degene die zich verzekert bij een verzekeringsmaatschappij ↗ Verzekeraar ↗ De verzekeringsmaatschappij.
Hoe moet ik mijn loonstrookje lezen?
Algemene Ondernemersvaardigheden
7.2 Wat doet de overheid voor ons?
Verzekeren 4.1 Wie betaalt de schade?
Algemene Economie Havo Lesinhoud 1.Vorige week 2.Vergrijzing 3.Opdrachten maken 4.Opdrachten bespreken 5.Vooruitblik volgende week.
Aantekeningen Hoofdstuk 1
Instructie hfst 4. Belangrijke begrippen Premie= bedrag dat je voor de verzekering betaalt. Hoogte hangt af van het risico,de waarde van het verzekerde,wel.
AOW EN PENSIOENEN SOCIALE ZEKERHEID. SOCIALE VERZEKERING Verzekeringen ( betaald uit inkomstenbelasting, sociale premies) Volksverzekeringen AOW ANW AWBZ.
Soorten verzekeringen  Aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP)  WA-verzekering  WA- + cascoverzekering ‘allrisk’  Reisverzekering 
Aantekeningen hoofdstuk 2. Arbeidsovereenkomst 4.3 Wat moet je doen? Om in Nederland aan het werk te mogen is het verplicht om een arbeidsovereenkomst.
Hfst 5 Sparen of lenen? Concept: Ruilen over de tijd
Collectieve sector Sociale zekerheid
Hoofdstuk 4 Verzekeren.
een oude dag die moeilijk te financieren lijkt
Werknemersverzekeringen
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Welkom 4 Havo..
Welkom 4 Havo..
Welkom 4 Havo..
Hfst 5 Sparen of lenen? Concept: Ruilen over de tijd
Hoofdstuk Overige kosten
Maatschappijleer Nadya Karim
Loonkosten.
In het leven loop je risico’s
Hoofdstuk 3: Hoe kom je aan werk?
Stelsel sociale zekerheid
Hoofdstuk 6: De verzorgingsstaat
H3 Hoe kom je aan werk?.
een oude dag die moeilijk te financieren lijkt
Transcript van de presentatie:

Quiz hoofdstuk 6

Lesopzet: Huiswerk bespreken Quiz over hoofdstuk 6 Vragen rondje met betrekking tot hoofdstuk 6 Huiswerk maken

Regels bij de quiz: Groepen van 4 à 5 personen Er wordt alleen overlegd tussen groepsleden, en er wordt dan ook niet met andere groepen overlegd. De antwoorden worden gegeven door één persoon uit de groep. Deze persoon wordt aangewezen door de docent! Voor het beantwoorden van vragen krijgen jullie 1 minuut de tijd, tenzij anders vermeld. Voor meerkeuzevragen krijgen jullie 1 punt Voor open vragen 2 punten, tenzij anders vermeld

Zelfstandig Werkend Kok (m/v) Functie Omschrijving: Voor een groot eetcafé/brasserie in de regio van Den Haag zijn we per direct op zoek naar een: Zelfstandig werkend Kok (m/v) Je treed in vaste dienst bij een gemoedelijke eetcafe/brasserie met een hollands/franse menukaart. Prijs gemiddeld menu: E 6-8 Voor, E 16-17 Hoofd, E 5-6 Na. Er worden gemiddeld 80-130 couverts per dag doorgegeven. Dit grote multifunctionele horeca concept is een uitstekende werkplek om samen met je nieuwe collega's met een glimlach naar je werk te gaan. We zoeken zowel startende zw koks als al wat ervarenere zw koks die als leidinggevende aan de slag kunnen. Uiteraard staat daar ook een goed salaris tegenover. We zoeken met name iemand die een goede basis heeft en zelfstandig zowel de warme als koude kant kan draaien. Qua regio en afstand het volgende: Je kunt reageren als je zelf in de buurt woont van Den Haag, Rotterdam, Zoetermeer, Delft. Functie Eisen: - Afgeronde SVH opleiding (2,3 of 4) - Aantal jaren ervaring als zelfstandig werkend kok op eetcafe/brasserie niveau. - Zelfstandig kunnen draaien van de koude en warme kant. Schrijf 4 dingen op die je wilt weten naar aanleiding van deze vacature als je op sollicitatie gesprek zou gaan! 2 minuten de tijd voor het beantwoorden van deze vraag! per goed antwoord krijg je 1 punt! Dingen die kunnen worden opgeschreven bij deze opdracht: loon, vakantietoeslag,vakantiedagen, arbeidsvoorwaarden, CAO of geen CAO, hoeveel uur?, wat als ik buiten het gebied woon?

