Bernard en Bosman vergeleken Frank Hendrickx
2 Deel 1 : een vergelijking •Competitief evenwicht •Stabiliteit •Opleiding
3 De Bosman uitspraak •Bosman (C-415/93): •Het vrij verkeer van werknemers belet: –de toepassing van door sportverenigingen vastgestelde regels –volgens welke een beroepsvoetballer die onderdaan is van een Lid-Staat –bij het verstrijken van het contract dat hem aan een club bindt –door een club van een andere Lid-Staat slechts in dienst kan worden genomen –indien deze club aan de club van herkomst een transfer-, opleidings- of promotievergoeding heeft betaald
4 Bosman versus Bernard •In zover het gaat om een economische activiteit •Vrij verkeer van werknemers •Beperking ongeacht nationaliteit •Professioneel -> professioneell •Einde (prof) contract •Transfervergoeding •Te betalen door nieuwe club •Beperking van vrij verkeer •Rechtvaardiging mogelijk •Evenredig •Schending •Opening naar opleidingsvergoeding •In zover het gaat om een economische activiteit •Vrij verkeer van werknemers •Beperking ongeacht nationaliteit •Opleiding -> professioneell •Einde opleiding •Schadevergoeding •Te betalen door speler •Beperking van vrij verkeer •Rechtvaardiging mogelijk •Evenredig •Schending •Opening naar opleidingsvergoeding
5 Bosman versus Bernard •In zover het gaat om een economische activiteit •Vrij verkeer van werknemers •Beperking ongeacht nationaliteit •Professioneel -> professioneell •Einde (prof) contract •Transfervergoeding •Te betalen door nieuwe club •Beperking van vrij verkeer •Rechtvaardiging mogelijk •Evenredig •Schending •Opening naar opleidingsvergoeding •In zover het gaat om een economische activiteit •Vrij verkeer van werknemers •Beperking ongeacht nationaliteit •Opleiding -> professioneell •Einde opleiding •Schadevergoeding •Te betalen door speler •Beperking van vrij verkeer •Rechtvaardiging mogelijk •Evenredig •Schending •Opening naar opleidingsvergoeding Bosman uitspraak Nieuwe FIFA reglementen Opleidings- vergoeding
6 Bosman versus Bernard •“106. Gezien het grote maatschappelijke belang van de sport en inzonderheid van het voetbal in de Gemeenschap, moet worden erkend, dat de handhaving van een evenwicht tussen de clubs door een zekere gelijkheid van kansen en de onzekerheid van de resultaten veilig te stellen, en de aanmoediging van de indienstneming en opleiding van jonge spelers, rechtmatige doelstellingen zijn.” •“39. Met betrekking tot beroepssport heeft het Hof reeds vastgesteld dat gezien het grote maatschappelijke belang van sport en inzonderheid van voetbal in de Unie, moet worden erkend dat de aanmoediging van de indienstneming en opleiding van jonge spelers een legitieme doelstelling is (zie arrest Bosman, reeds aangehaald, punt 106).”
7 Bosman versus Bernard •“108. Met betrekking tot het tweede doel moet worden erkend, dat het vooruitzicht een transfer-, promotie- of opleidingsvergoeding te ontvangen, de voetbalclubs inderdaad kan aansporen op zoek te gaan naar nieuw talent en jonge spelers op te leiden.” •“41. In dit verband moet worden erkend dat, zoals het Hof reeds heeft verklaard, het vooruitzicht een opleidingsvergoeding te ontvangen, de voetbalclubs kan aansporen op zoek te gaan naar talent en jonge spelers op te leiden (zie arrest Bosman, reeds aangehaald, punt 108).”
8 Bosman versus Bernard •“109. Omdat de sportcarrière van jonge spelers evenwel onmogelijk met zekerheid kan worden voorspeld en slechts een klein aantal jonge spelers de sport als beroep gaat beoefenen, worden deze vergoedingen gekenmerkt door onzekerheid en toeval en staan zij in ieder geval los van de reële kosten die de opleiding van zowel de toekomstige beroepsvoetballers als degenen die nooit beroepsvoetballer zullen worden, voor de clubs meebrengen.” •“42. De opbrengst uit de met dit doel door opleidende clubs verrichte investeringen wordt immers gekenmerkt door toeval, aangezien deze clubs de uitgaven dragen voor alle jonge spelers die zij in dienst nemen en, in voorkomend geval gedurende verscheidene jaren, opleiden, terwijl slechts een deel van deze spelers bij afloop van hun opleiding de sport als beroep gaat beoefenen, hetzij bij de opleidingsclub, hetzij bij een andere club (zie in die zin arrest Bosman, reeds aangehaald, punt 109).”
