Fort van Breendonk De gruwel van het Nazisme en de concentratiekampen hebben ook België niet gespaard. Het Fort van Breendonk is hiervan een ontroerend en sprekend bewijs.
Deze 10 mannen zijn de enigen die een proces gekregen hebben, het vonnis luidde: schuldig met de doodstraf tot gevolg.
“Meine Ehre heiβt Treue” het SS-motto. Letterlijk vertaald: mijn eer heet trouw.
Vanaf september ’48 werd het gebruik van de overlijdensakte afgeschaft Vanaf september ’48 werd het gebruik van de overlijdensakte afgeschaft. Het harde regime had te veel doden tot gevolg, men kon de leugen “doodsoorzaak: natuurlijke dood” (pneumonie of longontsteking - op deze foto) niet meer volhouden.
De meest beruchte Duitse SS’ers (1) van het kamp: commandant Schmitt met vrouw Ilse Birkholz en zijn hond Lump die speciaal was afgericht om “tijdig te kunnen ingrijpen”.
Duitse SS’ers (2): Schönwetter, neemt plaats van Schmitt in, onder hem waren de toestanden “iets beter”, onderluitenant Praus: “de schrik van de gevangenen” en luitenant Kantschuster, een buitengewoon brutaal man….
Vlaamse SS’ers (in Duits uniform)
In deze kamer sliep en at men met 48 personen, 6 man per bed zonder licht, lucht of verwarming.
Folterkamer…
Executieplaats (1)
Executieplaats (2)
Nummer 2470, Léon-Ernest Halkin, hoogleraar geschiedenis aan de universiteit van Luik & verzetsman. Hij komt terecht in kamer 6 en mag er niet uit : hij is een “arrestant”. “Alle maatschappelijke klassen, alle beroepen, alle meningen zijn vertegenwoordigd. De Vlamingen vergeven de Walen geen Vlamingen te zijn, de handarbeiders misprijzen de intellectuelen niet al te zeer, en de gelovigen kunnen bidden zonder de ironie van de communisten uit te lokken. Een zelfde geest brengt al deze mensen nader tot elkaar en verenigt ze, gelijk als ze zijn voor de Duitsers en voor de dood. Ik durf het niet vaderlandsliefde noemen, maar wel vrijheidsdrang. Geleidelijk schept de gemeenschappelijke lijdensweg een waarachtige intimiteit; maatschappelijke scheidsmuren vallen neer, vooroordelen verdwijnen, wantrouwen vervliegt, en mooie vriendschappen worden gesmeed, ondanks het oneindig antipathieke kader waarin we moeten leven. ”