Vraag 2: Wat is een CAO en wat staat er in vermeld? Een CAO staat voor collectieve arbeidsovereenkomst. Hierin staan de rechten en plichten van de werknemer en werkgever weergegeven. Voorbeelden kunnen noemen van rechten en plichten. Vertonen respectvol gedrag Betalen op tijd uit Verschijnen in goede staat op het werk Hebben recht op een aantal vakantie dagen

Vraag 3: Jan werkt zwart en vindt dat zwart werken alleen maar voordelen biedt. Zwart werken brengt echter ook nadelen met zich mee. Welke voordelen en welke nadelen kleven eraan zwart werk? Per goed antwoord 1 punt! Voordelen van zwart werk: je verdient meer, betaalt geen belastingen en loonheffngen Nadelen: bent niet verzekerd. Je hebt geen arbeidsovereenkomst en dus geen rechten en plichten.

Vraag 4: We kennen in Nederland 2 soorten verzekeringen. Deze hebben we behandeld in 2 aparte lessen. Welke 2 verschillende soorten verzekeringen zijn dit? A = particuliere en collectieve verzekeringen B = particuliere en werknemersverzekeringen C = collectieve verzekeringen en uitkeringen D = AOW en WW

Antwoord vraag 4: We kennen in Nederland 2 soorten verzekeringen. Deze hebben we behandeld in 2 lessen. Welke 2 verschillende soorten zijn dit? A = particuliere en collectieve verzekeringen B = particuliere en werknemersverzekeringen C = collectieve verzekeringen en uitkeringen D = AOW en WW

Vraag 5: In de vorige vraag werd duidelijk dat we particuliere en collectieve verzekeringen hebben. Maar wat is nou eigenlijk het voornaamste verschil tussen beiden verzekeringen? A = particuliere verzekeringen worden betaalt door de overheid en collectieve verzekeringen betaal je zelf B = collectieve verzekeringen zijn verplicht en particuliere verzekeringen niet C = je betaalt alleen premie voor particuliere verzekeringen, collectieve verzekeringen krijg je van de overheid

Antwoord vraag 5: In de vorige vraag werd duidelijk dat we particuliere en collectieve verzekeringen hebben. Maar wat is nou eigenlijk het voornaamste verschil tussen beiden verzekeringen? A = particuliere verzekeringen betaalt de overheid en collectieve verzekeringen betaal je zelf. B = collectieve verzekeringen zijn verplicht en particuliere verzekeringen niet. C = je betaalt alleen premie voor particuliere verzekeringen, collectieve verzekeringen krijg je van de overheid.

Vraag 6: Jan sluit een inboedel verzekering af. Hij woont in een ruime villa met een rieten dak. En beschikt over een dak met brandwerende dakbeplating. Verder is bekend dat hij in regio 4 woont. Voor deze verzekering wordt €6.75 aan poliskosten per jaar gerekend. Over het jaarlijkse premie bedrag en de poliskosten moet nog 7.5% assurantiebelasting worden betaalt. (De premie in de tabel is gegeven per week.) Wat betaalt Jan aan verzekeringskosten over het eerste jaar? (3 minuten de tijd) Als we kijken naar dit voorbeeld zien we dat verzekeren een aantal kosten met zich mee brengt. Welke zijn dit? : premie,poliskosten, en belastingen. In dit voorbeeld kunnen we spreken van een slecht risico. Waarom? (rieten dak)En wat houdt dit in? Slecht risico houdt in dat er een hoge premie moet worden betaalt. Dit komt omdat de kans groot is dat het mis gaat. Hetzelfde geld voor een fiets verzekering.

