Ontwikkeling aantal religieuzen Joris Kregting Kaski, onderzoekscentrum religie en samenleving Nijmegen, 25 september 2013
Inleiding Kaski Ontwikkelingen vanuit sociaal-wetenschappelijk perspectief Ontkerkelijking 1946 K-a-s-k-i en andere opdrachtgevers Vanaf 2011: Kaski is verbonden aan Radboud Universiteit te Nijmegen (FFTR) Dalende verbondenheid aan religieuze instituten vanaf jaren 60 (kerklidmaatschap en participatie maar ook religieuzen)
Inhoud Op basis van: Ontwikkelingen afgelopen decennia Leeftijdopbouw Intreders Overlevingskansen Komen we tot: Ontwikkeling aantal religieuzen tot 2030 Negatieve ontwikkelingen noodzakelijk voor realistische blik op de toekomst
Ontwikkeling kerkleden 1966-2012 Eerst even terug naar proces van ontkerkelijking: minder leden en minder participatie Gaat om bewust lidmaatschap (er zijn ook Nederlanders katholiek gedoopt die zich daarna geen katholiek meer beschouwen) In figuur geen categorie rest. Bewuste katholieken van 35% naar 14%, bewuste protestanten iets minder snel van 29% naar 15%. Bewuste kerkleden nu dus 29% van bevolking, 45 jaar geleden was dit nog 2/3. Verhouding kerkelijk-onkerkelijk is in deze periode precies omgedraaid: eerst 2/3-1/3, nu 1/3-2/3
Ontwikkeling participatie kerkleden (1979-2012) Als deel van kerkleden! Actief-betrokken= minimaal 1 keer per maand naar een kerkelijke viering of dienst Op basis van zelfrapportage in survey Aandeel gaat om aantal als deel van bewust! (gegevens SOCON) Protestanten schommelen tussen 60 en 70%, katholieken gaan van 55% naar 30% CBS en SCP constateren dalende betrokkenheid……..gaat vooral om katholieken en in mindere mate gereformeerden (hervormden juist weinig daling) Gepresenteerde gegevens zijn afkomstig uit zelfrapportage surveys, feitelijke tellingen lager
Voorspelling kerkleden tot 2020 Wat brengt de toekomst, alleen met betrekking tot kerklidmaatschap Indeling op basis van prognose SCP (bewuste leden, beetje onduidelijke definitie verschillende protestanten) Verdere daling: katholieken en protestanten naar ieder 10% van de bevolking in 2020 Percentage geen naar 72%.
Aantal religieuzen Verzameling gegevens door het Kaski Criteria: 190 congregaties Criteria: Nederlandse congregaties Leden met Nederlandse nationaliteit KNR: eigen tellingen Verschil met Kaski maar niet heel groot Aantal religieuzen eind 2012 Kaski: 6.225 KNR: 6.320 Drie groepen Zusters Priester-religieuzen Broeders Achterliggende gedachte criteria Kaski niet geheel duidelijk (vanuit het verleden) Zit dus wel Nederlandse religieuzen in het buitenland bij Voordeel veel historische gegevens Niet: - Momenteel ook veel niet-Nederlandse religieuzen in Nederland - Nederlanders religieuze buitenlandse congregaties
Ontwikkeling 1967-2012 - Daling van ruim 44.000 eind jaren 60 naar ruim 6.000 eind 2012 - Daling van bijna 90% gelijk voor alle drie de groepen zusters van bijna 29.000 halverwege jaren zestig naar 4.200 eind 2012 (-85%) priester-religieuzen van 9.300 halverwege jaren zestig naar 1.350 eind 2012 (-85%) broeders van bijna 6.300 halverwege jaren zestig naar 680 eind 2012 (-89%) - Snelheid daling neemt toe dalingspercentages jaren 60, 70 en 80: 2-3% per jaar jaren 90: 4-5% per jaar na eeuwwisseling: 6-7% per jaar (broeders recent geen versnelling) In verhouding steeds snellere daling, vanaf 2000 meer dan gehalveerd!!
