Naar een doelmatig onderwijsachterstandenbeleid 12 januari 2010
Pannelleden - Guuske Ledoux, SCO-Kohnstamm Instituut, UVA, senior onderzoeker - Joke ten Berge, senior beleidsmedewerker onderwijsbeleid gemeente Den Haag - Wim Meijnen, emeritus hoogleraar onder- wijskunde, SCO-Kohnstamm, UVA - Jan Rupp, ASSR, UVA - Pieter Appelhof, Oberon - Caroline Verhoeff, directie OBS Overvecht - Jo Kloprogge, adviseur Sardes - Ton Klein, Oberon
Stelling 1 Na de overheveling van oab-gelden van gemeenten naar schoolbesturen is het voor gemeenten onmogelijk onderwijsachterstanden- beleid doelgericht te regisseren. Toelichting SCO constateert dat sinds de overheveling van oab-gelden van gemeenten naar school-besturen het onderwijsachterstandenbeleid versnipperd is.
Stelling 2 De effectiviteit van het onderwijsachterstanden- beleid wordt bevorderd indien het expliciet is gericht op onderwijsachterstandleerlingen die aantoonbaar onderpresteren (discrepantie IQ en leerprestaties). Toelichting Het onderwijsachterstandenbeleid is er altijd uitgegaan van onderwijsachterstanden als gevolg van sociaal-culturele achter- stand bij de gehele doelgroep. Het doel is alle leerlingen aan een startkwalificatie te helpen. Er is veel twijfel over de haalbaarheid. Op het ogenblik is er meer aandacht voor leerlingen die aantoon- baar onderpresteren.
Stelling 3 Het is tijd voor een landelijke externe evaluatie van het huidige onderwijsachterstandenbeleid waarbij tevens wordt nagegaan welke aanpak tot succes leidt en bij welke categorieën van leerlingen. Toelichting De Onderwijscommissie van de TK constateert dat er weinig zicht is op de inzet en verantwoording van het gevoerde onderwijsachter- standenbeleid terwijl daar 700 miljoen per jaar aan wordt besteed.