Antwoord vraag 6 Jan woont in een rieten huis met een brandwerend dak. Verder is bekend dat hij woont in regio 4. Nou, hoe pakken we dat aan: Jan betaalt per jaar aan premie: €4.40*52 = €228,80 Jan betaalt aan poliskosten € 6,75 Jan betaalt in totaal voor deze verzekering (228.80+6.75) * 1.075 = €253,20

Vraag 7: De hoogte van de premie hangt van een 2 tal factoren af. Welke zijn dit? Aantal deelnemers en de kans dat er iets mis gaat. Hoe groter de kans en hoe minder deelnemers hoe hoger de prijs. En hoe meer deelnemers en hoe kleiner de kans hoe lager de premie.

Vraag 8: Collectieve verzekeringen kunnen we opdelen in twee verschillende verzekeringen. welke zijn dit? A = werknemers en volksverzekeringen B = werknemers en uitkeringsgerechtigde verzekeringen C = werkgevers en werknemers verzekeringen D = particuliere en volksverzekeringen

Antwoord vraag 8 Collectieve verzekeringen kunnen we opdelen in twee verschillende verzekeringen. welke zijn dit? A = werknemers en volksverzekeringen B = werknemers en uitkeringsgerechtigde verzekeringen C = werkgevers en werknemers verzekeringen D = particuliere en volksverzekeringen Wat is het verschil tussen beiden verzekeringen. Stel nou ik heb een werkloosheidwet. Hier betalen alleen werknemers premie voor. Maar is dit wel terecht?

Vraag 9: In Nederland zijn er verzekeringen die een inkomensverlies opvangen en zijn er verzekeringen die kosten voor verzekerden vergoeden. Noem 3 voorbeelden van verzekeringen die inkomensverlies opvangen. Inkomens verlies: AMBZ, WW, WIA, ANW,ZW Kosten opvangers: AKW, ZVW, AWBZ. Waar staat de A voor? En wat houdt de A in>

Vraag 10: Uitkeringen worden in Nederland uitgekeerd via het omslagstelsel. Wat houdt dat begrip omslagstelsel in? Omslagstelsel houdt in dat: men schat in hoeveel er in totaal aan uitkeringen moet worden betaalt, en deelt dit door de werkende mensen. Zo komen ze erachter hoeveel de werkende mensen aan premie moeten betalen. Maar we kennen ook het kapitaaldekkingsstelsel. Wat houdt dit in en waar wordt het op toegepast? Het wordt toegepast bij pensioen fondsen. Mensen geven geld aan pensioen fondsen. Deze beleggen het geld. Je hebt dus een soort spaarpot op gebouwd.

Vraag 11: Bij de Nederlandse regering staat de sociale zekerheid hoog in het vaandel. Wat houdt de sociale zekerheid in? Een stelsel waarbij de overheid inkomens verlies probeert op te vangen. Waardoor kan het voorkomen dat je niet meer genoeg inkomen kan verwerven? ANW,AWBZ,WIA

Vraag 12: Schrijf zoveel mogelijk soorten particuliere verzekeringen op!

Vraag 13: AOW en AKW zijn voorbeelden van: A = particuliere verzekeringen B = werknemersverzekeringen C = volksverzekeringen D = collectieve werknemersverzekeringen

Antwoord vraag 13: AOW en AKW zijn voorbeelden van: A = particuliere verzekeringen B = werknemersverzekeringen C = volksverzekeringen D = collectieve werknemersverzekeringen

Vraag 14 Uitkeringen kunnen welvaartsvast of waardevast zijn. In 2008 zijn de lonen in Nederland met 2.5% gestegen. De uitkeringen stegen ook met 2.5%. De uitkeringen zijn daarom…. A = welvaartsvaste uitkeringen B = waardevaste uitkeringen Wat houden waardevaste uitkeringen dan in?

Antwoord vraag 14 Uitkeringen kunnen welvaartsvast of waardevast zijn. Wanneer de uitkeringen stijgen als de lonen in een land stijgen spreken we van: A = welvaartsvaste uitkeringen B = waardevaste uitkeringen

Huiswerk: Bouwsteen 6.1