Van wie monnik/moniaal Aantal anno 2012 (31-12) Aantal % Van wie monnik/moniaal Zusters 4.193 67% 384 Priester-religieuzen 1.355 22% 66 Broeders 677 11% 60 Totaal 6.225 100% 510 Verdeling zusters-broeder-priester-religieuzen zelfde als in 1967 Monniken en monialen vormen 8% van alle religieuzen
Ontwikkeling leeftijdsverdeling Gemiddelde leeftijd 2009: Zusters: 82 jaar Priester-religieuzen: 76 jaar Broeders: 78 jaar Broeders 1975: totale verdeling iets jonger want broedermonniken en broeders in priestercongregaties relatief iets jonger Geen generatievervanging….indicatie voor toekomstige ontwikkelingen * Alleen zelfstandige broedercongregaties
Aantal intreders (gem. per jaar) Eind jaren 70: 25-30 per jaar Jaren 80 en begin jaren: 15 Daarna daling tot 5 per jaar Geen gegevens priester-religieuzen
Methode prognose (1) Individuele zuster-congregaties Actueel ledenbestand met geboortedata Koppeling met prognose overlevingskansen Nederlandse vrouwen (CBS) Bijstelling voor zusters (hogere overlevingskansen) In het verleden zusters van aantal congregaties geprognosticeerd Later vergelijking prognose met feitelijke aantallen Wat bleek: Overlevingskansen zusters van 85 jaar en ouder zijn 33% hoger dan Nederlandse vrouwen van 85 jaar en ouder Geen intredingen en uittredingen Toenemende overlevingskansen: Nederlanders worden steeds ouder 2012-2013: vier prognoses voor Zuster-congregaties gemaakt
Toekomstige ontwikkeling zusters (op basis van prognoses 4 zustercongregaties) aantal % ontwikkeling 2012 4.193 2020 2.250 - 46% 2030 700 - 83% Nadeel: Kun je dit ook toepassen op priester-religieuzen en broeders (ivm leeftijdsverdeling)? Leeftijdsverdeling 4 zustercongregaties iets jonger dan alle zustercongregaties
Methode prognose (2) Alle religieuzen Niet op basis van overlevingskansen Maar op basis van ontwikkelingen afgelopen vijf jaar Percentuele daling per jaar passen we ook toe op de toekomst Met nog wel lichte versnelling van de daling tot 2020 Heel lastig te voorspellen of daling daarna ook in zelfde tempo blijft doorgaan Geen intredingen en uittredingen (houden elkaar afgelopen 5 jaar in evenwicht) Percentuele ontwikkeling per jaar 2007-2012: Zusters: 7% daling per jaar Priester-rel.: 6% daling per jaar Broeders: 6% daling per jaar Versnelling daling tot 2020 (want ook in afgelopen tien jaar steeds versnelling) Zusters: daling loopt op naar 11% per jaar in 2020 (en daarna stabiel op 11%) Priester-rel.: daling loopt op naar 10% per jaar in 2020 (en daarna stabiel op 10%) Broeders: daling loopt op naar 7% per jaar in 2020 (en daarna stabiel op 7%)
Ontwikkeling religieuzen tot 2030 Tweede prognose zusters iets snellere daling (door iets ouder leeftijdsverdeling) maar geen hele grote verschillen zusters prognose 1 en 2 Priester-rel iets snellere daling dan broeders. Tegen 2030 beide groepen ongeveer even groot
Conclusie Zusters Priester-rel. Broeders Totaal 2000 9.700 2.700 1.475 13.875 2012 4.200 1.350 675 6.225 2020 1.825 625 375 2.825 2030 575 200 175 950 Daling 2000-2012 55% (katholieken ongeveer eenderde, obv SOCON) 2012-2020 55% (katholieken 30% obv SOCON en SCP) Dus recente daling duurt voort, eerder nog lichte versnelling dan afzwakking Na 2020 worden voorspellingen onzekerder…………. 2012-2030: 85% daling
Ontwikkeling aantal religieuzen Joris Kregting Kaski, onderzoekscentrum religie en samenleving Nijmegen, 25 september 2013 Kaski is verbonden aan Radboud Universiteit te Nijmegen (FFTR)