9 Bosman versus Bernard •“109. In die omstandigheden kan het vooruitzicht dergelijke vergoedingen te ontvangen, geen beslissende stimulans zijn om jonge spelers in dienst te nemen noch een geschikt middel om deze activiteiten te financieren, met name niet voor kleine clubs.” •“44. In die omstandigheden zouden de opleidingsclubs kunnen worden ontmoedigd te investeren in de opleiding van jonge spelers indien zij de hiertoe gedane uitgaven niet vergoed konden krijgen ingeval een speler bij afloop van zijn opleiding een contract als beroepsspeler sluit met een andere club. Dit geldt met name voor kleine opleidingsclubs waarvan de investeringen op lokaal niveau in de indienstneming en opleiding van jonge spelers van groot belang zijn voor de vervulling van de sociale en educatieve functie van sport.”
10 Deel 2 : Wat met de opleidingsvergoeding?
AG in Bernard •“52. In de eerste plaats, omdat slechts een minderheid van de trainees een latere marktwaarde in het profvoetbal zal blijken te hebben en een aanzienlijk groter aantal spelers moet worden opgeleid om die minderheid zichtbaar te maken, zouden investeringen in opleiding worden ontmoedigd indien bij de bepaling van de gepaste vergoeding enkel rekening werd gehouden met de kosten van de opleiding van de individuele speler. Het is derhalve passend dat een club die een door een andere club opgeleide speler in dienst neemt, een vergoeding betaalt die gelijk is aan een relevante proportie van de totale opleidingskosten van die andere club.”
12 AG in Bernard •“53. In de tweede plaats kan het zijn dat de opleiding van een bepaalde speler is verzorgd door meer dan één club, zodat een eventueel verschuldigde vergoeding door middel van een geschikt mechanisme evenredig over de betrokken clubs zou moeten worden verdeeld.”
AG in Bernard •“55. Ik ben minder overtuigd waar het een derde naar voren gebracht punt betreft, namelijk dat de verplichting om een vergoeding te betalen enkel op de nieuwe werkgever zou moeten rusten en niet op de trainee.”
AG in Bernard •“57. (…) Indien een x ‑ aantal spelers moet worden opgeleid om één speler voort te brengen die het als beroepsspeler zal maken, zijn de kosten voor de club die de opleiding verzorgt (en de besparing voor de nieuwe club) gelijk aan de kosten van de opleiding van dat x ‑ aantal spelers. Dat de vergoeding tussen de clubs op die kosten wordt gebaseerd, lijkt passend en evenredig. Voor de individuele speler zijn echter alleen de individuele kosten van belang.”
15 AG in Bosman •“237. De transfersommen kunnen niet als vergoeding voor eventuele opleidingskosten worden beschouwd alleen al om de eenvoudige reden, dat de bedragen niet aan deze kosten, maar aan het salaris van de speler zijn gekoppeld.” •“239. Dit betekent echter niet, dat het eisen van een transfersom voor een speler naar mijn mening altijd onrechtmatig moet worden geacht.”
16 AG in Bosman •“239. In de eerste plaats zou de transfersom inderdaad beperkt moeten blijven tot het bedrag dat door de oorspronkelijke club (of oorspronkelijke clubs) aan de opleiding van de speler is besteed. In de tweede plaats zou een transfersom enkel aan de orde komen, voor zover het om de eerste transfer gaat en de oorspronkelijke club de speler heeft opgeleid. Zoals bij de in Frankrijk geldende transferregeling zou deze transfersom bovendien evenredig moeten worden verminderd voor elk jaar dat de speler na zijn opleiding bij deze club heeft doorgebracht, omdat de opleidende club gedurende deze periode de gelegenheid had van zijn investeringen in de speler te profiteren.”
17 Rechtspraak samengevat •Opleidingsvergoeding kan passend zijn (EHJ Bernard) •Vergoeding van werkelijke opleidingskosten (EHJ Bernard) •Criteria op voorhand vastleggen (EHJ Bernard) •Betaling door speler / club (AG Bernard) •Relevante proportie van globale opleidingskosten (AG+EHJ Bernard) •Pro rata voor opleidingclubs (AG Bernard) •Ontwikkeling is ook in belang van clubs (AG Bosman) •Alleen bij eerste transfer (AG Bosman) •Reductie in de tijd (AG Bosman) •Vrij verkeer niet onmogelijk maken (evenredigheid) (Bosman, Bernard)